Marian Markelo verzorgt als Wintipriesteres elk jaar op Ketikoti het plengoffer tijdens de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij. Ze zet zich al lange tijd op allerlei manieren in voor verspreiding van kennis over de Wintireligie. Zo richtte ze samen met afrotheoloog Kenneth Vers Babel het Nationaal Winti Instituut Nirase op en is ze bestuurslid bij NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis). Ze geeft lezingen en cursussen over Winti en ook privéconsulten geestelijke bijstand en therapie gebaseerd op Winti. Recent verscheen het jeugdboek Winti, dat ze samen met Henna Goudzand Nahar schreef.
Wat is Winti?
Winti (letterlijk: wind) is een Afro-Surinaamse religie met geloof in Anana (de Schepper), kabra (vooroudergeesten) en winti (bovennatuurlijke wezens). Het is een mix van mythologie, filosofie en natuurreligie. Dankbaarheid en respect voor Anana en het aanvaarden van hulp van de kabra en winti staan centraal in dit geloof. De ‘voertaal’ van Winti is Sranan (Surinaams). Winti kent geen geschriften en geen vaste plekken zoals kerken. Er is veel ruimte voor de invloed van het bovennatuurlijke en voor rituelen, zoals plengoffers en rituele wassingen. Rituelen zijn nodig als steun bij alle belangrijke gebeurtenissen in het leven. Deze rituelen worden meestal thuis uitgevoerd.
Winti is ontstaan in Suriname tijdens de slavernij. De tot slaaf gemaakte West-Afrikanen ontwikkelden een nieuwe religie vanuit de religieuze ideeën van hun Afrikaanse voorouders. Winti was verboden tijdens de slavernij en ook nog lange tijd na de afschaffing daarvan (officieel in 1863, maar in Suriname pas daadwerkelijk in 1873). Door de koloniale christelijke machthebbers werd Winti als heidens gezien. Pas in 1972 werd het beoefenen van Winti uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Tot die tijd werden Wintirituelen in het geheim uitgevoerd.
Met het boek willen ze de juiste informatie over de Wintireligie verspreiden. “We vinden dat de Wintikennis van jongs af aan op een verantwoorde en gestructureerde manier moet worden aangeboden aan opvoeders, zodat zij Winti kunnen overdragen. Anders lopen we een nog groter risico dat iedereen zijn eigen bedenksel over Winti gaat creëren en verspreiden. Dat gebeurt nu al. Op internet staat van alles en nog wat en een heleboel klopt niet met de bronnen. Wij pretenderen niet dat onze versie van Winti de oorspronkelijke is, maar het is wel een versie die ontstaan is op basis van literatuurstudie en praktijkstudie met als basis West-Afrikaanse bronnen. En ook met de oude kennis die wij van onze voorouders hebben meegekregen.”
Marian groeide op in Moengo in Suriname in een protestants-christelijk gezin. Tot haar veertiende ging ze mee naar de kerk van de Evangelische Broedergemeenschap (EBG), die door de missionarissen van de Duitse hernhutters in Suriname was opgericht. Ze was als kind al kritisch op de kerk en het christelijk geloof. Ze had veel vragen waar maar geen antwoorden op kwamen. “Ik had er bijvoorbeeld problemen mee dat God alleen een man is, dat God straft, dat er onderscheid gemaakt werd in de kerk tussen verschillende mensen. Op een dag had ik er genoeg van en dacht ik: nu is het klaar.”
Ze vertelde in de kerk, op school en thuis dat ze niet meer in het verhaal van de kerk geloofde en niet meer naar de kerk zou gaan. Voor haar ouders was dat geen probleem. “Ik ben grootgebracht in een gezin waar iedereen zichzelf kon zijn. Wij hebben het gedogen en tolereren bij onze ouders gezien en we gaan op die manier nog met elkaar om. We houden van elkaar en respecteren elkaar, maar we dringen elkaar niks op.”
Veel Surinamers combineren de christelijke kerk met Winti. Bij Marian thuis werd niet aan Winti gedaan. Ze verhuisde op haar zestiende naar Paramaribo om daar verpleegkunde te studeren. Daar leerde ze over Winti van nichten van haar moeder, die naast hun christelijk geloof ook Wintirituelen deden.
“Wintirituelen worden thuis gedaan. Het gebeurt nog altijd niet openlijk, want de dominees van de EBG keuren het nog steeds af. Mensen die het doen, weten dat ook van elkaar, maar ze praten er niet over. Dat is tot op de dag van vandaag zo. Nog altijd wordt de term afgoderij gebruikt. Dat komt omdat Winti altijd onderdrukt is geweest door de kerk en die onderdrukking is geïnternaliseerd. Winti moet naar openheid. Het is een zelfstandige religie, het heeft geen andere religies nodig om er te zijn.
