Complotdenkers zien we vaak als zonderlinge figuren. Mensen die hun zolderkamer volhangen met krantenknipsels waar ze met een dikke, rode stift lijnen op hebben gezet: geheime patronen die alleen zij kunnen achterhalen. Het zijn mensen die geloven dat de aarde plat is, de overheid corrupt en de media niet te vertrouwen. In de praktijk valt dit vaak best mee.
Dagelijks zie ik op mijn Facebook-tijdlijn complottheorieën in alle vormen en maten voorbijkomen. Theorieën die mij laten grinniken, verontrusten of boos maken, maar die ik vaak ook kan begrijpen. Gedeeld door mensen die zichzelf overigens niet als complotdenker beschouwen, maar als twijfelaar, scepticus, als tegendraadse denker die op zoek is naar de waarheid.
Het zet ook mij aan het denken. Wie is de complotdenker van nu? Wat motiveert mensen om complottheorieën te omarmen? Wie duikt in de wereld van complottheorieën komt terecht in een wereld van controverse, van ophef, van heksenjachten en samenzweringen. Maar wie verder kijkt dan dat, voorbij de vergezochte theorieën, ziet dat ze vaak voortkomen uit ervaringen, gevoelens en vragen die het verdienen om serieus genomen te worden.
Wie verder kijkt dan dat, voorbij de vergezochte theorieën, ziet dat ze vaak voortkomen uit ervaringen, gevoelens en vragen die het verdienen om serieus genomen te worden
Jasmijn Olk
Kenmerkend voor de complottheorieën is dat ze zich bevinden in een wereld van tegenstellingen: tussen waarheid en leugen, de elite en het volk, tussen rechts en links. Het is onmogelijk om alle complotdenkers over één kam te scheren. Complotdenkers zijn er in alle vormen en maten, met verschillende achtergronden.
Journalist Maarten Reijnders gebruikt de metafoor van een “samenzweringskerk”. In 2016 publiceerde hij het boek Complotdenkers. Hoe gevaarlijk is het geloof in samenzweringstheorieën? Hij schrijft dat de wereld van complotdenken is als “een brede kerk met vele kamers. Een kerk met zijn eigen tv-dominees, predikanten, evangelisten en kerkbladen. Met rekkelijken en preciezen. Met veel gelovigen die nooit een vlieg kwaad doen. Maar ook met een paar extremistische fundamentalisten die dromen van een Inquisitie en die uit naam van hun geloof andere mensen of groepen proberen te beschadigen.”
Verreweg de meeste complotdenkers vormen geen gevaar, meent hij, maar complotdenken kan aanzetten tot extreme daden. Niet alleen qua vorm vergelijkt Reijnders complottheorieën met religie. Ook in de inhoud ziet hij parallellen. “Het geloof in complottheorieën heeft veel weg van het geloof in een opperwezen of een politieke ideologie. Het biedt houvast. Samenzweringsgeloof stelt mensen in staat om de complexe wereld te begrijpen.”
Maatschappijkritiek
Wie tot een vaststaande definitie van een complottheorie wil komen, begeeft zich op glad ijs. Aan de basis van veel theorieën ligt een diepgewortelde kritiek op de gevestigde orde, wantrouwen tegenover de overheid, de farmaceutische industrie of de media. Kritiek die in veel gevallen gerechtvaardigd is. Corruptie bestaat, ongelijkheid bestaat en media is lang niet altijd onbevooroordeeld. Wanneer verandert een gezonde dosis maatschappijkritiek in het geloof in een complottheorie?
Mensen die geloven in een complottheorie, omhelzen de feiten en argumenten die hun ideeën onderbouwen en negeren informatie die in strijd is met hun overtuiging
jasmijn Olk
Aan de ene kant van het spectrum staan de échte complotdenkers, zij die elke gebeurtenis verklaren als het resultaat van een samenzwering en achter elke autoriteit een complot vermoeden. Daarna komt er een groot grijs gebied. Neem bijvoorbeeld de antivaxers. Dit is een steeds groter wordende groep ouders die besluit hun kinderen niet te vaccineren. Zijn deze ouders de moderne complotdenkers? Hun gedachtegang kan worden opgedeeld in drie stappen.
Het begint met kritische vragen. Heeft het nut om kinderen te vaccineren? Zou het kunnen dat vaccinaties al na onvoldoende testen op de markt worden gebracht om geld te besparen? Zouden de vaccinaties dan weleens gevaarlijk kunnen zijn?
