Motivaction onderzocht hoe Nederlanders aankijken tegen de ramadan en het inwisselen van vrije dagen. Eid al-Fitr, het feest aan het eind van de ramadan, is bij vrijwel alle Nederlanders inmiddels bekend. Van de 1026 deelnemers aan dit onderzoek heeft 40 procent vrienden, collega’s of buren die dit feest vieren.
Tolerantie
Het lijkt erop dat de kennis van de islam steeds meer toeneemt en dat hierdoor ook de houding tegenover de ramadan positiever wordt, vertelt onderzoeker Ahmed Ait Moha. Op dit moment heeft 75 procent er geen probleem mee als moslims vasten tijdens de ramadan, zes jaar geleden was dit nog 71 procent. Ook bewondert 44 procent van de Nederlanders het als moslims vasten - ook dat is meer dan de 38 procent van zes jaar geleden.
“Men heeft nu iets meer vrienden en collega’s die aan de ramadan doen”, vertelt Ait Moha als verklaring voor de positievere houding bij de gemiddelde Nederlander. “Maar ik denk dat daarnaast ook de grotere aandacht voor de ramadan in de media daar een bijdrage aan levert.”
Dat wil niet zeggen dat de tolerantie op alle vlakken groot is. Zo heeft een op de drie Nederlanders liever niet dat premier Mark Rutte moslims een goed Suikerfeest (“Eid Mubarak”) wenst. Waarom zij dat niet willen, is tijdens dit onderzoek niet gevraagd. Ait Moha: “Maar uit andere vragen valt op te maken dat een kwart van de Nederlanders überhaupt niet wil dat de premier dergelijke felicitaties doet voor religieuze feestdagen. De scheiding tussen kerk en staat lijkt een rol te spelen.”
Vrije dag
Nederlanders zijn wel positiever over bedrijven die hun medewerkers een mooi Eid al-Fitr wensen: 44 procent vindt dit goed. Vaak keert daarnaast de vraag terug of moslims recht moeten hebben op een vrije dag tijdens dit feest. Slechts 34 procent vindt dit een goed idee, terwijl 38 procent er juist op tegen is.
Nog minder mensen vinden dat Eid al-Fitr een vrije dag moet zijn voor alle Nederlanders: 16 procent is hier voorstander van. Veel meer draagvlak is er voor het algemene idee dat mensen een christelijke feestdag moeten kunnen “inruilen” voor een vrije dag naar keuze. Op die alternatieve “feestdag” moet hun baas hen desgewenst vrij geven. Hier is 52 procent van de mensen voorstander van.
Het gaat dan echt om een feestdag naar keuze, vertelt Ait Moha. “Dat kan ook je verjaardag zijn.” Het draagvlak is volgens hem groter omdat het in dit geval om een universele aanpassing van de feestdagen gaat, waarbij ieder zijn eigen voorkeur mag meenemen. Het hoeft dan niet per se om Suikerfeest te gaan. “Iedereen kan er gebruik van maken.”