“Ik ben opgevoed met een benauwend christelijk geloof, maar Merijntje nog meer”, zegt Dirk van de Glind, de Apeldoornse auteur en oud-docent levensbeschouwing over de serie Merijntje Gijzen van A.M. de Jong, zijn favoriet. Deze bekendste Nederlandse streekromancyclus, waarvan ruim een miljoen exemplaren zijn verkocht, heeft autobiografische trekken.

Door Cees Veltman

“De cover van het boek is al mooi omdat het de ontwikkeling van Merijntje raak tekent. Je ziet Merijntje het dichtst afgebeeld bij de kerk in het dorpje waar hij vandaan komt. Zijn grote vriend Flierefluiter neemt hem mee de wereld in. Als je het boek omdraait, zie je een rivier. Merijntje realiseert zich bij het zien van een boot op die rivier dat de wereld veel groter moet zijn dan zijn kleine wereld met veel sociaal onrecht, gesanctioneerd door een kerk die de sociale ellende van toen Gods wil noemde.

Hermann Hesse en Thomas Mann behoren eveneens tot mijn favorieten, maar mijn eerste liefde is toch het werk van A.M. de Jong. De schrijvers hebben in dezelfde tijd geleefd. De Jong had een korter leven. Hij werd in 1943 door de nazi’s bij zijn voordeur vermoord omdat hij zich verzette tegen de Duitsers. Zijn verzet was geweldloos, want hij wist dat je op een griezelige manier verandert als je een wapen draagt. Dan waan je je onoverwinnelijk.

De Jong is het jochie Merijntje, maar ook Flierefluiter. Je volgt zijn ontwikkeling. Hij groeide op in schrijnende armoede, in een gezin met 13 kinderen, van wie er maar drie de sociale ellende hebben overleefd, onder wie hijzelf. Net als Merijntje is De Jong naar Rotterdam verhuisd. In Delft kreeg zijn vader een baantje bij een houtzagerij waar zijn loon in stukloon werd gewijzigd waardoor hij nog harder moest werken om hetzelfde loon te krijgen. Zijn ouders konden het schoolgeld niet meer betalen. De Jong werd naar huis gestuurd. Op de gevel van zijn school stond een Christusbeeld met uitgebreide armen met de tekst: ‘Laat de kinderen tot mij komen’. Maar er stond niet bij dat de kinderen dan eerst twee dubbeltjes moesten betalen.

Bevrijd

Zelf ben ik ook opgevoed met een benauwend christelijk geloof en met doemdenken over Gods wil. De kans dat je in de hemel terecht kwam, was niet ontzettend groot, want je was slecht. Genieten van het leven, zomaar blij zijn? Nee, ik heb als kind niet leren genieten. Merijntje wordt door Flierefluiter op een mooie manier uit die sfeer bevrijd en gaat met andere ogen naar de wereld kijken, naar kunst en cultuur en naar de natuur. ‘Leren jullie op school eigenlijk wel welke vogeltjes er bij ons zijn en hoe ze zingen en vliegen’, vraagt Flierefluiter hem.

Als Merijntje twijfelt over Gods zichtbaarheid, is zijn antwoord: je ziet hem elke dag, overal om je heen. Maar dan is ook de duvel overal te zien, vindt Merijntje. Zo praten ze samen veel over God. Het zijn gesprekken met een grote schoonheid. Er zit altijd een twist van humor in. Het getuigt van pedagogisch inzicht dat Flierefluiter precies zoveel aanreikt als Merijntje aan kan. Als docent levensbeschouwing heb ik gemerkt dat dat een goede methode is om leerlingen aan het denken te zetten.

De Jong heeft zijn geloof niet vaarwelgezegd, maar is tot een pantheïstisch godsbesef gekomen. Ontroerend mooi. Het is in lijn met Hermann Hesse en met Thomas Mann die een romancyclus over Jozef schreef. En dat in een tijd dat het jodendom werd veracht door de nazi’s. Menselijkheid heeft bij Mann altijd te maken met het goddelijke, met het heilige en met het onvervreemdbare dat je als mens in je hebt. Dat kom ik ook bij De Jong sterk tegen. Je ziet zijn diepe verwondering over het leven, waarin het transcendente aanwezig is, zin voor het hogere waar je je vinger niet achter krijgt.

