“In deze wereld, deze versleten herberg, waar absoluut geen plaats voor Hem is, komt Christus onuitgenodigd. Maar omdat Hij er niet thuis kan zijn, omdat Hij er niet op zijn plaats is en er toch in moet zijn, is zijn plaats bij die anderen voor wie er geen plaats is. Zijn plaats is bij hen die er niet bij horen, die door de macht worden afgewezen omdat ze als zwak worden beschouwd, zij die in diskrediet worden gebracht, die de status van persoon wordt ontzegd, gemarteld, uitgeroeid. Bij hen voor wie geen plaats is, is Christus aanwezig in deze wereld. Hij is op mysterieuze wijze aanwezig in hen voor wie er niets anders lijkt te zijn dan de wereld op haar slechtst.”