Operazangeres Anja Silja is niet alleen trouw aan zichzelf, maar ook aan de kunstwerken die zij vertolkte, aldus Eric Corsius. Haar kennismaking met de 'Dialogues des Carmélites’ van Francis Poulenc leidde tot haar toenadering en bekering tot het katholicisme. In de toenmalige paus Benedictus de XVI herkende zij haar eigen artistieke ideaal: "bescheidenheid, doordachtheid en ‘minimalisme’". 

Door Eric Corsius

Aan kunst en religie wordt één zelfde eis gesteld. Ze moeten geloofwaardig zijn. Dat kan verschillend worden ingevuld. In onze tijd is geloofwaardigheid vooral iets subjectiefs. De kunstenaar of de vertegenwoordiger van de religie moeten als persoon doorzichtig zijn. Wat ze zeggen en doen moet overeenkomen met wat ze diep van binnen zijn. Er is echter ook een objectieve vorm van authenticiteit of geloofwaardigheid. Het gaat er dan om, dat de kunstenaar of de religieuze representant transparant is voor de zaak. Hij of zij moet eerlijk zijn ten opzichte van de inhoud, ook als dat de eigen persoon misschien wat laat verbleken.

Anja Silja

Beide vormen van authenticiteit kenmerken de operazangeres Anja Silja, die onlangs haar tachtigste verjaardag vierde. Silja begon op zeer jonge leeftijd te zingen en trad tot voor kort op. Daardoor is ze bekend bij meerdere generaties en vertegenwoordigt ze een lange periode van de operageschiedenis. Haar eerlijkheid begint er al mee, dat ze openhartig is over haar leeftijd (voor een operadiva zeer ongebruikelijk). Door zorgvuldig en hard te oefenen en te werken, is haar stem in vorm gebleven – want de eerlijkheid gebiedt om te zeggen, dat zingen ook lichamelijke arbeid is, die biologische grondslagen heeft. De stemband is immers een spier. Silja is echter niet alleen als persoon, maar ook als podiumkunstenares eerlijk en authentiek.

Bij Silja betekent dit op de eerste plaats, dat de kunstenaar ‘zijn of haar leven in de kunst inbrengt’. Ze heeft dan ook alleen rollen gezongen, waarbij het publiek haar kon blijven geloven. Naarmate ze ouder werd, weigerde ze om jonge vrouwen te spelen. Een vrouw van vijftig, die één van de vele onschuldige meisjes speelt, die het genre opera kent, werkt even lachwekkend als de zestigjarige man die een ‘jonge god’ vertolkt. Er bleven genoeg rollen over, die haar op lijf waren geschreven en waarin ze ook haar levenservaring kon inbrengen. De jonge Silja speelde de demonische puber Salomé in de gelijknamige opera van Strauss en de rijpe Silja zong daarin de rol van de decadente koningin Herodias, om maar een voorbeeld te noemen. Haar repertoire groeide en rijpte met haar mee, als het ware, zodat ze tot voor kort nog optrad. De rode draad daarin was het expressionistische genre, waarin het niet op de eerste plaats gaat om zoetgevooisd-zijn, doch ook om acteertalent, tekstbehandeling en voordracht.

Objectieve eerlijkheid

De keerzijde van deze ‘subjectieve’ authenticiteit is echter Silja’s eerbiedige houding van ‘objectieve’ eerlijkheid. Het is haar uiteindelijk nooit gegaan om het tentoonstellen van haar eigen persoon. Het recht doen aan de personages heeft altijd voorop gestaan. Die laatste moeten goed uit de verf komen en de vertolkster mag hun niet in de weg staan met haar eigen profileringsdrang. Dit maakt haar overigens ook kritisch jegens regisseurs, die de opera’s onherkenbaar maken met hun opdringerige ensceneringen.

Katholicisme

Als vooraanstaande operazangeres is Silja een vrouw van de wereld: gewend om in het centrum te staan en om het middelpunt te vormen van een indrukwekkend netwerk van intendanten, dirigenten en kunstenaars. Tegelijk zijn voor haar inkeer, verstilling en spiritualiteit onontbeerlijk. Vrij laat in haar carrière leerde ze de ‘Dialogues des Carmélites’ van de bekeerling Francis Poulenc kennen. Het leidde tot een toenadering en bekering tot het katholicisme. Het was in de tijd dat Benedictus XVI aan het roer stond. Ze herkende in hem haar eigen artistieke ideaal: bescheidenheid, doordachtheid en ‘minimalisme’, zoals ze het zelf ooit formuleerde. De kunstenares maakte hiermee een compliment aan een religieus leider voor zijn ‘objectieve transparantie’, zijn eerbied voor de zaak, waarvoor de persoon moet wijken. Tegelijk is het een blijvend actueel appel. Een appel om kritisch te zijn jegens elke vorm van zelf-enscenering, een verleiding die zowel in de kunst als in de religie altijd weer op de loer ligt.

 

https://youtu.be/ZRQoVnO2m8w

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.