Een ontroerend verhaal in het boek is het overlijden van Flierefluiter. Merijntje praat met een pastoor over het zielenheil van de ‘ongelovige’ Flierefluiter. De pastoor noemt Flierefluiter een heilige omdat hij zich met huid en haar heeft overgegeven aan een god waarin hij gelooft. Meer heeft Onze Lieve Heer nog nooit van een mens gevraagd, zegt de pastoor. Dat inzicht biedt een ruimte en vrijheid die ik ontroerend vind.

Christelijke politici

In de Eerste Wereldoorlog was De Jong Landstormman. In zijn boek over die tijd kritiseert hij de autoritaire sfeer in het leger, het op strepen gaan staan wat je in het normale leven niet tegenkomt. In 1939 veroorzaakte hij herrie tot in de Tweede Kamer toe met zijn geschrift ‘De dans op de vulkaan’. Daarin riep hij op tot een ruimhartige behandeling van Duitse joden die naar Nederland wilden vluchten maar bij de grens werden tegengehouden. Hij verzette zich fel tegen christelijke politici die hun verantwoordelijkheid niet namen: ‘Waar in het evangelie staat dat je eerst moet gaan rekenen, om vervolgens je barmhartigheid aan te passen aan de uitkomst van de calculatie? Voor God en uw geweten zijt ge verantwoordelijk, Excellenties. O ja, Excellenties, dat zijt gij wel, voor uw geweten en uw God zijt gij dat wel. En zo gij die verantwoordelijkheid loochent, noem u dan geen christen meer, want Christus zal u uitspugen om uw lauwheid en uw armhartigheid.’

Politieke pamflet

De Jong schrijft in dat politieke pamflet zo goed over dictatuur en democratie dat het opnieuw uitgebracht zou moeten worden. Hij was een volbloed democraat en socialist die zag aankomen dat mensen die het voor het zeggen kregen, zich weer zouden gaan beroepen op privileges en de grote massa in armoede zouden achterlaten.

Merijntje bekeert zich tot het socialisme, wat in die tijd voor een room-katholiek niet gebruikelijk was. In die kring werden sociaaldemocraten ‘smerige rooien’ genoemd. Merijntje hoort een keer een socialist spreken - waarschijnlijk was het Domela Nieuwenhuis - en vraagt zich af: was dit nu het verspreiden van haat? Ja, haat tegen het kwade! Brandende liefde voor de medemens!

De Jong komt tot de conclusie dat Jezus in de kerk Gods zoon heette te zijn, maar jammer genoeg gold dat alleen voor Jezus, terwijl Jezus wilde zeggen: iedereen is Gods kind. Jezus was door de kerk zo sterk ‘zoon van God’ geworden dat hij een heerser werd die in slavernij gehoorzaamd moest worden. Ik heb veel van De Jongs boeken geleerd. In mijn ontwikkeling is De Jong een grote factor geweest.”


A.M. de Jong, ‘Merijntje Gijzens jeugd en jonge jaren’, Querido, 1171 blz., € 13,95

A.M. de Jong, ‘Notities van een landstormman’, Querido, 303 blz., € 8,45

A.M. de Jong, ‘De dans op de vulkaan’, Querido, politiek pamflet, 32 blz., gratis te downloaden

 

 

Dirk van de Glind, ‘Leef wat je bent’, Morgenland Uitgeverij, 300 blz., € 19,95

Dirk van de Glind, ‘Het lef om in liefde te leven. Jezus zonder vrome praatjes’, Morgenland Uitgeverij,    blz., € 19,95

Dirk van de Glind, ‘Volwassen geloven en denken’, Morgenland Uitgeverij, 250 blz., €19,95

www.dirkvandeglind.nl

 


De eerste speelfilm Merijntje Gijzen's Jeugd (1936). In 1973 werd onder de titel Merijntje Gijzens jeugd een televisieserie gemaakt.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.