In het in mei van dit jaar bij Uitgeverij Pluim verschenen De toekomst van het sterven onderzoekt publieksfilosoof Marli Huijer onze omgang met veroudering en de dood, zowel op persoonlijk als maatschappelijk en politiek vlak.
Hoe geven we onze laatste levensfase kwaliteit? Gaat het hierbij om wat filosoof Joke Hermsen noemt Chronos, het tellen van de jaren of om Kairos, het moment waarop je aanvoelt dat de tijd is gekomen om geleidelijk afscheid te nemen van het leven? Mag de samenleving of politiek besluiten dat er grenzen zijn aan de levensduur op ecologische, sociale, culturele of politieke gronden? Hoe voorkomen we dat de politiek verengt tot het behoud van het biologische leven en geen oog heeft voor wat het menselijk leven betekenis geeft? En wat zijn de gevolgen van een langere levensduur voor mensen in arme landen, voor andere levende wezens en toekomstige generaties? Ongemakkelijke vragen, maar die een verdieping van ons leven en daarbij ook van ons sterven kunnen opleveren.
Want Huijer stelt een omgang met lijden en sterven voor die zich niet richt op behoud van welvaart, gezondheid en levensduur, maar die wel gebaseerd is op waarden die het menselijk leven en samenleven betekenisvol maken. “Investeer in sociale relaties tussen alle leeftijden, waardeer het vernieuwende van de jeugd en waardeer ook verval, lijden en sterven. Niet de zucht naar onsterfelijkheid, maar de betekenis die ouderen hebben en ervaren in het contact met anderen is doorslaggevend in het besluit over de juiste duur van het leven.” De toekomst van het sterven is een belangrijke bijdrage aan een noodzakelijk gesprek over de dood.