Herman van Praag is een Nederlandse psychiater en van joodse afkomst. Zijn grootouders behoorden in Nederland tot de eerste aanhangers van de zionistische beweging maar waren niet-religieus. Van Praag was hoogleraar aan o.a. de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Maastricht en het Albert Einstein College of Medicine in New York. Hij wordt gezien als de grondlegger van de biologische psychiatrie in Nederland.

Na zijn ervaringen in de concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog weet Van Praag als Holocaust-overlevende het roer om te gooien. ‘Iets van het leven maken!’ – het is zijn vurige wens. Dat iets blijkt veel. In deze biografie volgen we Van Praag in zijn ontwikkeling van een onzekere jongen naar een zelfbewuste jongeman, van literair actief student tot grondlegger van de biologische psychiatrie. Hierbij komt hij zelf ruimschoots aan het woord. We leren hem kennen als strijdbaar, gedisciplineerd en principieel mens, die staat voor zijn waarden en ervoor heeft willen vechten. Maar ook als mens met grote liefde voor zijn gezin en voor het jodendom. Dit tegen de achtergrond van een turbulent tijdsgewricht.

Met name de laatste 8 à 10 hoofdstukken in het boek, die o.a. gaan over Herman van Praag versus Dick Swaab, ‘Herman van Praag en de profeten’, ‘Mozes als inspirerend wetgever’ en ‘Jodenhaat in varianten’, vond ik zeer interessant omdat die vooral gaan over het zingevende deel van zijn leven. De auteur van deze biografie, Henk Haenen, verdient een groot compliment voor zijn boek van bijna 600 pagina’s. Haenen schreef eerder Ubuntu en Nelson Mandela. Afrikaanse filosofie van verzoening.