Is er een manier om de grote religieuze tradities te hertalen, zonder hun diepere betekenis af te vlakken? Ja, die is er, zegt Vincent Duindam. Dan moeten we kijken naar de mystieke kern die in iedere religie verscholen ligt. Dat is de sleutel - de steen van Rosetta - waarmee we de religieuze taal kunnen omzetten in verstaanbare spiritualiteit.
Door Vincent Duindam
In de marxistische traditie, net als in de psychoanalytische, wordt religie van oudsher met argusogen bekeken. In het eerste geval gaat men ervan uit dat de belangen van groepen mensen boven die van anderen gesteld worden – versluierd en verdoezeld door het religieus vertoog. In het tweede geval worden we niet door anderen voor de gek gehouden, maar houden we onszelf voor de gek. Volgens Freud is religie een illusie.
Daarom is het interessant dat Jürgen Habermas, een marxist, in de loop van zijn leven met andere ogen naar religie is gaan kijken. Zijn oorspronkelijke levensproject was de voorwaarden voor een ‘herrschaftsfreie Kommunikation’ omschrijven.
Hoe kunnen we met elkaar spreken zonder de vertekeningen van de macht, hoe kunnen we met elkaar op een machtsvrije manier communiceren over de optimale inrichting van de samenleving?
Habermas ontdekte dat zijn project niet heel veel verder kwam, dat ‘herrschaftsfreie Kommunikation’ op zichzelf bijna een illusie leek. Maar ook moest hij vaststellen dat juist mensen met een religieuze achtergrond vaak betrokken waren bij initiatieven waar hij politiek achter stond. Wat nu?
Neutrale taal
Inmiddels is Habermas religie positiever gaan zien. Hij denkt wel dat in een open gesprek religieuze termen vertaald moeten worden naar meer algemene termen. En dat is natuurlijk een trend die door de hele samenleving waart.
Kunnen we niet al die mooie en betekenisvolle rituelen losweken uit hun traditionele religieuze bedding en inzetten als meer neutrale gebruiken. De handelingen en gebaren van een katholieke uitvaart bijvoorbeeld kun je proberen los te maken van hun context en toepassen in een niet-religieus afscheidsritueel. De ‘Gouden Gids’ en tegenwoordig het internet staan vol met ritueelbegeleiders die dit soort diensten aanbieden.
Je kunt op deze manier proberen belangrijke elementen uit religieuze tradities te halen en te herleiden tot hun psychologische betekenis. En dat werkt ook tot op zekere hoogte.
Je bent dan het stenen jasje van de oude religieuze betekenissen kwijt. Maar kom je zo ook echt in een ‘herrschaftsfreie Kommunikation’ terecht? Hoe zit het met verschillen in sexe, in klasse om maar twee van de grote issues te noemen?
Of, om het algemener te zeggen: blijf je, in het psychologische vertoog, niet toch binnen de grenzen van sociale, culturele en persoonlijke ‘conditioneringen’ met alle machtsverhoudingen en onvrijheden van dien?
Is er een manier om de grote religieuze tradities te hertalen zonder hun peilloze diepte te verliezen? Ja, die is er.
Tijdloze wijsheid
In 1822 kon Jean-François Champollion via de Steen van Rosetta voor het eerst Egyptische hiërogliefen vertalen. Wat is de sleutel die ons kan helpen religieuze tradities te ontcijferen? We komen hem op het spoor als we de grote religieuze tradities niet herleiden tot hun psychologisch (of sociologisch) gehalte, maar bevragen op hun gemeenschappelijke spirituele kern. Daar, in de Perennial Philosophy*, vinden we onze eigen Steen van Rosetta.
Wat is dat dan, deze ‘eeuwige’, tijdloze wijsheid? De wortels hiervan vind je zowel bij de klassieke (westerse) filosofen Epictetus en Marcus Aurelius, alsook bij de grote wereldreligies.
Deze ‘filosofie’ slaat een brug tussen op het oog verschillende tradities en gaat terug naar de essentie van het menszijn. Ze ziet af van de ‘buitenkant’, de uiteenlopende ‘folklores’ van religies en ze richt zich op de mystieke ‘binnenkant’.
Aan de buitenkant verschillen religies. Gelet op hun geïnstitutionaliseerde kant, kunnen religies met al hun kledingvoorschriften, gebruiken, rituelen, regels en dogma’s zeer uiteenlopend zijn. Maar hoe dieper je gaat, des te meer gemeenschappelijkheid je aantreft. Theologen voeren dialogen (of maken ruzie), maar mystici spreken dezelfde taal.
Ware kern
De veelheid blijkt een ‘gemeenschappelijke mystieke kern’ te bevatten. Alle mystiek draait om de ‘opdracht’ te ontdekken wie je ten diepste bent. Stap uit de automatische piloot en word vrij en (dus) verbonden met elkaar … Dan ga je voorbij de grenzen van wat ons scheidt.
Keizerfilosoof Marcus Aurelius liet zien dat je meer bent dan je naam, je kleding, je positie. Het is prachtig om te lezen hoe hij zichzelf in zijn privédagboek waarschuwt: joh, je daagt wel het purperen keizersgewaad, maar dat is niet wat je bent. Letterlijk zegt hij ‘Pas op dat je niet verkeizert en verpurpert’. Pas op dat je niet samenvalt met je positie in de samenleving, met je rol. Je bent veel dieper dan dat. Je ware kern zit hieronder.
