Vandaag, 16 september 2021, debatteert de Tweede Kamer over de afschaffing van sommige coronamaatregelen en de invoering van nieuwe. Voorbij alle regels en opinies vraagt Marinus van den Berg naar de ervaring van mensen. Hoe beleven zij de coronatijd aan eigen lijf, ziel en geest? Kunnen we het daarover hebben op een manier die verbindt en niet uitsluit?
Door Marinus van de Berg
We komen weer meer samen. In grote groepen, wenselijk of niet - de meningen verschillen sterk - en in kleine groepen. De anderhalve meter verdwijnt maar er zijn plaatsen waar die in tact blijft. Dat geeft aan sommige mensen een gevoel van veiligheid. Dat verlaagt drempels om samen te komen. Er is niet alleen angst maar ook nog altijd gevaar om besmet te raken of een ander te besmetten.
Er zijn plaatsen waar je samen kunt komen zonder een pasje te moeten tonen. Je kunt vaccinatie als een vorm van verantwoordelijkheid beschouwen, maar er kunnen allerlei redenen zijn die iemand tot die stap belemmeren. De ongevaccineerden krijgen namen als weigeraars, complotdenkers, wappies maar misschien is dat allemaal te snel door de bocht. Hoe kunnen we met elkaar leven zonder elkaar uit te sluiten is een vraag voor iedereen.
Paradoxen
Sinds april 2020 ontmoette ik meer dan 100 revaliderende covidpatiënten. Ze voelden zich ernstig tekort gedaan als anderen van “maar een griepje" spraken. Het zelfde hoorde ik van mensen uit de zorg. Het was en is een zeer heftig gebeuren dat diep in hun privéleven kan ingrijpen. Dat wordt vooral duidelijker als je meer aandacht voor de verhalen krijgt dan voor meningen.
Ik had de kans om met een aantal mensen in een kleine groep (gemiddeld 12), in een ruimte met afstand, te luisteren naar hun verhalen. De vraag was: “Hoe was de coronatijd voor jou, voor u.” Sommigen vertelden het goede van die tijd, maar bijna alle verhalen hadden ook minder goede kanten. Er waren paradoxen zoals door de coronatijd ben ik aan mijn rouw, aan mezelf toegekomen. Verjaardagen werden kleiner gevierd en leidden tot betere gesprekken, maar je zag elkaar ook veel minder. Iemand had, na de dood van haar man, zoals ze zei, een mooi cultureel programma samengesteld: muziek, film theater (uit goed voor u) en toen ging alles dicht. “Toen kwam corona en alles was voorbij”, zei iemand.
Er waren ook mensen die zeiden: “Ik mag niet klagen, maar als ze gingen vertellen, was te horen dat hun ervaring meer was dan een klein ongemak.” De meeste groepen kwamen voor het eerst weer samen. Doorgaan - de draad weer oppakken - alsof er niets gebeurd was, leek wel een wens, maar dan een wens die schuurde. Elkaar vertellen van de voorbije tijd was aanvankelijk niet geagendeerd, maar toen het het eerste agendapunt werd, was dat een verademing en bracht het verbinding. Ieder mocht zijn verhaal doen met de gouden regel: we doen niet aan leed-concurrentie.
Vereenzaming
Het virus heeft gewerkt als een aardbeving, heeft meetbare, zichtbare en nog meer onzichtbare scheuren te weeg gebracht. Het heeft vereenzaming op vele manieren versterkt. Binnenkort is weer 'de week tegen de eenzaamheid', maar dat stuit me steeds meer tegen de borst. Ik vrees dat het eerder meer dan minder eenzaamheid brengt, omdat het accent op 'doen' ligt en op een eenzijdige beeldvorming op wat eenzaamheid is. Ik vrees de idee dat alles oplosbaar is. Er is een andere ruimte nodig. De ruimte waarin met behoud van afstand (letterlijk en figuurlijk) ervaringen gedeeld kunnen worden.
Ik stelde me voor hoe in kerken de banken opzij zouden worden gezet of zouden worden vervangen door stoelen, opgesteld in een kring, met niets in het midden, hooguit een lage ovalen tafel, zodat je elkaar goed kunt zien. Er komt een uitnodiging aan eenieder die wil komen. Er is een gespreksleider die opent en leidt: hoe was (en is) deze tijd voor jou, hoe kon je ermee omgaan?
Verbinden
Mensen kunnen elkaar inspireren. Dat kan op het werk, maar ook in kerken. Ik las een klacht over het zwijgen van de kerken. Zwijgen kan goud zijn als het ruimte schept om te luisteren naar wie deze coronatijd aan lijf, ziel en geest ervaren. Corona brengt meer lijden dan we weten. Er is een nieuwe paradox: het behoud van de ander halve meter kan een veilige ruimte scheppen om elkaar nabij te zijn. Mijn vraag is hoe we meer verbinden dan uitsluiten?