In een wereld en tijd waarin de mensheid zo overheersend aanwezig is, dat zij aan haar succes ten onder dreigt te gaan, probeert Paulien van Bohemen een stapje terug te doen en te luisteren naar het geheim der dingen zelf. Wat hebben zij óns te vertellen? Deze keer: de dood. "Zodra mensen erachter komen hoe ik heet, willen ze niks meer met me te maken hebben."

Door Paulien van Bohemen

Ik ben geen ruziezoeker. Toch mogen ze me niet. Buren groeten me vrijwel nooit, kijken weg als ze me zien en lopen met een grote boog om me heen. Ik krijg nauwelijks visite. Voor buurtfeesten krijg ik nooit een uitnodiging. Ze praten over me, zeggen tegen elkaar dat ze uit mijn buurt moeten blijven. Maar bedreigen doen ze me niet. Want uiteindelijk zijn de meesten bang voor me. Zogezegd woon ik hier wel veilig.

Ach ja, ik probeer er het beste van te maken, want verhuizen heeft geen zin. Overal is het hetzelfde liedje. Zodra mensen erachter komen hoe ik heet (Dood) willen ze niks meer met me te maken hebben. Dus schoffel ik maar wat in mijn achtertuintje en geniet ik van het opkomend groen.

Weet je wat het is? Er komt voor de álle buren eens de dag dat ze niet meer om me heen kunnen. Dat ik onomkeerbaar hun huis binnenkom. Zachtjes, plotseling of met geweld. Ik ben geen dreigement, ik ben realiteit. Dat ben ik, de dood. Dat ik onontkoombaar ben, creëert twee soorten mensen. Ten eerste de mensen die mij stug blijven negeren. Zij, die hardnekkig doen alsof ik er niet ben en daar alle energie in steken. Zij sluiten hun ogen. Dat zijn er veel, dat zijn de meesten.
De tweede groep mensen snijdt mij weg uit hun leven, omdat ze niks van me begrijpen. Ze hebben me weleens gezien, bij andere mensen, maar weten niet wat ze met me aan moeten. Onwetend en angstig duwen ze mij weg. Door hun wimpers gluren ze naar me, om vervolgens snel hun ogen te sluiten. Ook hier zijn er velen van.

Maar, maar. De uitzondering op de regel is een handjevol mensen, dat mij min of meer accepteert. Héél af en toe kom ik ze tegen. Buurtjes, die niet zitten te wachten op een buurman als ik, maar zich realiseren, dat ze wel met me moeten samenleven. Omdat ik niet wegga. Die dappere buren groeten mij, een enkele durfal komt één keertje op de koffie. Er zijn een paar mensen, die me recht in de ogen durven kijken.

Deze wijze buurgenoten beseffen: als je pertinent geen contact wil met je buurman, zal je ‘m vroeg of laat als een last gaan beschouwen.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.