Het mag verbazing wekken dat toonaangevende componisten voor het merendeel Europese heteromannen zijn. Hoog tijd dat de diversiteit van de wereldsamenleving ook in de klassieke muziek tot uitdrukking komt. Mooi voorbeeld, vindt Eric Corsius, is zangeres en podiumkunstenaar Nora Fischer.

Door Eric Corsius

“Bach is een dominante, witte, oude man.” Met deze uitspraak doel ik niet op de mens Johann Sebastiaan Bach, die als familievader en kunstenaar een sterke en dwingende persoonlijkheid was. Ik citeer hiermee een nieuwe vorm van kritiek, die de gevestigde klassieke muziek momenteel te verduren krijgt. Lagen tot voor kort veel uitvoerende musici en dirigenten onder vuur vanwege de MeToo-beweging, nu hebben ook het diversiteits- en identiteitsdenken de klassieke muziek ontdekt als doelwit. Is het immers terecht, dat de ‘canon’ van de muziek wordt gedomineerd door mannen uit het Westen? Bepalen deze brompotten voor ons wat ‘klassiek’ is?

Europese heteromannen

Inderdaad wekt het verbazing, dat toonaangevende componisten voor het merendeel Europese heteromannen zijn. Geniale en getalenteerde vrouwen als Amy Beach, Clara Schumann en Lili Boulanger worden inmiddels wel op waarde geschat en rond homoseksuele toondichters als Tsjaikowski, Poulenc en Bernstein hangt zelfs een zekere romantiek. Zwarte componisten zijn echter vooral bekend als boegbeeld van een bepaald genre, zoals Scott Joplin, de uitvinder van de ragtime. Wie kent echter, om maar iemand te noemen, de zwarte Amerikaanse componiste Florence Beatrice Smith Price? Hoog tijd dus, dat de diversiteit van de wereldsamenleving ook tot uitdrukking komt in de canon van de klassieke muziek. Dit wordt gelukkig langzaam maar zeker ook merkbaar in de programmering van musici, podia en CD-labels.

Koddige vormen

Het denken in termen van representatie kan echter koddige vormen aannemen, bijvoorbeeld als er wordt geëist dat in lesprogramma’s Bachs muziek op één niveau wordt geplaatst met rap en reggae. Bijzonder bedenkelijk wordt het, als de troefkaart wordt gespeeld van ‘culturele toe-eigening’: een denkschema dat stelt, dat ik niet het perspectief van mensen met een andere ‘identiteit’ kan innemen en dus ook van ‘hun’ cultuur moet afblijven. Iedere groep heeft het alleenvertoningsrecht van haar eigen kunstuitingen. Witte mensen moeten afblijven van zwarte muziekgenres (wat dat ook is), bijvoorbeeld.

Ik wil hier niet filosofisch op ingaan, al is het verleidelijk om in dit verband te wijzen op het onderliggende essentialistische mensbeeld, dat mensen vastlegt op een identiteit – iets wat wij in de afgelopen eeuw hebben afgeleerd. Of moeten we terug naar F. Buytendijks beruchte boek De Vrouw en naar de romantisering van de ‘natuurmens’? Daarover echter misschien een andere keer. Nu wil ik de thematiek bekijken vanuit de kunst en de cultuur. Want juist hier zien we een beweging, die diversiteit niet statisch en mechanisch toepast als een meetlat of keurslijf, maar deze diversiteit leeft en viert als een innerlijke bevrijding.

Nora Fischer

Een goed voorbeeld vind ik de zangeres en podiumkunstenaar Nora Fischer. Zij is de vleesgeworden diversiteit. Ze komt uit een muzikaal nest, waarin het verleggen van grenzen de gewoonste zaak van de wereld is. Zelf heeft ze, vanaf het begin van haar loopbaan, geweigerd om zich vast te leggen op één genre en op één stijl van zingen. Ze is van meerdere markten thuis en bespeelt meerdere genres: los van elkaar, maar ook in combinatie. Ze treedt op als zangeres van klassieke liederen van Ravel of als popmusica. Maar ze neemt ook deel aan projecten, waarin de genres en stijlen worden gemengd en waarin zo een nieuwe synthese ontstaat, zoals in de muziek van Morris Kliphuis of, zeer recent, Louis Andriessen.

Voor Fischer staan natuurlijkheid en oprechtheid, vrijheid en creativiteit, grensoverschrijding en verrassende combinatie voorop – ook als ze daarmee botst met de codes en gebruiken van de muziekwereld. Ze vindt, zoals ze zelf zegt “alles interessant, zeker als de dingen een beetje vreemd zijn”. “Ik wil niet kiezen.” Dit volstrekt gebrek aan krampachtigheid en monomanie legt haar geen windeieren. Ze is inmiddels een gevierd en geliefd kunstenaar, met wie onderling heel verschillende collega’s graag samenwerken.

In haarzelf

Nora Fischer doet niet aan diversiteit als een politiek spel van verdelen en heersen. De diversiteit zit in haarzelf. Ze laat zich niet opsluiten in een ‘identiteit’, maar getuigt ervan dat een kunstenaar op haar best is, als ze identiteitsdenken afzweert en lucht geeft aan de vele stemmen in haar zelf. Dat laatste doet Nora Fischer figuurlijk en letterlijk. Het is bevrijdend. Een verademing.

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.