In de serie islamitisch feminisme gaat journalist Remco van Mulligen in gesprek met verschillende islamitische feministen over belangrijke kwesties in hun traditie, waarbij hij ook reflecteert op zijn eigen christelijke traditie wat hun verhalen met hem zelf doen.

Een knalroze folder trok mijn aandacht. “Wat zegt Jezus over homoseksualiteit?” stond erop. Het was vijf jaar geleden, ik was in een Groningse kerk aanwezig bij een avond van het COC over christendom en lhbt. Dominee Jan Mudde verdedigde met verve dat de Bijbel homoseksualiteit niet veroordeelt. Dapper, voor een orthodox-protestantse voorganger. Ik was er als journalist om verslag te doen en drentelde achterin de zaal. Ik sloeg de folder open, de inhoud was blanco.

Jezus zegt niks over homoseksualiteit. En, voegde Mudde toe: de Bijbel ook niet. Wie beweert dat dit wel zo is, “projecteert iets op de woorden van de Bijbel wat er toen nog niet was”, legde de dominee uit. De zaal was vol, luisterde met respect, maar toen Mudde zweeg kwamen de verhalen. De kerken sluiten homo’s nog vaak uit. “Verbannen” voelde een van de aanwezigen zich.

Aan het eind van de avond bleef mijn blik bij één van de aanwezigen hangen. Hij had net als ik op de evangelische studentenvereniging Ichthus gezeten. Hij was er namens een van de christelijke lhbt-organisaties. We hadden een gesprek zoals je dat voert met iemand die je tien jaar niet hebt gezien. De cruciale vraag - hoe hij als homo, toen nog in de kast, deze conservatief christelijke studentenvereniging had ervaren - durfde ik niet te stellen.

Multicultureel

Wat ik op die avond zag raakte me. Ik zag mensen die diep verbonden waren aan de kerk, maar die telkens waren afgewezen. Ze wilden zichzelf geven aan de christelijke gemeenschap, maar die had hen verbannen. Breken met de gemeenschap waarin je bent opgegroeid is voor velen heel moeilijk. Zelfs als die gemeenschap je zo hard kwetst.

Dat gevoel, van opgroeien in een religieuze gemeenschap, heb ik nooit gekend. Mijn gemeenschap was de kleine Voorschotense familie waarin ik opgroeide, met als eerste herinnering hoe mijn oma de thermosfles en boterhammen klaar maakte voor mijn opa, die in de Zilverfabriek werkte. Mijn moeder was net gescheiden en woonde met mijn broertje en mij bij haar ouders op zolder.

Ik ben altijd geïnteresseerd om nieuwe werelden te verkennen die anders zijn dan de mijne

remco van mulligen

Het waren de multiculturele jaren tachtig, voordat Bolkestein ging roeptoeteren over problemen met de islam. Ik zat op een openbare school met veel Turkse en Marokkaanse kinderen. Mijn hele omgeving droeg het progressieve ideaal uit: emancipatie en gelijkheid. Op de middelbare school kwam daar bij mij een GroenLinksig intellectueel sausje overheen.

De mogelijkheid van Gods bestaan drong zich pas aan me op toen ik negentien was. Ik was in Groningen gaan studeren om op afstand van mijn familie zelf mijn weg te zoeken. Ik kocht een Bijbel en las allemaal fantastische dingen over Jezus. Ik ben gedoopt in de Nederlands Gereformeerde Kerk, het kerkgenootschap van mijn vriendin en ook van dominee Jan Mudde. Daarmee was mijn zoektocht nog niet voltooid: drie jaar later deed ik vormsel in de Rooms-Katholieke Kerk. Sindsdien ben ik katholiek.

Obstakels

De christelijke gemeenschap is warm, hecht en integer. Er zijn bekeerlingen die moeiteloos opgaan in hun nieuwe spirituele thuis, die helemaal de kleur van hun nieuwe omgeving aannemen en alles uitdragen wat ‘hun’ kerk verkondigt. Ik ben een ander type bekeerling. Ik ben altijd geïnteresseerd om nieuwe werelden te verkennen die anders zijn dan de mijne. Zonder die eigenschap was ik nooit christen geworden.

Meestal als de katholieke kerk een conservatief standpunt inneemt in kwesties van seksuele moraal, zijn vrouwen en lhbt’ers het slachtoffer

REMCO VAN MULLIGEN

Een gemeenschap kan nog zo warm zijn, maar na enige tijd gaat het bij mij meestal knellen. Dan wil ik mijn horizon verbreden. Zo ging het in mijn familie - ik verhuisde niet voor niets op mijn zeventiende naar de andere kant van het land - en zo gaat het de laatste twintig jaar met mij in de christelijke wereld. Gender en seksualiteit zijn daarbij obstakels. De seksuele moraal van de Rooms-Katholieke Kerk ligt als een steen op mijn maag.

