“Brandsma’s boek ‘Polarisatie’ laat zien dat polarisatie op zichzelf niet goed of fout is, maar de manier waarop we ermee omgaan. Het is helaas een bijzonder actueel onderwerp. Goed bedoelend, kun je in je communicatie het verkeerde middel kiezen of de verkeerde toon treffen en zo bijdragen aan polarisatie in plaats van erbuiten te blijven”, zegt Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty Nederland, oud-burgemeester van Uithoorn en voormalig hoofd Operatiën bij de politie Amsterdam. Brandsma heeft jarenlange ervaring met conflictbemiddeling.
Door Cees Veltman
“Als je op het werk te maken hebt met veel leed in de wereld, wil je af en toe je gedachten verzetten en ook niet meer al die managementboekjes lezen. Totdat ik dit boek van Bart Brandsma onder ogen kreeg. Toen dacht ik: wauw. Er gingen lampjes bij me branden en ik ging erover nadenken. Ik ken het boek al een aantal jaren en lees het vaak opnieuw. Hij analyseert goed wie er bij polarisatie betrokken zijn: de ‘pushers’, de ‘joiners’, de ‘silents’ en de ‘scapegoats’, de aanjagers, de aansluiters, de zwijgende mensen en de zondebokken. En de bridgebuilders die een brug willen bouwen vanuit het midden van een ravijn, wat natuurlijk niet kan.
Het onderwerp polarisatie boeit me mateloos en het stoort me ook erg. Ik maak me er al jaren zorgen over en ik voel me er steeds minder goed bij. Het was een van mijn motivaties om voor Amnesty te willen werken. Ik maak me er druk over, want de manier waarop we in de samenleving vaak omgaan met polarisatie is schadelijk. Heel goed bedoelend, doen we precies het verkeerde om conflicten op te lossen. Vaak proberen we bruggenbouwers te zijn, maar we gaan dan de dialoog aan op een verkeerd moment of we kiezen verkeerde groepen voor de dialoog. Zo leveren we juist brandstof voor polarisatie. Brandsma biedt handvatten die me aanspreken. Hij brengt nuances aan waar ik nooit over had nagedacht.
Zo vind ik zijn concept van vrede interessant. Het klassieke idee van vrede is: geen conflicten. Nee, zegt hij, in de samenleving zitten standaard conflicten. In vredestijd gaan we goed en beschaafd met conflicten om. Zijn opvatting over vrede is veel realistischer en past veel beter bij de samenleving. Want conflicten zijn er nu eenmaal, kleine en grote. Het gaat erom hoe we met die conflicten omgaan. Onder de conflicten - die ontstaan aan de oppervlakte met duidelijke partijen - zit polarisatie. Soms kun je denken dat je een conflict hebt opgelost, maar woekert de polarisatie voort.
Als je daarover nadenkt, ga je na welke instrumenten je moet inzetten om die polarisatie tegen te gaan. Door het boek vraag ik me af waar wij als mensenrechtenorganisatie staan in de huidige sfeer van polarisatie die je overal ziet, onder andere in Hongarije, Polen en de Verenigde Staten, maar ook in Nederland. Dragen wij onbewust misschien bij aan de polarisatie door ons taalgebruik en de manier waarop we ons opstellen? De waarde van mensenrechten is duidelijk en we bedoelen het allemaal goed, maar tussen gelijk hebben en gelijk krijgen zit ruimte.
Niet moraliseren
Het is spannend wat we moeten doen om de polarisatie niet aan te wakkeren. Daar ben ik nog niet uit. Ook Amnesty heeft te maken met extremen, zowel aan de goede als aan de slechte kant. Wij willen dat mensen zich houden aan de mensenrechten en de waarde daarvan inzien, maar als je die boodschap brengt op een manier die niet aanslaat, moraliserend, komt het niet goed over. Dat is een puzzel waar we ons zeer van bewust moeten zijn, omdat je altijd het risico loopt in een van de polen terecht te komen. Dat kan een heel comfortabele pool zijn en je kunt dan wel vinden dat je gelijk hebt, maar dan bereikt juist wat je niet wilt. Dat houdt mij persoonlijk en als nieuwe directeur van Amnesty erg bezig.
