Inmiddels is het een grote hit, het boek van Rutger Bregman dat het beeld van de mens als roofdier ontmythologiseert. Waarom willen we zo graag geloven in de slechtheid van de mens? Is het uit gemakzucht zoals Bregman suggereert? Lisette Thooft denkt aan iets anders: op de een of andere manier ontlenen we een vreemd soort plezier aan verhalen over angst, gevaar en destructie?
Door Lisette Thooft
Zijn wij onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Welnee. Wij zijn juist geëvolueerd tot mens door onze neiging tot samenwerken en dankzij onze transparante emoties: the survival of the friendliest.
We zijn geen engeltjes. Maar het clichébeeld van de mens als roofdier waarin beschaving slechts een dun laagje vernis is, blijkt niet houdbaar, als je beter naar de feiten kijkt. Dat stelt Rutger Bregman, domineeszoon en ooit lid van een christelijke studentenvereniging, in zijn bestseller De meeste mensen deugen. Het vuistdikke boek leest als een trein, staat vol onverwachte onthullingen en bijzondere verhalen, en verdient het om verplichte literatuur te worden van elke mensgerichte opleiding. Het is een heerlijk boek, dat overtuigend de vloer aanveegt met het inktzwarte mensbeeld waaraan wij zo verknocht lijken te zijn.
Nocebo
Bregman heeft het allemaal haarfijn uitgezocht. Psychologische experimenten die leken aan te tonen hoe makkelijk mensen tot sadisme kunnen vervallen, bleken sterk gemanipuleerd. Allerlei soorten rampen blijken keer op keer het beste in ons naar boven te halen, niet het slechtste. En het wordt hoog tijd dat we dat beseffen, want het oude geloof in onze slechtheid is schadelijk. Het werkt als een nocebo – de tegenhanger van de placebo: een negatieve zelfvervullende profetie.
“Toen moderne economen ervan uitgingen dat we ten diepste egoïsten zijn, gingen ze beleid adviseren dat dit egoïsme naar boven haalde. Toen politici ervan overtuigd raakten dat politiek een cynisch spel is, wérd het ook een cynisch spel.”
Gemakzucht
Waarom is een negatief mensbeeld zo aantrekkelijk dat het niet alleen in religieuze maar ook in wereldse kringen zo is aangeslagen?
“Ik vermoed dat het in de eerste plaats gemakzucht is,” schrijft Bregman. “Het geloof in onze verdorvenheid is op een vreemde manier geruststellend. Eigenlijk pleit het ons vrij. Als de meeste mensen niet deugen, dan hebben verzet en engagement ook niet veel zin.” Zelf deinst hij niet terug voor engagement, heeft hij al diverse malen laten zien, met zijn pleidooi voor het basisinkomen en zijn inmiddels wereldberoemde roep om eerlijker belastingheffing.
Angstaanjagende verhalen
Willen we wel gerustgesteld worden? Er lijkt juist een enorme aantrekkingskracht uit te gaan van angst, van gevaar en destructie. Het merendeel van romans en films die goed verkopen, vertelt angstaanjagende verhalen. Alsof lezers en kijkers het liefst verpletterd en gedeprimeerd willen worden, bij wijze van amusement. Ook andere vormen van kunst moeten vooral ‘ontregelend’ zijn, ‘overweldigend’ of ‘verontrustend’, willen ze waardering oogsten. Vervelen we ons anders in tijden van vrede en overvloed? Het lijken me belangrijke vragen, de moeite van het onderzoeken waard.
Maar intussen staat De meeste mensen deugen al weken op nummer één van de bestsellertoptien. En dat vertelt een heel ander verhaal.