Neem de pil. Voorbehoedsmiddelen zijn nog altijd officieel verboden in de katholieke kerk. Intussen zijn echter zowat alle Europese katholieken meegegaan in de nieuwe tijd, waarin je mag genieten van seks. Vrome katholieken wurmen zich ook nu nog in de meest merkwaardige bochten (google op ‘natural family planning’ en je weet genoeg) om seks te kunnen hebben zoals de niet-katholieke buren het doen, maar dan zonder te breken met de moraal van de kerk. Dat lijkt mij zelfbedrog.

Meestal als de katholieke kerk een conservatief standpunt inneemt in kwesties van seksuele moraal, zijn vrouwen en lhbt’ers het slachtoffer. Zij ervaren de beperkingen. Het bekendste voorbeeld is de uitsluiting van vrouwen van de gewijde ambten. Ze kunnen geen priester worden. Getrouwde mannen kunnen wel diaken worden, maar getrouwde vrouwen niet. En als je als man met een niet-katholieke vrouw getrouwd bent, zal de kerk je niet tot diaken wijden. Ook als je gescheiden bent, gaan allerlei deuren voor je dicht.

Remco van Mulligen
Remco van Mulligen: 'Ik ben en blijf een zoekende christen'

Theologisch het lastigst te verteren is hoe de kerk met lhbt’ers omgaat. Zo stelde paus Franciscus transgenders - ‘gendertheorie’ - in een interview op één lijn met nucleaire wapens. Bekender is dat de kerk de liefde tussen mensen van het gelijke geslacht ‘intrinsiek ongeordend’ noemt. Daarmee kwalificeert de kerk deze liefde als ‘anders’ dan de liefde tussen een man en een vrouw. Gevolg is dat voor homoseksuele mannen die priester willen worden, strengere regels gelden.

Katholiek

Ondanks dit ben ik overtuigd katholiek. De kerk brengt veel moois: naastenliefde, solidariteit, omzien naar alles wat kwetsbaar is, zorg voor de schepping, interreligieuze dialoog en een fantastische sociale leer. Twintig eeuwen lang ging ze flexibel in op nieuwe trends en uitdagingen. Behalve als het aankomt op seksualiteit. Dan is de kerk ineens een blok graniet dat de kwetsbaren juist verplettert.

De oplossing die veel Nederlandse katholieken kiezen is: je aanvaardt de leer van de kerk, maar neemt het er in de praktijk niet zo nauw mee. Het is een oplossing die een protestant als Jan Mudde nooit zal bevredigen. Met bewonderenswaardige ijver zet hij zich in om in zijn kerk de leer te hervormen. Priester Pierre Valkering maakte dezelfde keuze. In zijn autobiografie Ontkleed niet naakt staan sprak hij over zijn worsteling zijn geaardheid te rijmen met de idealen van de kerk. En die kerk reageerde door hem te verbannen.

In mijn hart blijf ik rooms-katholiek. Ik heb die kerk niet de rug toegekeerd, ze is mijn familie

REMCO VAN MULLIGEN

Voor Valkering was het de dood of de gladiolen. Ik heb daar vorig jaar uitgebreid met hem over gesproken en dat heeft mijn respect voor zijn keuze alleen maar vergroot. Als je bepaalde delen van het geloof van de kerk maar beter kunt negeren, dan is de kans groot dat de leer op die vlakken niet deugt. De grootste uitdaging van mijn leven als christen is om de Schrift en de traditie serieus te nemen als bronnen waarin God zich laat kennen, maar tegelijk aansluiting te vinden bij de tijd.

Vier jaar kwam ik in contact met een klein reddingsbootje voor dolende katholieken en protestanten: de Oud-Katholieke Kerk. Die kerk laat zien dat de wereld niet vergaat als je getrouwde, vrouwelijke en homoseksuele priesters hebt. Integendeel. Als gezin gaan we daar naar de kerk, maar ik blijf in mijn hart rooms-katholiek. Ik heb die kerk niet de rug toegekeerd, ze is mijn familie.

Verrijking

Zeven jaar geleden zag ik in Gent filosoof en islamoloog Tariq Ramadan spreken. Een grote collegezaal zat afgeladen vol. Veel aanwezigen waren vrouw, jong en moslim. Ramadan sprak charismatisch. Ik was in een wereld die ik nog niet goed kende en hoorde een betoog over een universele, tolerante islam die ook in Europa een plek heeft. Wat me verraste, naast de samenstelling van het publiek, was hoe herkenbaar Ramadans betoog was voor mij als christen.

Sindsdien verdiep ik me meer in de islam. Mijn ervaring lijkt op wat Franciscus van Assisi overkwam toen hij in 1219 een gesprek had met sultan Malek al-Kamil, de aanvoerder van de vijand tijdens de Vijfde Kruistocht. Franciscus was zichtbaar geraakt door zijn ontmoeting met deze moslim. Hij nam islamitische inspiratie mee naar zijn jonge orde. Zo vertaalde hij de negenennegentig namen van God uit de islam naar christelijke termen. En hij wilde dat de kerkklokken vijf maal per dag gingen luiden voor het gebed.

