Het familieverhaal gaat dat hij één van de eerste allochtonen in de chique straten van Den Haag geweest moet zijn. Mijn grootvader was, naar de foto’s en verhalen te oordelen, een indrukwekkende verschijning. Een waardige, slanke Indiër, in onberispelijk westers maatpak maar tevens met een stralend witte tulband op het hoofd. Het was 1921; oriëntaalse verschijningen waren nog geliefd en werden volop geromantiseerd.