Tegenwoordig lopen nogal wat mensen met hun ziel onder hun arm. Maar dat is niet erg vindt schrijfster en filosofe Désanne van Brederode. Dat maakt open en ontvankelijk. Het laat ons zoeken naar méér, naar ‘iets’ dat verder reikt dan onszelf, ‘iets’ dat tot ons komt. Dat is de rode draad in deze bundeling van eerder her en der verschenen teksten. “Eigentijds, maar niet modieus”, oordeelt recensent Evert van der Veen.

Door Evert van der Veen

Van Brederode voor herdruk.inddEen oester draagt een parel in zijn binnenste: met dit beeld opent Désanne van Brederode haar boek. Meestal verborgen schuilt de ziel in ons, als hart van ons bestaan. Het zijn prachtige observaties over alledaagse dingen: herinneringen aan haar ouders en haar jeugd, mijmeringen over gebeurtenissen die gewoon lijken en toch meerwaarde hebben. In diepgaande taal weet zij dat dichtbij te brengen en nieuw licht te werpen op geloven.

Treffend vind ik haar ervaring in het Afrika museum in Berg en Dal. Hier was een expositie over de bouw van lemen huizen met daarbij een filmpje over een Afrikaanse dorpshut. Vrouwen, met hun baby op de rug, stampen samen de klei aan tot een vlakke vloer. Af en toe giet iemand wat water over de vloer en daar wordt ritmisch bij gezongen. Iemand zegt: “Dat gaat ook niet efficiënt”. Het is niet lelijk bedoeld en toch ervaart Van Brederode het als afbreuk aan wat er gebeurt want zo schrijft zij: “Twaalf voeten weten meer dan één deskundige”. De samenwerking van deze vrouwen is aanstekelijk. Tegen de menselijke kracht van twaalf voeten kan de deskundige met al zijn - vaak afstandelijke - kennis niet op.

Naar die onderlinge betrokkenheid verlangen wij blijkens de miljoenen digitale contacten via Facebook en Twitter. “Het is niet goed dat de mens alleen is”: dit goddelijke woord zien we dagelijks in onze digitale contacten voorbijkomen sinds we de oorspronkelijke verbanden – zoals in die Afrikaanse dorpshut – zijn kwijtgeraakt. Want het verband van woonplaats, kerk, vereniging of politieke partij is niet meer zo dragend.

De liefde voor het menselijk leven is de rode draad in dit boek met zijn uiteenlopende bijdragen: mensen zijn door God geschapen en bedoeld om in verbondenheid samen op te trekken. ‘Aandachtig leven’ oftewel mindfulness. Dat klinkt wat ‘chiquer’ maar is ook van binnenuit leven en de parel van je ziel koesteren.

Bidden
Van Brederode vertelt over een gesprek met haar zoon over bidden. Hij vraagt zich af waar het voor nodig is want God weet toch al wat wij Hem willen vragen. Ze legt uit dat wij het zélf vooral nodig hebben om bij de noden van het leven te worden bepaald: “Misschien was dit soort bidden wel vooral het uitspreken van je eigen onmacht tegenover een Allerhoogste die je daarbij toch gewoon ‘vader’ mocht noemen?” Biddenderwijs worden we bij de essentie van het leven bepaald: mensen in nood en verdriet, mensen in onze eigen kring die ons nodig hebben en blijven we gevoelig voor wat er om ons heen speelt. Er klinken in ons gebed “zoveel soorten van verdriet” (Maria Vasalis).

Verrassend is de stellingname van de schrijfster tegenover de uitspraak van Kuitert: “Alle spreken over boven komt van beneden.” Dikwijls vinden er gebeurtenissen plaats die níet door ons zijn bedacht maar die ons geschonken worden. Noem het inspiratie of openbaring wanneer je iets van Hogerhand ervaart: “Ik geloof dat alle spreken, waarover maakt niet uit, niet vanzelfsprekend is.” De tijd van rationeel verklaren en doordenken waarvan Kuitert de theologische exponent is, ligt achter ons en velen ervaren zijn benadering als te eendimensionaal. Wij zoeken naar méér dat verder reikt en boven onszelf uitgaat maar tegelijk ook tot ons komt en het leven draagt.

Verbeelding
Maria van Magdala leert om los te laten wanneer Jezus tegen haar zegt: “Houd Mij niet vast”. Loslaten van onze denkbeelden en traditie, loslaten van onze theologische opvattingen en gevestigde standpunten. Dán gaat de oester open en ervaren wij de ziel die in ons leeft. De verbeelding krijgt de ruimte en religie wordt wat het is: religare, verbinden.

Er groeit verbinding met Christus zoals Van Brederode dat mooi verwoordt. Intens staat zij stil bij de tekenen van brood en wijn en het is opvallend dat zij pleit voor diepte in de viering waarin het karakter van Christus’ offer tot uitdrukking komt. Heel persoonlijk – en het klinkt als een belijdenis – wordt zij in deze regel: “Ik moet, ik wil Jezus geloven, waarbij ik geloven opvat als een activiteit die alle andere handelingen doortrekt, als iets wat je, alle verheven en diepzinnige gedachten erover ten spijt, moet doén.”

Dit boek is eigentijds maar niet modieus, toegankelijk en diepzinnig, praktijkgericht en bespiegelend, open maar niet vrijblijvend.

[box type="shadow" ]Désanne van Brederode, De ziel onder de arm. Over aandachtig leven, Querido (2013), 288 blz. € 19,95.[/box]

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.