Of neem Epictetus, geen keizer maar een bevrijde slaaf. Hij zei: het is niet een situatie die jou verwart, maar je gedachten erover. Dus je moet je denken aanpassen. Denk niet vanuit je ‘conditioneringen’, de ideeën die je vanuit de samenleving hebt meegekregen, vanuit je traditie of geloof, vanuit je opvoeding. Maar beschouw een situatie vanuit het bewustzijn, de aandacht die onder deze vaste, zich herhalende patronen ligt. Dan ontdek je dat je eigen gedachten veel verstorender zijn dan een situatie die je ergernis oproept: dingen die mensen zeggen of doen. Dat inzicht in wie je eigenlijk bent, maakt je vrij. En ook veel vrijer en onbevangener ten aanzien van andere mensen en hun ideeën.
Je kunt ook makkelijker zien dat zij soms onhandige dingen doen, niet omdat ze zo zijn, maar omdat ze gevangen zitten in beperkende ideeën over zichzelf.
Deo Vacare, vrij/leeg zijn voor God, staat er boven de abdij van Egmond. Dat betekent: als je alles loslaat wat je niet ten diepste bent, houd je over wat je wél ten diepste bent. De liefde die in jou woont.
Hindoes zeggen hetzelfde: ‘renounce and rejoyce’, lezen we in de Isha Oepanisjade en dat betekent exact hetzelfde. Als je afziet van wat je niet bent, stroomt je bestaan over van vreugde. Roemi zegt: ‘essence is emptiness, all else is accidental’. Ofwel: er ligt een diepe, liefdevolle stilte ten grondslag aan alles wat zich toont. Dat is jouw eigen kern. Opnieuw hetzelfde, maar nu weer vanuit de islamitische traditie.
Belangelozer
Met deze spirituele benadering overstijg je wél de grenzen van sociale, culturele en persoonlijke conditioneringen. “In Christus is geen man en geen vrouw. Daar is geen heer en geen slaaf.” Hier wordt herrschaftsfreie Kommunikation waarnaar Habermas op zoek is mogelijk.
Psychologie is uiteindelijk vaak de beste versie van jezelf ontwikkelen. Spiritualiteit gaat over je diepste identiteit vinden. Op die diepste plek is ruimte en ben je niet alleen, maar verbonden met God en de wereld. Dan zie je en handel je niet meer vanuit een perspectief van isolement en tekort, maar vanuit verbondenheid en overvloed. Je zult anderen dan belangelozer zien en dus meer zoals ze zijn. Je zult niet meer de neiging hebben ze te manipuleren of in te zetten voor je eigen onderneming.
Gebruiksaanwijzing
Je kunt dat in je eigen leven nagaan. Wij hebben allemaal ‘knoppen’ waarop je partner of een collega maar beter niet kan drukken. Iedereen heeft wel iets pijnlijks meegemaakt dat sporen naliet: een kritische ouder, voorwaardelijke liefde, op een of andere manier in de steek gelaten zijn, etc. Wanneer je nu in een situatie terecht komt die deze geschiedenis weer oproept, laat je vaak een reactie zien die eigenlijk ‘te groot’ is voor de situatie. Een kleine opmerking kan je dan heel verdrietig, of boos maken. Dat kun je een ‘geconditioneerde’ reactie noemen.
Vaak hoor je mensen over iemand anders zeggen: “Nou, die-en-die heeft echt een gebruiksaanwijzing.” Dat zal vast waar zijn, maar waar je ’t meest aan hebt is om je eigen gebruiksaanwijzing te leren kennen. Wanneer wij leren om op een liefdevolle manier naar onze eigen geschiedenis, met bijbehorende ‘gebruiksaanwijzing’, te kijken kan deze langzaam maar zeker transparant worden. We hoeven onszelf geen geweld aan te doen. Gewoon met compassie kijken naar onze patronen.
Onder deze patronen vind je wie je eigenlijk bent. En wanneer je meer vanuit die plek, de plek waar God in jou woont, kunt leven, ben je ‘vrijer’ geworden. Je bungelt niet meer aan de touwtjes van je aangeleerde patronen, je pijngeschiedenis, je voorkeuren, afkeren en opinies.
Voorbij aan grenzen
Door contact te leggen met die diepe kern in onszelf, realiseren we (ons) ook de volkomen verbondenheid met andere mensen: “Ik ben de wijnrank, jullie zijn de takken” (Johannes, 15, 1-8) .
Bij Perennial Philosophy gaan we dus niet alleen voorbij aan de grenzen tussen religies of filosofieën, maar ook aan wat ons als mensen scheidt. Dit wordt prachtig geïllustreerd in onderstaand gesprek tussen een Joodse vader en zijn zoontje:
En Chaim vroeg: "Vader, waarom zijn de mensen zo verschillend?"
"Alle dingen verschillen van elkaar: elk grasprietje is uniek."
"Maar als het verschil regeert, kunnen woorden niet bestaan."
"Eigenlijk zijn we allemaal hetzelfde en is het woord van de Sinaï bestemd voor alle mensen en niet alleen voor ons volk."
"Ben ik dan een vrouw?"
"Inderdaad."
"Ben ik dan een goj?"
"Inderdaad."
"Maar als wij anders zijn kunnen we niet hetzelfde zijn en andersom."
"Je moet het zo zien: als wij in de eerste plaats anders zijn, zullen we nooit hetzelfde worden; maar als we in de eerste plaats hetzelfde zijn, is anders zijn geen probleem."
"Dus ik ben jij?"
"Ja, jij bent ik en ik ben jij, dat is het grote geheim."André Schwarz-Bart, Morgenster, uitgeverij De Geus, 2012.
* Perennial Phylosophy is de titel van een boek uit 1945, waarin schrijver Aldous Huxley op baanbrekende wijze mystieke teksten uit verschillende tradities bundelde. De term is ouder, maar door het boek van Huxley bereikte het begrip een groter publiek. (Nederlandse vertaling: Eeuwige wijsheid, Servire. Alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.)