Stap twee volgt. De ouder hoort een verhaal dat de kritische vragen bevestigt. Een kind ontwikkelt autisme, direct nadat het een vaccinatie heeft gehad. Ze besluit het risico niet te lopen: mijn kinderen vaccineer ik niet.
Stap drie is de ontwikkeling van een echte complottheorie. Als vaccinaties kunnen leiden tot autisme, waarom doet de overheid daar niets aan? Willen ze ons soms bewust dom houden? Wat begon als een kritische vraag, werd verbonden aan een foutieve oorzaak-gevolgredenatie en eindigde in een complottheorie.
De gevaarlijke ander
Mensen die geloven in een complottheorie, omhelzen de feiten en argumenten die hun ideeën onderbouwen en negeren informatie die in strijd is met hun overtuiging. Reijnders verwoordt dit mooi: “In plaats van hun wereldbeeld bij te stellen, passen ze de werkelijkheid aan.” Dit is echter niet exclusief voor complotdenkers voorbehouden. Iedereen maakt zich schuldig aan wat onderzoekers de confirmation bias noemen. Dit is de neiging om informatie veel sneller aan te nemen wanneer dit in lijn is met wat je toch al gelooft. En “wie eenmaal een duidelijke mening heeft, laat zich daar niet gemakkelijk vanaf brengen”, ziet Reijnders.
Complottheorieën komen vaak niet uit de lucht vallen. Ze zijn innig verbonden met bestaande opvattingen, politieke voorkeuren, racistische vooroordelen. Complottheorieën bieden houvast. Wie gelooft in een samenzwering, hoeft nooit toe te geven dat de wereld complex is en dat we niet alles begrijpen.
Wie gelooft in een samenzwering, hoeft nooit toe te geven dat de wereld complex is en dat we niet alles begrijpen
jasmijn olk
Een terugkerend motief in complottheorieën is het zoeken naar een zondebok. Naar iemand die buiten de gemeenschap staat en verantwoordelijk is voor het kwaad. De Russen, Chinezen, joden. De gevaarlijke ander.
Een mooi en angstaanjagend voorbeeld zag ik de afgelopen maanden bij Indiase vrienden. Racisme tegenover moslims is in India wijdverspreid, maar kreeg tijdens de coronacrisis een nieuwe dimensie. Men ging geloven: de moslims zijn verantwoordelijk voor het verspreiden van het coronavirus. Een corona-jihad, werd dat genoemd. De moslims zouden bewust met grote groepen zijn samengekomen, en opzettelijk waterbronnen en voedselvoorraden hebben besmet. Een onontkoombaar parallel: door de eeuwen heen zijn pestepidemieën regelmatig verklaard door te zeggen dat joden de waterputten vergiftigd zouden hebben.
Ook hier komt het eerder aangestipte motief terug. Wat begon als discriminatie, eindigt in het geloof in een samenzwering.
Luisteren
Als we willen weten wat mensen motiveert om complottheorieën te omarmen, moeten we de eerdere stappen in hun denkproces niet vergeten. De onderbuikgevoelens, de kritische vragen. Als we niet luisteren naar de moeder die bezorgd is om het welzijn van haar kind, kunnen we nooit de activistische antivaxer begrijpen.
Ik ben ervan overtuigd dat het geloof in complottheorieën een zoektocht is naar duidelijkheid, naar één theorie die bewijst dat de realiteit is zoals jijzelf hem ziet. Daar zijn we allemaal vatbaar voor. Iedereen ziet graag zijn eigen ideeën bevestigd. Het verschil tussen een kritische burger en een complotdenker zit in de bereidheid om dingen te accepteren die in tegenspraak zijn met wat je gelooft.
Om open te staan voor alternatieve ideeën en fouten toe te geven. Ideeën van complotdenkers moeten we niet wegzetten als irrelevant. De kritische vragen die zij opbrengen moeten we juist blijven stellen. Alleen wanneer we twijfel serieus nemen en onbevooroordeeld naar antwoorden kunnen zoeken, komen we werkelijk dichter bij de waarheid.
Jasmijn Olk (Den Haag, 1996) studeerde Religiewetenschappen en is werkzaam voor Netwerk DAK, de Abdij van Berne en Volzin.