Het nieuws over de aanstaande excuses lekte een maand geleden uit. De bedoeling is om op acht plekken tegelijk, in Suriname en op de Caribische eilanden, een statement te maken. Suriname gaf echter al snel aan dat het er niet mee kon instemmen dat hiervoor minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) zou afreizen naar dat land. Weerwind is zelf een nakomeling van slaven. Excuses moeten bij voorkeur door een witte man gemaakt worden, zo is het sentiment.
Diverse organisaties reageerden kritisch op het kabinetsplan. Ze hebben liever dat excuses worden aangeboden op 1 juli, als de afschaffing van de slavernij 150 jaar geleden is. En bij excuses horen ook daden, alleen woorden volstaan niet. Sommigen zien graag dat koning Willem-Alexander de excuses uitspreekt. Te meer omdat de Oranjefamilie flink heeft geprofiteerd van de slavenhandel.
Enkele kabinetsleden, onder wie premier Mark Rutte, spraken met belangengroepen. Dat was een goed gesprek, oordeelde Mercedes Zandwijken van de Keti Koti Tafels: ze voelde zich “voor het eerst” gehoord. Het gesprek was “goed, enerverend en open”, blikte Linda Nooitmeer van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) terug. Zondag werd bekend dat het kabinet vicepremier Sigrid Kaag naar Suriname stuurt om de plooien glad te strijken.
Dat is nodig, want diverse organisaties hebben in een brief aan het kabinet inmiddels hun eisen op tafel gelegd. Ze willen een herstelfonds om de nakomelingen van slachtoffers van slavernij te steunen. Excuses moeten op 1 juli door de koning worden uitgesproken. Zwarte Piet moet definitief verdwijnen. Het uitspreken van het n-woord moet strafbaar worden. De herstelbetalingen moeten doorgaan totdat “de achterstelling van de nazaten is opgelost”.
Herstelbetalingen? Dat is zo’n gek idee niet, twitterde voorganger Jan Wolsheimer. “Bestudeer de Tora”, voegde de directeur van MissieNederland daaraan toe. “Sorry is beslist niet afdoende voor de roverspraktijken die we hebben laten zien. Roof van identiteit, persoonlijkheid, familie en bezit.” En: “vergeving zonder recht te doen is een farce”. Hoe ziet volgens hem een goede omgang met dit duistere verleden eruit? VOLZIN legt Wolsheimer vijf vragen voor.
1
Op welke manieren werkt het Nederlandse slavernijverleden op dit moment nog door in de samenleving en de kerken? Zijn de gevolgen aanwijsbaar?
“Er is nog steeds (institutioneel) racisme in onze samenleving. Ik ben een witte man van begin vijftig met een prima opleiding en een Duits klinkende achternaam. Nooit werd ik ergens afgewezen als gevolg van mijn huidskleur, komaf, opleiding of achternaam. Ik vind dat gewoon, maar besef heel goed dat dit voor grote groepen in onze samenleving niet zo gewoon is. Het onderscheid tussen de ene mens en de andere mens op basis van afkomst, huidskleur of identiteit is sterk aanwezig. Kerken kunnen een actieve rol spelen in het bestrijden van deze opdeling in de samenleving. Daar wordt aan gewerkt, maar ik heb het gevoel dat er nog een lange weg te gaan is.”
2
Het kabinet wil excuses aanbieden, maar belangengroepen vinden dat niet genoeg. Vind je die reactie terecht?
“Ik denk dat het aan de slachtoffers is om te bepalen wat voldoende is om samen verder te komen, niet aan de nazaten van de onderdrukkers. Het kabinet schetst haar eigen voorwaarden die heel zorgvuldig juridisch worden afgewogen. Je voelt aan alles: het mag niet te veel kosten. Dat is in mijn optiek geen hartelijke, schuldbewuste houding.”
3
Wat kunnen we volgens jou uit de Tora, de Bijbel leren als het gaat om herstelbetalingen voor het slavernijverleden?
“Het gaat in de Tora (zie bijvoorbeeld Exodus 21 en 22) over schadeloosstelling. Dat is werkelijk recht doen. De emotionele schade van onrecht is een langere weg. Maar die eerste stap om te vergoeden wat is beschadigd is noodzakelijk. In Exodus wordt daarvoor het Hebreeuwse woord ‘shalam’ gebruikt, niet toevallig het grondwoord voor het woord ‘shalom’, vrede. Een echte shalom is onmogelijk met louter excuses, dat is domweg niet in lijn met de verzoening die de hele Bijbel door zichtbaar is.”
4
Als je herstelbetalingen doet: wie moet er gecompenseerd worden en hoe?
“Dat is een ingewikkelde kwestie. Ik ben geen jurist, maar zoiets zou moeten worden bepaald door een rechter denk ik. Nazaten van slaven zouden een procedure voor schadeloosstelling moeten kunnen starten. Het grote probleem is dat slaven doorgaans een nieuwe naam kregen voor de burgerlijke stand, een zogenaamde slavennaam. Ik realiseerde me dit pas ten volle toen er recent een tentoonstelling was in het Rijksmuseum over ons slavernijverleden. De identiteit van mensen werd met één haal van een pen doorgestreept en vervalst. Dat besef deed me de tranen over de wangen lopen tijdens die tentoonstelling. De omvang van deze vreselijke handeling kwam ineens keihard binnen en ik voelde me oliedom dat ik mezelf dat nooit eerder had gerealiseerd.
Dat maakt het dus erg ingewikkeld, maar misschien niet onmogelijk.”
5
Publieke kerken hebben het slavernijsysteem gesteund en zetten stappen om daarmee in het reine te komen. Welke rol moeten de kerken volgens jou spelen in dit proces?
“Desmond Tutu heeft gezegd dat er zonder vergeving geen toekomst is. Ik ben dan ook blij dat er op dit moment een door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek gesubsidieerd onderzoek wordt gedaan naar de rol van Nederlandse protestantse kerken tijdens het koloniale verleden. Dat zal naar ik hoop zorgen voor een nieuwe schuldbelijdenis. In 2013 beleed de Raad van Kerken al schuld voor het aandeel van de kerken tijdens de slavernij, dat was een eerste stap, maar er is meer nodig om samen op te trekken.
Het viervoudig pad naar vergeving van Desmond Tutu is hierbij erg behulpzaam: (1) Het vertellen van je verhaal. (2) Het benoemen van je pijn. (3) Het vergeven van jezelf of de ander en (4) het loslaten of vernieuwen van de relatie.”