Er bestaat een innige band tussen kunst en lijden, betoogt Eric Corsius. De coronacrisis vergrootte dat nog eens uit. Over verliezers, pechvogels, vechters en drama-queens.
Door Eric Corsius
De kunst lijdt. Is het niet onder bezuinigingen op of gedwongen fusies van culturele instellingen, dan is het wel onder de coronamaatregelen. Kunstenaars en vooral podiumkunstenaars zijn altijd de pineut. De kunst is echter ook een bevoorrechte pineut. Als kunstenaars ergens goed in zijn, dan is het wel in het uiting geven aan hun lijden. Kunstenaars zijn geboren voor het dramatiseren. Dat heeft velen van hen de afgelopen twee jaar in staat gesteld, om op een mediagenieke manier aandacht te vragen voor hun knelsituatie. De kunst lijdt - en dat zullen we weten.
Het eenzame genie
Er bestaat een innige band tussen kunst en lijden. Vooral sinds de negentiende eeuw, de tijd van de romantiek en de uitvinding van het eenzame genie, vormen ze een congeniale tweeling. De kunstenaar leeft, dankzij zijn ragfijne zintuig voor het hogere, op eenzame hoogten, onbegrepen en versmaad. Vroeg of laat is lijden zijn deel. Kunst doet pijn. Andersom is het lijden een rijke voedingsbodem voor de kunst, ja een noodzakelijke voorwaarde, lijkt het wel. Alleen wie lijdt - aan de wereld, de liefde, zichzelf – kan briljante werken scheppen. Dit beeld van de kunstenaar als Lijdende Dienaar Gods is op een tegelijk inlevende en ironische manier verwoord in Thomas Manns roman Doktor Faustus (1947).
Deze opvatting heeft tot nogal wat misverstanden en vooroordelen geleid. Veel kunstwerken zijn ten onrechte versmaad, omdat ze niet door het vuur van beproevingen zijn gegaan. Ze zijn vaak afgedaan als al te lichtvoetig en oppervlakkig. Een ander fataal misverstand is de romantisering van depressiviteit. Omdat veel kunstenaars neigden tot depressiviteit heeft de opvatting postgevat, dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen depressiviteit en genialiteit. In depressieve fases zijn kunstenaars echter niet productief. Depressies verlammen de creativiteit en leiden niet tot schoonheid, maar alleen maar tot ellende. Dat is bij kunstenaars niet anders dan bij gewone stervelingen.
Wat wel klopt, is dat kunst vaak een manier is om staande te blijven in extreme situaties. In gevangenissen, in wurgende familierelaties, aan het front etc. zijn daardoor soms prachtige kunstwerken ontstaan – echter niet dankzij, maar ondanks de gruwelijke context waarin ze zijn ontstaan. Ze zijn dan een teken van veerkracht of een krachtbron voor uithoudingsvermogen. Dat dit niet iedereen is gegeven, is natuurlijk ook een realiteit. Ook de zogenaamde ‘resiliëntie’ mag niet worden verheerlijkt, laat staan worden verheven tot deugd.
Pechvogels en geluksvogels
In de coronacrisis waren twee tendensen zichtbaar. Aan de ene kant waren er podiumkunstenaars, die met de rug tegen de muur stonden. Leden van ensembles verloren her en der hun bron van bestaan. Jonge beeldende kunstenaars konden niet exposeren en verkopen. Aan de andere kant waren er – om maar wat te noemen - musici die zo vindingrijk waren (en daarbij ook het nodige geluk hadden!), om een tijdelijk alternatief te vinden voor uitgevallen concerten: online of in de buitenlucht bijvoorbeeld. Aan de ene kant hingen musea en theaters een bordje met ‘gesloten’ aan de voordeur. Aan de andere kant waren er creatieve instellingen, die de moed erin hielden en Plannen B bedachten en uitvoerden, met veel bloed, zweet en tranen en met wisselend succes.
Er waren en zijn verliezers en pechvogels. Er waren en zijn vechters en geluksvogels. Beide groepen verdienen respect. Des te bitterder is het, als juist diegenen hun leed breed uitmeten, die nauwelijks iets merken van de crisis, zoals artiesten en acteurs die zich in de massamedia stevig hebben gevestigd. Terecht riepen hun soms larmoyante acties irritaties op. Een succesvol tv-acteur die zich beklaagt is gewoon een drama-queen.
Berooiden der aarde
Kunst heeft een innige band met lijden, zei ik hierboven. Op één uitingsvorm hiervan ben ik nog niet ingegaan. Kunst is altijd ook een manier, om de aandacht te vestigen op en woorden te geven aan het lijden van de berooiden der aarde. Kunst is ook een middel, om empathie en compassie te wekken en om krachten te mobiliseren om de wereld te verbeteren. De kunstenaar is geen eenzame martelaar maar neemt ook het lijden van anderen op zich en geeft daaraan een stem. Corona doet ook en vooral een beroep op die kant van schrijvers, acteurs en musici. Want wie echt de pineut zijn, zijn immers al diegenen die leven in precaire omstandigheden en die de volle laag van de pandemie hebben moeten verduren. Zij verdienen een podium.