Toen in juni 2020 de lente toch nog zomer werd en de Rijksoverheid berichtte dat we van ‘alleen’ naar iets meer ‘samen’ gingen, nam een vrouw plaats op een klapstoel voor het ministerie van Mark Rutte. Ze was in hongerstaking tegen discriminatie en racisme, zo schreef NRC. Alleen. De minister-president besloot met haar in gesprek te gaan. Hij ging net zolang met haar in gesprek totdat ze haar hongerstaking opgaf en naar huis ging. Zo plots als deze vrouw in het artikel terecht was gekomen, verdween ze vervolgens weer. Maar ik kon haar niet loslaten. 

Wat is haar verhaal? Wat bezielde haar en wat gaf haar de moed om op een klapstoeltje plaats te nemen voor het ministerie en in hongerstaking te gaan? ‘If they don’t give a seat at the table bring a folding chair’, zo sprak Shirley Chisholm eens. Zij was de eerste Afro-Amerikaanse vrouw die gekozen werd in het huis van Afgevaardigden in het Amerikaanse congres. In 1969. Had deze vrouw uit Den Haag Shirley in gedachten toen ze plaatsnam op haar klapstoel? Of misschien toch Sylvana Simons, die in 2021 als eerste zwarte fractievoorzitter werd beëdigd in de Tweede Kamer? Of nam ze plaats op de stoel voor haar kinderen die ze zag worstelen met discriminatie en racisme in onze samenleving?  

Ik ben er heilig van overtuigd dat het denken enkel kan veranderen door klapstoelen van hele gewone moedige mensen

rachelle van andel

In ieder geval zitten de erkenning en de doorwerking van het slavernijverleden sinds 19 december 2022 officieel aan tafel. Ze hebben een eigen stoel gekregen. Dat is een historische stap. De regering maakte niet alleen excuses voor het handelen van de Nederlandse staat maar erkent ook dat racisme, discriminatie en uitsluiting voortkomen uit systematische uitbuiting en eeuwenlange onderdrukking. Het is te lang stil gebleven, zo sprak Rutte. Van belang is dat hij wijst op de maatschappelijke bewustwording waardoor ook een verandering in het denken plaatsvond over de doorwerking van het verleden in het hier en nu. Ook bij hem.

Maar ik ben er heilig van overtuigd dat het denken enkel kan veranderen door klapstoelen van hele gewone moedige mensen. De klapstoel voor de deur of aan tafel verstoort en ontregelt de dagelijkse gang van zaken. Natuurlijk kun je de keuze maken om de klapstoel te ontwijken en door te rennen naar alles wat jij te doen hebt. Maar je verliest daarmee iets wat filosoof Emmanuel Levinas ‘de kleine goedheid’ heeft genoemd.

De kleine goedheid is dat wat er kan gebeuren als je niet onverschillig blijft voor de ander. Als je je laat raken door het appel dat de ander op jou doet

rachelle van andel

De kleine goedheid is dat wat er kan gebeuren als je niet onverschillig blijft voor de ander. Als je je laat raken door het appel wat de ander op jou doet. Een appel dat niets te maken heeft met zelfverrijking en zich meestal voltrekt in de luwte. Dat appel gaat niet alleen om de erkenning van een ander mens maar ook om een andere toekomst. Je laat je aanspreken, je laat je raken en handelt er vervolgens naar.

Door die erkenning wordt een gezamenlijke toekomst mogelijk en wordt het nemen van verantwoordelijkheid concreet gemaakt. Dat is niet vanzelfsprekend en moet telkens weer geoefend worden. Die beweging begint meestal heel klein. Een ontroerende passage schrijft Raoul de Jong in zijn recent uitgekomen Gesprekken met opa over het laatste levensjaar van zijn opa. Zijn 91-jarige opa vertelt aan zijn gesprekspartners in het verzorgingshuis over het onderzoek van zijn kleinzoon naar zijn Surinaamse geschiedenis. Vervolgens zegt een van zijn tafelgenoten dat hij Raoul zo’n beleefde jongen vindt en maakt dan de opmerking dat zijn haar toch wel wat netter mag.

Het is zijn opa die dan zegt: ‘Er zijn plekken op de wereld waar het haar van mijn kleinzoon de standaard is en ons haar heel raar. In Suriname bijvoorbeeld noemen ze uw haar geel touwhaar.’ Waarop De Jong het hoofdstuk afsluit met de woorden: ‘Op zijn eenennegentigste is de Groningse boerenjongen ook een Surinaamse prins geworden.’

De vrouw op de klapstoel is niet alleen.

Rachelle van Andel is predikant van Vrijburg en werkte daarvoor als studentenpastor en innovatiepredikant.