“Laat je geloof minder een theorie zijn en meer een liefdesaffaire.” Die oneliner van de grote katholieke schrijver Gilbert Keith Chesterton, vindt Anton de Wit (1979) prachtig. De hoofdredacteur van Katholiek Nieuwsblad noemt ‘Orthodoxie’ van deze Britse ‘prins van de paradoxen’ en ‘apostel van de common sense’, zijn favoriete boek. Op Chestertons boeken over ‘Father Brown’ is de bekende gelijknamige detective-serie gebaseerd.
Door Cees Veltman
“Toen ik Chesterton voor het eerst las, als vroege twintiger, had ik er moeite mee, maar later heeft hij voortdurend mijn geloof gevormd. Ik ontdekte door zijn boeken dat ik niet zo onchristelijk was als ik dacht. Hij verdedigde het katholicisme als bekeerling met zoveel bravoure dat het iets in mij prikkelde. Wat hij over orthodoxie en spiritualiteit schrijft, tegen de modes van zijn tijd in, was een eyeopener voor me. Met zijn humor, tegendraadsheid en liefde voor paradoxen raakt hij volgens mij het hart van het christendom. Het zou niets worden met het christendom, zei hij bijvoorbeeld. Aan de voet van het Jezus’ kruis staand, moeten de mensen dat al hebben gedacht. Zijn daadkrachtige analyse is echter dat het een dwaze illusie is om te denken dat we het zonder christendom kunnen stellen.
Steeds als ik het boek herlees, maakt het weer een diepe indruk op me en is het tegelijk een feest van herkenning. Ik lees er af en toe stukken in. Dat vind ik een goede manier om een boek te lezen. Niet van kaft tot kaft, want dat is een belediging voor een boek, een rare gewoonte waar we ooit mee zijn begonnen uit gebrek aan fantasie. Je kunt beter herlezen waar een boek toevallig openvalt. Dan merk je wel of de voorzienigheid je er iets mee wil zeggen.
Ik lees een boek niet zoals oud-politicus Frits Bolkestein die elke bladzij uitscheurde als hij die had gelezen. Dat was natuurlijk provocatief bedoeld, maar het is wel typisch de blik van een VVD’er die de werkelijkheid sowieso niet zo goed begrijpt met dat rare liberale denken dat doelmatigheid boven menselijkheid plaatst. Als je een boek zo behandelt, snap je de sacramentele betekenis ervan niet. Een boek is een bezield object, een vindplaats van het goddelijke.
Blik van een kind
Wat me in dit boek speciaal aantrekt en waar ik me het meest aan heb opgetrokken, is Chestertons
vermogen om op een sprankelende en geestige manier het bekende als iets onbekends te benaderen. Zijn boek beschrijft een ontdekkingsreis die hem door een navigatiefout gewoon weer in Engeland brengt, maar hij doet net alsof hij op een vreemd eiland is terechtgekomen en probeert met handen en voeten gebarend contact te maken met de inboorlingen en hun gebruiken te begrijpen.
Chesterton is nieuwsgierig en onbevangen in zijn gedegen denken dat zich in een lange traditie plaatst, maar tegelijkertijd herontdekt hij die traditie als iets volkomen nieuws, steeds als met de blik van een kind. Zo komt hij tot verrassende, originele inzichten. Dat is een houding die ik herken. Bij het schrijven van columns, essays en langere stukken betrap ik me er soms op te denken: hoe zou Chesterton dit aanpakken?
Het is heerlijk te zien hoe hij de dingen op hun kop zet en op een onverwachte manier tegen iets aankijkt. Hij propageerde het heldere denken. Laten we de dingen nu eens nuchter bezien, zei hij steeds, en niet vanuit vooringenomenheden. Hij grossierde in geestige oneliners zoals over de dief die zoveel respect heeft voor persoonlijke eigendommen dat hij er zoveel mogelijk van wil hebben.
Religie als liefdesaffaire
Tegenover de in het Westen gebruikelijk intellectuele manier van omgang met het geloof met uitgebreide theorieën, wilde hij religie liever zien als een liefdesaffaire. Hij wees er ook op dat Jezus gelachen moet hebben, ook al vermeldt het Nieuwe Testament er niets over. Op de momenten dat Jezus zich terugtrekt, de berg op gaat of de woestijn intrekt, moet het hilarische van alles wat er gebeurde hem overvallen hebben. Hij moet een diepe lach hebben gehad. Jezus was meer een nar dan een heel ernstige figuur omdat hij alles op z’n kop zet met uitspraken als: de eersten zullen de laatsten zijn.
Chestertons boek laat zien dat het christendom de best grap is ooit verteld. Tegenover de loden ernst van het jansenisme en het calvinisme laat hij het christendom lachen. Het verhaal van de menswording van Christus kun je niet begrijpen als je geen gevoel voor humor hebt, denk ik. Als je daar aanstoot aan neemt, neem je de grap van het christendom niet ernstig genoeg. Chesterton plaatste humor centraal in de geloofsbeleving. Voor hem gaan humor en heiligheid samen. Dat doorvoel ik sterk, het is een wezenstrek van mijn spiritualiteit en religiositeit geworden. Humor staat ook in mijn mensbeeld, godsbeeld en wereldbeeld centraal. De grap van de paradox, de diepe mystiek van het ergens om kunnen lachen, is essentieel.
Helaas wordt humor in de Nederlandse cultuur miskend als een soort extraatje, een bijverschijnsel. Dat zie je ook in de waardering van een andere literaire held van me – een onmiskenbare geestverwant van Chesterton – Godfried Bomans. Die werd als een goedkope grappenmaker weggezet omdat hij ontzettend geestig schreef. Maar ik zie hem – met zijn sprankelende sprookjes en ironische vertellingen – als de grootste mysticus die de Nederlandse literatuur de laatste eeuw heeft voortgebracht.
“Humor is overwonnen droefheid”, zei Bomans met een chestertoniaanse paradox. De geestigheid van schrijvers als Bomans en Chesterton is niet oppervlakkig of naïef. Ook Chesterton had oog voor het lijden in de wereld. Hij heeft veel tragiek in zijn eigen leven gekend. Hij en zijn vrouw bleven ongewenst kinderloos. Zijn vrouw leed daardoor aan zware depressies. Het is niet ondanks zijn lijden dat hij een groot gevoel voor humor had, maar dankzij.”
---------------------
Gilbert Keith Chesterton, Orthodoxie, Kok, 224 blz., € 19,90