‘Winti is altijd onderdrukt is geweest door de kerk en die onderdrukking is geïnternaliseerd. Winti moet naar openheid. Het is een zelfstandige religie, het heeft geen andere religies nodig om er te zijn’
Marian Markelo
Winti moet ook dekoloniseren. Alle problemen die we vandaag met Winti hebben, bijvoorbeeld in identiteitsvorming, opvoeding en individuele ontwikkeling, hebben te maken met het gegeven dat Winti als ‘fout’ is neergezet en meer dan twee eeuwen in het Wetboek van Strafrecht heeft gestaan. Onze voorouders konden er niet openlijk over praten. Ze konden geen sessies houden en konden het niet overdragen. Want als de buurvrouw wist dat je aan Winti deed, kon ze je verlinken. En dan had je een probleem: je kon een geldboete krijgen.
Dat heeft gemaakt dat Winti ondergronds moest en zich niet heeft kunnen ontwikkelen. De deskundigheid met rituelen is in bepaalde fasen achteruit gegaan, want de kennis kon niet overgedragen worden. Dus wat wij doen, ook met het nieuwe jeugdboek, is een hele hersteloperatie.”
Tijdens haar middelbare schooltijd in Moengo werd Marian zich bewust van het kolonialisme. Haar wiskundeleraar Bram Behr was daarbij een grote inspiratiebron. “Hij was zo activistisch en zo goed onderlegd. Hij heeft mij het socialisme en communisme bijgebracht. Door hem ben ik van jongs af aan al gewend om in verschillende perspectieven te denken. Hij had ook een ruime bibliotheek met boeken over zwarte Amerikaanse activisten: Eldridge Cleaver, Angela Davis, Malcolm X, Black Panters. Dat soort boeken las ik toen.” Behr was ook journalist en is vanwege zijn kritiek op Desi Bouterse vermoord; hij is één van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden in 1982.
Al haar hele leven is Marian bezig met kolonialisme en slavernij. Het zijn thema’s die uiterst actueel zijn omdat de sporen ervan nog steeds doorwerken in de levens van onder meer veel Surinamers, merkt Marian in haar werk. “De slavernij was zo ingrijpend voor mensen dat de nazaten nog veel last hebben van veel dingen die we kunnen relateren aan dat verleden. Het trauma van slavernij is overgedragen op volgende generaties dus het is een intergenerationeel trauma. Het gaat lang duren voordat dat uitdooft. Nazaten van primaire slachtoffers van kolonialisme en slavernij moeten zich gaan verdiepen in die intergenerationele trauma’s.
Want op alle vlakken van het leven zijn er dingen overgedragen. Dat heeft zijn effect gehad op familiesystemen, zorgsystemen, identiteit, spiritualiteit, economie. Nazaten moeten zich eerst realiseren en erkennen dat het er is, dat het overal doorwerkt. Dan kunnen ze gaan helen. Dat gaat niet vanzelf. Daarom geef ik zoveel trainingen en workshops op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling, identiteitsversterking en spiritualiteit. Ik zet de Wintispiritualiteit in op onderwijs, coaching, training, theater en kunst. Ook de generatie Z zit in een identiteitscrisis. Ik ben blij dat vooral deze jonge mensen de weg naar mij vinden. Ze merken dat er iets niet klopt.”
De excuses van de overheid voor het slavernijverleden die de laatste jaren zijn aangeboden, ziet ze als positief. “Het is goed dat het uitgesproken wordt, dat Nederland erkent dat er iets gebeurd is dat niet klopte. Maar mij doet het niet zo veel. Het zou politiek gezien misschien wel meer kunnen betekenen. Want het politieke systeem van Nederland is hetzelfde eeuwenoude systeem. Dus willen die excuses vertaald worden naar actief beleid dan zou je eigenlijk heel Nederland politiek bestuurlijk moeten veranderen.
Het systeem dat kolonialisme en slavernij bedreven heeft, ís de organisatie en de bestuurscultuur van Nederland. Datzelfde systeem is er nog steeds, met als kenmerken: je voornamelijk richten op economische vooruitgang, mensen zijn niet zo belangrijk en de natuur wordt geëxploiteerd. Nu pas worden mensen in Europa wakker over de natuur. De visie van de Europese mens op de ander is een visie die uitbuiting, racisme en uitsluiting legitimeert. Het zit in de haarvaten van het systeem, in de psychologie van de witte Europese mens. Die denkt: de ander is altijd anders. In de Surinaamse, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen is veel meer menselijkheid, meer empathie en meer natuur.”
Meer menselijkheid, meer empathie, meer natuur: het zijn ingrediënten die de wereld van nu wel kan gebruiken, beaamt Marian. “Het wordt steeds lelijker. Kijk ook maar naar wat er onlangs in Amerika is gebeurd met de winst van Trump. En kijk naar wat er in Rusland en Nederland en in andere Europese landen gebeurt: een groot deel van Europa drijft weg van de menselijkheid. Men gedraagt zich alsof empathie geen belangrijke waarde is en dat je vooral de ander moet negeren omdat de ander in jouw perceptie niet bij jou hoort. Dat je de ander moet demoniseren en marginaliseren en dat allemaal om jezelf groter te maken ten koste van anderen.
