Met zijn humor legde Herman Finkers tijdens zijn oudejaarsconference de vinger op de achilleshiel van de religie: het koude, rigide, mensendodende fundamentalisme. Maar hij heeft ook een weg gewezen: zachtheid en de noodzakelijke driehoeksverhouding van religie, kunst en humor. “De vreugde van het geloof ontroert en maakt zacht in een harde wereld”, zegt Marinus van den Berg.

Door Marinus van den Berg

Het is bon ton om te zeggen dat we leven in de tijd na de dood van God. “Maar god is dood, er is alleen het sidderend verlangen”. Een dichtregel van Lut de Block in de bundel: Een tijdelijk onderdak. Ook in Vlaanderen is heel wat god-is-dood-geloof. Kardinaal Eijk wenste me geloofsvreugde nu ik gestopt ben met werken in het hospice in Rotterdam. Werk waaraan ik veel vreugde heb beleefd. Het was meer vreugdevol dan droevig werk, maar dat is niet zomaar zonneklaar.

Op de laatste avond van het jaar keek ik naar Herman Finkers. “Hoe vond je het…?” werd me door meerderen gevraagd. In de intonatie was al duidelijk of Herman een mager zeventje kreeg (3 sterren) of toch wel een mooie acht (4 sterren). Herman had een mooi zegengebed over zachtheid op het einde. Maar hij ging er soms ook wel met de zweep over heen als het ging over religie en de vertegenwoordigers van de katholieke religie. Hij sprak over ayatollahs maar had ook wel oog voor uitzonderingen.

Driehoeksverhouding

Sommige zinnen konden wel eens strepen in de ziel nalaten, tenzij die zielen geharnast zijn in het eigen gelijk. Herman zei dat er iets schortte – dat het eng werd – als er een schakel ontbrak in de driehoeksverhouding van religie-kunst-humor. Hij prees de betekenis die het rooms-katholicisme eeuwenlang heeft gehad voor de kunst, zoals schilderkunst en muziek. Ik voeg er ook nog maar even het werk van J.S. Bach aan toe waar de reformatorische wereld veel aan te danken heeft.

Maar Herman liet ook goed voelen dat de seksuele moraal heel wat mensen levensvreugde heeft ontnomen en dat de kerk zich niet tot in details met het bed moest bemoeien. Dat zal vast bij velen in goede aarde zijn gevallen. Religie gaat over alles maar moet zich niet overal tot in details mee bemoeien want dan kan je het lachen vergaan. Variaties moeten niet zomaar beknot worden. Waar niet meer gelachen kan en mag worden heerst de dood. Daarover schrijft ook Karl Ove Knausgard in zijn zesde autobiografische deel De Vrouw. Met zijn opmerking over humor raakt Finkers een gevoelige snaar.

Ernst

Als ik op de dag voor oudejaarsdag na een bezoek aan een zeer hoogbejaarde hoogleraar met wie nog weinig te lachen is, om moet reizen vanwege een aanrijding met een persoon tussen Rotterdam Alexander en Rotterdam CS, is er meer reden voor ernst dan voor humor. Maar ook ernst als ernst gepast is behoeft humor, aarding – humor is van humus, grond en aarde. Ernstig nemen kan het zware verlichten. Er moet steeds weer naar ademruimte gezocht worden. We hebben geen stampende laarzen en omhooggestrekte harde handen nodig maar eerder blote voeten die geschonden grond met zorg betreden en zachte behoedende handen.

Het is momenteel niet gemakkelijk om je onbevangen katholiek, christen, gelovig te noemen. Het staat niet meer op een cv als een pre. Dat is mede maar niet alleen door de naschokken van het seksueel machtsmisbruik dat niet alleen juridisch en financieel afgewikkeld kan worden - kinderen zijn heilig zei Finkers op zijn wijze en ik val hem daarin van harte bij.

Zegengebed

De moderne mens wil ook vrij kunnen denken. Herman Finkers heeft het niet gemakkelijk gemaakt om met trots katholiek te zijn. hij schopte tegen deuren aan die voor sommigen heilig zijn. Hij heeft vragen gesteld bij al wie en wat meent macht te hebben, maar hij heeft ook een weg gewezen. Zijn zegengebed – zo noem ik zijn afsluiting – deed me denken aan dat prachtige boekje van de filosoof Ton Lemaire De Tederheid. Het is al wel dertig jaar oud maar het bracht mij veel vreugde. Herman Finkers heeft met zijn humor de vinger gelegd op de achilleshiel van de religie: het koude rigide mensendodende fundamentalisme. Hij heeft me laten lachen en laten glimlachen en ontroerd. De vreugde van het geloof ontroert en maakt zacht in een harde wereld. Zij opent deuren voor wie vluchten moeten. In het Franse Reims is aan de buitenkant van de kathedraal de glimlachende engel te zien. Herman dank je wel. Je hebt het sidderende verlangen open gehouden. Voor jou dit vers.

 

Goede zin

Jij geeft mij zomaar
goede zin 

Jij met je rare
humor

Jij zet me soms
zomaar op ’t andere been

Jij maakt
’t zware licht

Jij geeft
soms ook te denken

Je haalt zwaarwichtigen
uit hun evenwicht

Jij brengt mooie
levensvreugde

 

Voor Herman Finkers
Voor mijn vader en alle humoristen van het jaar.

Marinus van den Berg

 

De oudejaarsconference van Herman Finkers is tot 10 januari terug te zien op NPO Uitzending gemist

 

 

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.