Genuanceerd kijken naar conflicten is natuurlijk moeilijk als het gaat om grove schendingen van mensenrechten. Je kunt schenders proberen te begrijpen, maar soms is het compleet onbegrijpelijk wat ze doen. Mijn vraag is dan: hoe kun je iemand of een organisatie zo beïnvloeden dat ze opschuiven naar het midden? Het gaat er dus niet om wat goed of fout is. Mensenrechten zijn er niet voor niks, ze zijn op bloed zweet en tranen gebouwd, maar alleen op die rechten wijzen, zorgt er niet voor dat mensen opschuiven. De puzzel is hoe je zo kunt reageren op mensenrechtenschendingen dat het gedrag van de daders verandert. Ik denk niet dat je hen rechtstreeks kunt beïnvloeden. Zit er angst bij hen achter? Ik weet dat niet. Ja ze zijn natuurlijk bang voor verlies van macht en voor gezichtsverlies. Wij kunnen beter proberen dat ze geen volgers krijgen. Als mensenrechtenorganisatie moet je je zo op het midden richten dat de pushers geen voet aan de grond krijgen.
Mensen niet wegzetten
Hoe belangrijk het is de zorgen van mensen te onderkennen, heb ik ook in eerdere functies bij politie en als burgemeester ondervonden. We moesten huizen voor dak- en thuislozen vrijmaken. Dat gaf de grootste rellen waar de politie bij moest komen. Allemaal prima wat jullie willen, zeiden veel mensen, maar niet in mijn achtertuin. Uiteindelijk hebben we voor een andere aanpak gekozen: kleinere groepjes mensen. Wij vroegen de mensen: wat hebben jullie nodig om die mensen wel in jullie wijk te willen? Ze vroegen om bepaalde voorwaarden, controles en een systeem met rode kaarten voor als er overlast zou komen. We hebben dat allemaal gedaan, nog drie openbare bijeenkomsten gehouden en toen was het idee geïntegreerd in de wijk.
Nu ben ik benieuwd of de aanpak van Brandsma ook voor ons als mensenrechtenorganisatie werkt. Ik weet niet of dat uitdraait op een beleidswijziging, maar je moet als individu of als organisatie je er altijd bewust van zijn hoe je tegen de ontwikkelingen in de samenleving aankijkt. Waar wil je staan in een conflict? Heb je überhaupt het gevoel dat je ergens staat of laat je alles maar langs je heengaan? Het boek geeft ook tegengas tegen zelfingenomenheid en bevooroordeeldheid.
Mensenrechten onder druk
Brandsma zegt dat religie en levensovertuiging op zichzelf niet de schuld moeten krijgen van conflicten in de wereld. De karikaturale vormen ervan zijn wel een probleem. Dat ben ik met hem eens. De manier waarop we met religie en levensovertuiging omgaan, kan wel de oorzaak zijn van conflicten. Als je alleen je eigen overtuiging belangrijk vindt, je die gebruikt als legitimatie van eigen gedrag en je overtuiging ook nog aan anderen wilt opleggen, gaat het mis.
De vraag of ik mee wilde doen met solliciteren voor de functie van directeur bij Amnesty, kwam samen met mijn ongerustheid over de polarisatie in de samenleving. De mensenrechten, de democratische waarden, de rechtsstatelijkheid en de persvrijheid komen steeds meer onder druk te staan en lijken steeds verder weg te zakken. Hier heeft Amnesty een belangrijke rol te vervullen door te blijven opkomen voor de mensen die dat zelf niet kunnen doen omdat ze gevangen zitten of vervolgd worden. Dat een land een democratie is zegt niet alles. In Hongarije is Orban democratisch gekozen, maar de rechtsstaat staat er onder druk. Volgens Brandsma’s boek is Orban een pusher die veel joiners heeft. Maar hoe kun je er nu voor zorgen dat de belangrijkste waarden niet verloren gaan? Ook daarom wijzen wij naar de moedige mensen die voor de mensenrechten opkomen, overal ter wereld. Dat is indrukwekkend en daarom blijf ik een optimist.”
-----------------------------
Bart Brandsma, Polarisatie, inzicht in de dynamiek van het wij-zij denken, 123 blz., BB in Media, € 24,75.