"Ik kan niets meer zelf, maar wel voor jullie bidden." Deze woorden van een oude vrouw in het verpleeghuis zijn Marinus van den Berg altijd bijgebleven. En hij moet er aan denken nu beelden van de oorlog maar blijven komen. 

Door Marinus van den Berg

Waar eens kinderen, vrouwen, mannen en jongens vertrokken om weg te zijn uit een land waarin ze geen toekomst zagen, daar vertrekken vandaag weer vrouwen en mannen, ingescheept voor een cruise naar Ierland en Noorwegen. Over enkelen weken zullen ze weer terug zijn..

Het is nog een mooie nazomermiddag om een rondje Katendrecht te lopen, langs de SS Rotterdam, die niet meer zal uitvaren. Op een terras van Fenix aan de Rijnhaven praat ik even met een jonge medewerkster, haar weekendbaantje. Ze is eind-VWO en wil daarna naar de Hogeschool om Social Work te studeren.

Ze weet nu al dat ze wil gaan werken met en voor jonge criminelen. “Van de gevangenis worden ze niet beter”, zegt ze. Een gedetineerd meisje vertelde haar: “Niemand wil me nog, niemand ziet me nog zitten, eenmaal fout altijd fout.” Dat had haar aangegrepen. Ze wil jongeren zoals dit meisje kansen geven.

Foto

Zo een gesprek geeft me hoop. In de ochtend zag ik op tv bij  Buitenhof de foto van de week. Een jongentje neemt op een station afscheid van zijn gemobiliseerde (wat een woord) vader.

Sinds 24 februari, de dag voor ik 75 werd, is die oorlog elke dag meerdere keren, vooral ongewenst, in mijn aandacht. Er zal toch geen kernwapenconflict komen alsof wat er nu gebeurt niet al afschuwelijk genoeg is: de kapotte zorginstellingen, de massagraven, al die mensen op de vlucht en zij die geen kans hebben. Ik ben er niet dag en nacht mee bezig, maar wel elke dag weer, en soms heb ik beangstigende dromen waarin machteloosheid de boventoon voert.

Bidden

Ik geef ook aandacht aan andere zaken die op mijn weg komen. Ik ben niet alleen met die oorlog bezig maar ze is nooit ver weg. Ik denk aan een oude vrouw in mijn eerste verpleeghuis die tegen verzorgenden zei: “Ik kan niets meer zelf, maar wel voor jullie bidden.”

Bidden is betrokken blijven. Bidden is niet onverschillig zijn. Bidden is een kaars opsteken in een donkere tijd. Ieder op zijn of haar wijze. Bidden is scherp blijven. Bidden is stil zijn en zoeken naar woorden. Bidden is dichtbij de werkelijkheid blijven zonder ermee samen te vallen.

Toekomst verwachten

Voor mij is het ook zoeken naar woorden, naar taal. Bidden is vertrekken uit angstland en een nieuwe tijd verwachten. Bidden is luisteren naar mensen die weten waar ze voor leven zoals die jonge vrouw op dat terras. Het gebeurde op de zondag dat ik in de middag de “foto van de week” zag. Inschepen voor een cruisetocht of in een trein stappen die je naar het front zal brengen. Het Stabat Mater van Pergolesi scoort weer hoog (radio vier klassiek), maar wat als er voor mijn deur een asielzoekerscentrum komt?

Voor de Russische jongen

Vandaag is mijn gebed voor die jonge jongen

Vandaag is mijn oog voor zijn vader

Ze zijn vereeuwigd op een foto

Uitgekozen als de foto van de week

Zijn vader met pet in een soldatenpak

Zijn vader onder de wapens geroepen

Hij heeft een sigaret in zijn mond

Hij is door de knieën gegaan voor zijn zoon

Hij zoekt naar zijn ogen, houdt hem vast

Zijn zoon kijkt met dichte ogen

Niemand weet wat beiden vrezen

Zullen ze elkaar bij leven terugzien

Het is op een Russisch station niet ver van Oekraïne

Duizenden vaders en jongens op de vlucht

Duizenden die onvoorbereid op de trein gaan

Ik bid voor allen in de ban van deze oorlogswaanzin

Mijn gebed dat ze elkaar weer zien in vrede

Mijn Stabat Mater voor de moeders daar.

Niet de klassieke top tien telt

Maar het verlangen naar vrede voor mensen.

 


Zie uitzending van Buitenhof

 

 

 

 

 

 

 

 

Zondag 2 oktober 2022

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.