Islamitisch feminisme
Remco van Mulligen leerde het islamitisch feminisme kennen

Voor mij is, net als voor Franciscus, de kennismaking met de islam een verrijking. Steeds vaker vragen mede-christenen mij of ik me tot de islam wil bekeren. Maar ik ben en blijf een zoekende christen. Wat zou de waarde zijn van switchen naar de status van zoekende moslim? In mijn zoeken ben ik geboeid door Tomáš Halíken Esther Maria Magnis, die schrijven over de God die zich niet laat vinden. Ik voel me verwant met Janneke Stegemans ‘onbetamelijke theologie’ en heb een mooi gesprek gevoerd met Marco Derks over queer theologie. De katholieke actie van Dorothy Day maakt me enthousiast, maar evengoed kan ik wegzinken in de contemplatieve gedachten van Bernardus van Clairvaux. De meest bijzondere band heb ik met de apostel Thomas, die ik toen ik katholiek werd aannam als mijn patroonheilige. Ik herken me in zijn kritische, empirische houding. En ik hoop dat net als hij ook ik ooit verbaasd, overdonderd, voor Jezus zal staan en zal beseffen: dit is mijn Heer en mijn God.

In dat zoeken zie ik dat ook de islam moois te bieden heeft. Ik verdiepte me in de inclusieve manier waarop in de Koran over andere religies gesproken wordt. Pluralisme zit veel sterker verankerd in de islam dan in het christendom. Regelmatig ontmoet ik jonge moslims die me vertellen hoe sterk emancipatie en gendergelijkheid in de islam verweven zijn. Ik zie een contrast dat ik als christen herken: de bronnen van het geloof zijn positief, maar in de praktijk zijn christenen, moslims en hun gemeenschappen vaak geen goede plek voor vrouwen en ronduit onveilig voor lhbt’ers.

Feminisme

Vorig jaar leerde ik het islamitisch feminisme kennen. Ik maakte kennis met de boeken van Amina Wadud, die in de jaren negentig een pionier was van deze stroming. Intussen is er een hele beweging ontstaan, die zoekt naar nieuwe manieren om met islamitische bronnen om te gaan. Enerzijds zijn er de heilige teksten, vooral de Koran, die je soms voor uitdagingen stellen. Soera 4 vers 34 stelt volgens veel interpretaties dat de man voogd is van zijn echtgenote en haar indien nodig zelfs mag slaan. Dat zijn pittige teksten. De Bijbel heeft ze ook. Hoe rijm je die met het idee dat islam voor emancipatie en gelijkheid staat? Anderzijds is er de hedendaagse werkelijkheid, waarin gendergelijkheid, mensenrechten en emancipatie belangrijke waarden zijn. Vaak lijkt het dan alsof die waarden lijnrecht tegenover de inhoud van Koran en Bijbel staan. Een groeiende groep moslims stelt, net als dominee Mudde, dat van een tegenstelling helemaal geen sprake is.

Wat zijn voor islamitische feministen de belangrijkste ‘frontlinies’? Hoe vinden ze hun weg tussen tekst en toepassing? Hadden ze ‘eureka-momenten’ waarop een nieuw inzicht doorbrak? Waar lopen ze tegenaan? Waar komen ze niet uit?

REMCO VAN MULLIGEN

Wat mij in de Oud-Katholieke Kerk aanspreekt is dat die deze spanning juist bewust laat bestaan. Het is een kerk die beweegt, verandert, zoekt, zónder die heilige teksten terzijde te schuiven. Een oud-katholiek ziet vooral de complexiteit van de werkelijkheid. Iemands positie is niet alleen van gender of geaardheid afhankelijk, maar ook van opleiding, afkomst, huidskleur en ga zo verder. Oud-katholieke theologie is in mijn ogen dan ook vooral intersectionele theologie.

Precies dit intersectionele is ook duidelijk zichtbaar bij islamitische feministen. Ze buigen zich over thema’s als racisme, mensenrechten, politiek en vrijheid. En onder islamitische feministen is er een levendig debat over hoe je met een heilige tekst als de Koran moet omgaan. Ze staan in een traditie van reformisme, die sinds een eeuw de moslimwereld allerlei nieuwe wegen in begeleidt. Wat zijn voor islamitische feministen de belangrijkste ‘frontlinies’? Hoe vinden ze hun weg tussen tekst en toepassing? Hadden ze ‘eureka-momenten’ waarop een nieuw inzicht doorbrak? Waar lopen ze tegenaan? Waar komen ze niet uit?

In een reeks interviews wil ik diverse feministen een podium geven. Daarbij reflecteer ik ook op wat hun verhalen met mij doen. Het voorbeeld van Franciscus laat treffend zien hoe diep de impact kan zijn van een kennismaking met iemand die een ander geloof heeft. Zijn gesprek met Malek al-Kamil hielp hem verder, zetten hem op een ander spoor. Dat is precies mijn hoop bij de gesprekken die ik ga voeren.

Deze tekst is onderdeel van de VOLZIN publicatie Islamitisch feminisme.

Remco van Mulligen (1981) is journalist, waarbij zijn focus op de islam ligt. Daarnaast is hij momenteel bezig een master theologie af te ronden, gericht op islam en de relatie tussen christendom en islam. Eerder promoveerde hij als historicus aan de Vrije Universiteit.