‘Voor een heleboel volkeren is het contact met de Europeanen uitgelopen op drie d’s: dominantie, destructie en dood’
Marian Markelo
Dan heb je dus polarisatie. En dat allemaal in plaats van te denken in termen van wij. Zo gaat het in Europa en in Amerika. Maar ook in Suriname gaat het slechter hoor, daar worden geld en materiële zaken langzaam ook belangrijker. Ook in heel veel andere samenlevingen gaat het zo, in Afrika, Zuid-Amerika, de Cariben en Azië. De kennismaking met witte Europeanen heeft ook de systemen daar vernietigd. Ze zijn al meer dan vijf eeuwen bezig de wereld te verpesten. En het gaat nog door omdat het de Europeanen gelukt is dominantie te creëren op de aardbol. Voor een heleboel volkeren is het contact met de Europeanen uitgelopen op drie d’s: dominantie, destructie en dood.”
Op de vraag of er nog wel hoop is in deze wereld, waarin het steeds slechter lijkt te gaan, zegt ze: “Hoop? Dat vind ik zo’n christelijk woord, dat gebruik ik nooit. Ik heb het altijd over onze kracht inzetten om met elkaar op de plek waar jij leeft en verantwoordelijk bent, op microniveau, dingen te veranderen. In je eigen directe omgeving. En dat kan overal zijn. Overal waar ik ga, ben ik bezig met bewustzijn en met het laten zien van het andere perspectief. Ik kan overal wonen want ik ben een wereldburger. Ik ben een kind van Moeder Aarde en daarom kan en mag ik wonen waar ik wil.”
Winti is een geloof dat laat zien dat het anders kan, is de boodschap van Marian. Ze zet zich in om mensen daarvan bewust te maken. “Ik probeer de gedachtewereld van mensen te beïnvloeden zodat ze meer gaan nadenken over elke stap die ze op aarde zetten. Over elke handeling die ze naar zichzelf, hun familie en de totale samenleving verrichten. Dat je je ervan bewust bent dat wij op aarde zijn en dat de aarde ons geleend is. Dat je je ervan bewust bent dat de planten en dieren ook onze broers en zusters zijn. Dát is het Wintigeloof. Dat wil ik leven en dat wil ik laten zien. Het is geen theorie, het is leven.”
Met kerst heeft Marian niets; als kind vond ze het al vreselijk. Vroeger thuis werd wel kerst gevierd, maar sinds ze op haar zestiende het ouderlijk huis verliet, heeft ze er niets meer mee gedaan. “Ik geloof niet in de zonde, dus niemand hoeft mij te verlossen. Dus er hoefde voor mij ook niet iemand geboren te worden om mij te verlossen. Afrikanen geloven niet in de erfzonde. Sorry, misschien klinkt het niet zo aardig, maar het hele christendom is een bedachte versie van spiritualiteit. Er zit weinig gevoel bij en als je er gevoel bij hebt, mag dat niet. Want soms roept gevoel vragen op en je moet vooral geen vragen stellen. Ik zeg juist altijd: je moet álles bevragen. Dat is goed voor je geest, je wordt onderzoekend, kritisch, het is goed voor je cognitieve ontwikkeling en voor spiritualiteit. Onderzoek brengt je tot leven.”
Winti heeft wel een oudejaarsritueel. Zoals veel rituelen in deze religie is het een reinigingsritueel. Tijdens een bad met rozenblaadjes denk je na over alle dingen die je het afgelopen jaar hebt gedaan en maak je afspraken met jezelf over wat je in het nieuwe jaar wilt realiseren en anders doen. ,,Het is voor mij echt een nieuw begin. Je reflecteert op het afgelopen jaar, je betoont dankbaarheid aan Moeder Aarde, je voorouders en persoonlijke gidsen en je kijkt vooruit naar het nieuwe jaar.”
En een wens voor het nieuwe jaar? “Mijn wens voor de mensheid is dat we menselijker naar elkaar worden, dat we de menselijkheid in de gaten houden. Iedereen op zijn eigen plekje. Dat je de ander ziet, erkent, accepteert zoals die is, dat je niet wegkijkt als de ander hulp nodig heeft of als er onrecht gebeurt. Dat je geen dingen bagatelliseert die de ander als belangrijk ervaart. Dat we rekening houden met de ander.”
Marian Markelo (1956) is geboren en opgegroeid in Suriname. Op haar 32ste verhuisde ze naar Nederland waar ze lange tijd docent verpleegkunde was aan een ROC. Als tiener ging ze zich verdiepen in Winti. Op haar 29ste werd ze Wintipriesteres (okomfo). Als priesteres gebruikt ze de naam Nana Efua. Op 15 oktober kwam haar jeugdboek Winti uit, dat Markelo schreef met Henna Goudzand Nahar, met illustraties van Rossel Chaslie en Renate Siepel.
Boekinformatie
Marian Markelo en Henna Goudzand. Winti (jeugdboek). Ef & Ef Media, 128 blz., € 19,99