De VOLZIN-lezing van Fokke Obbema in oktober 2021 stond in het teken van het levensverhaal. Het bleek een inspiratiebron te zijn voor onze lezers. We vroegen u om uw levensverhaal met ons te delen. Het eerste verhaal in deze nieuwe rubriek is van Adie Steen.
Jaren geleden kwam het schrijven van levensverhalen op mijn pad door kennismaking met José Franssen, een andragoge die zich als schrijfdocent gespecialiseerd heeft in levensverhalen. Dat leek me wel iets en daarom heb ik diverse cursussen gevolgd. Ik ontdekte groot plezier in het zo bezig zijn met taal. Na mijn pensionering in 2012 heb ik het idee opgevat om een familiekroniek te schrijven; als het ware het ‘levensverhaal’ van mijn familie waarbij de verhalen sterk door foto’s geïnspireerd werden.
Nu, enige jaren later, wil ik nog een keer zoiets doen. Ik heb me laten inspireren door het boek Nederland - een objectief zelfportret in 51 voorwerpen van Wim Brands en Jeroen van Kan. Uitgangspunt zijn belangrijke voorwerpen uit mijn leven en zo vul ik een boek met 51 levensverhalen. Toeval is dat ik van 1951 ben. Inmiddels staan 48 verhalen in de grondverf en een deel is al afgelakt.Een van de eerste verhalen is Vaders vulpen.”
Vader schreef met een klassieke vulpen, een zwarte Parker met een gouden randje. Vader schreef geen verhalen, wel brieven en die schreef hij altijd met die pen. Hij had een karakteristiek handschrift. Hij gebruikte verschillende kleuren inkt: blauw, groen en paars.
Ik schrijf niet meer met een vulpen, maar met mijn PC. Eerlijk gezegd was ik geen ster op het gebied van de Nederlandse taal. Mijn oudste broer heeft me zelfs bijles gegeven. Op latere leeftijd kreeg ik een baan als beleidsmedewerker in de thuiszorg met onder andere de taak van eindredacteur van het personeelsblad. Ik had plezier in schrijven gekregen, mede door een cursus schrijven van levensverhalen. Schrijven met een vulpen of op een PC zijn dingen uit verschillende werelden, maar ze vertolken voor mij nu een soort verbondenheid. Vandaar dat dit verhaal de titel ‘Vaders vulpen’ heeft gekregen en vertrekpunt is voor mijn bundel levensverhalen.
Schrijven met een vulpen of op een PC zijn dingen uit verschillende werelden, maar ze vertolken voor mij nu een soort verbondenheid
adie steen
Met die zwarte Parker schreef vader een vijftal brieven die veel indruk op mij gemaakt hebben. Het zijn de brieven die vader aan moeder schreef, toen zij in de Vroedvrouwenschool in Heerlen opgenomen was. Hij schreef die brieven kort voor en na mijn geboorte. Broer Jan heeft ze bij het opruimen van de boedel na hun overlijden in 1973 ontdekt. Hij gaf ze tot mijn grote vreugde aan mij. Ik had ze nooit eerder gezien. Wat fijn dat moeder die brieven bewaard heeft.
Wat een man, die vader van mij. Wat een liefde na twintig jaar huwelijk. Elke dag ging hij naar zijn vrouw en na thuiskomst ‘s avonds tegen tienen, schreef hij haar een brief om die vervolgens voor twaalven nog te posten. Zo kon moeder de andere morgen lezen hoe hij terugkeek op het bezoek bij ons twee, daags ervoor. Dat is toch geweldig. En wat een ouderwets goede service van de PTT.
Op mijn 69ste verjaardag las ik die vijf brieven weer eens en weer raakte ik ontroerd door de grote liefde die eruit sprak. De zin: ‘Wat sliep ons Adeke heerlijk...’ drong toen voor het eerst écht tot me door. Het voelde alsof ik toén pas echt geboren was: mijn naam was genoémd en opgeschreven door mijn vader. Prompt kon ik mijn teleurstelling en ook boosheid over de ontdekking jaren terug, toen ik in mijn geboorteakte las dat niet vader maar een leerling-vroedvrouw mij bij de gemeente aangegeven had, wissen uit mijn herinnering.
Mijn vader was een bijzondere man, een persoonlijkheid. Welke vader tekent je rapporten met voor- en achternaam, met een vulpen en elk jaar met een andere kleur? Hij was een vrolijk mens, levenslustig en zeer communicatief. Al jong werd hij herenkapper in een eigen zaak. Eigenlijk had hij conferencier willen worden, dat mocht niet van zijn moeder. “Kapper is een deugdzaam vak, en iedereen moet z’n haar laten knippen en baard laten scheren”, was haar standpunt. Toch was hij af en toe toch de conferencier, als hij spelend op zijn mandoline liedjes van Lou Bandy of Pisuisse zong in de portiek van zijn zaak of tijdens het knippen van zijn klanten. Hij vertelde ook graag grappen – bakken zoals hij dat noemde – die hij meestal zelf bedacht. Ook toespraken bij diverse gelegenheden schudde hij zo uit zijn mouw.
Mijn vader was een bijzondere man, een persoonlijkheid. Hij was een vrolijk mens, levenslustig en zeer communicatief
adie steen
Ik ben trots op mijn vader. Als ik me moet voorstellen, noem ik mijn naam en vaak zeg ik erbij: “De dochter van Jan Steen, niet de schilder, maar de Kapper!” Je hoort als het ware de hoofdletter K doorklinken in mijn stem.
Na zijn dood wilde ik graag zijn bureau erven. Dit eikenhouten bureau is gemaakt toen ze in 1931 trouwden. Het bureau waaraan hij dagelijks de kassarolletjes optelde om de inkomsten van de dag te registreren in zijn boekhouding. Jan, de zachte zakenman die met moeder Dies het goede voor had met ons, zijn kinderen. Jan, Ruud, Margriet en Adie. We mochten, nee we moesten ook voor een deugdzaam en zinvol beroep kiezen, dat hoefde niet kapper te zijn, nee alle vier de Stenen werden onderwijzer!
Vaders bureau heeft zeven verhuizingen doorstaan, het staat nu op verzoek van mijn man na de laatste verhuizing – opgeknapt - op een prominente plek in ons appartement. Met een foto van vader als dierbare herinnering.