‘Een kat moet drie verschillende namen hebben”, zo vangt de Amerikaans-Britse schrijver T.S. (Thomas Stearns) Eliot (1888-1965) zijn beroemde Kattenboek aan. De eerste naam is de gewone naam, die een familie in het dagelijks leven aan haar kat geeft. Dat kan een gewone naam zijn, zoals Piet, maar ook een meer modieuze of deftige naam, zoals Plato of Demeter. Dan is er de naam, die nooit aan meer dan één kat toebehoort. Het is, zeg maar, de bijnaam of de koosnaam, zoals Scharrelnelis. Die volstrekt individuele naam is zo eigenaardig, dat hij nooit echt te herleiden is.
gratis