Hoe ga je ermee om als je de diagnose kanker krijgt? En hoe ga je om met de onzekerheid van de weg naar die diagnose toe? Kan spiritualiteit op zo'n moment iets betekenen? Vincent Duindam zoekt steun bij zijn psychologische en spirituele kennis en kunde. 'Wonderlijk tips' in 'wonderlijke tijden'.
Door Vincent Duindam,
Op weg naar één van mijn afspraken in het UMC. In mijn broekzak een briefje: “Een innerlijk lichaam van licht, stilte en liefde, waarin alles mag komen en weer gaan.”
Er waren paniekgedachten en benauwde gevoelens, niet veel en niet lang, ze mochten er zijn en weer gaan. Er liepen onderzoeken naar prostaatkanker en darmkanker.
Een paar dagen later zat ik op een bankje in het bos. Er vlogen vleermuizen. In mijn hand een boek van Nisargadatta Maharaj: het lichaam is een wierookstokje dat wordt aangestoken. Het heeft een begin, een midden en een einde. Dan is het opgebrand. Maar ‘ik ben’ is het licht dat blijft, waarin dit alles komt en gaat. Het gaf me steun in deze wonderlijke tijden.
En ik ben blij dat ik niet lang daarna ‘darmkanker’ kan doorstrepen op mijn lijstje. Dat zag er nu iets overzichtelijker uit. Wachten is spannend. Dit keer had ik Eckhart Tolle bij me. Ik was aan het schrijven in de marges van mijn boek: "Zoek geen ander moment, realiseer je de diepte van dit moment", "verlaat het NU niet", etc.
Toen de uitslag kwam was het even slikken: het is prostaatkanker, we moeten opereren of bestralen. Dit is wel een uitdaging. Hoe hiermee om te gaan. Het voelt als een test voor spirituele diepgang, maar ik wil niet mezelf (of iemand anders) beoordelen.
Echt een steun
Spiritualiteit is wel echt een steun, bijvoorbeeld deze pointer van Tolle:
“... insecurity is one of the greatest challenges. Wonderful.” ("... onzekerheid is een van de grootste uitdagingen. Prachtig.")
Het voelt als een compassievolle knipoog. Of deze zen-pointer:
“Thanks for everything. I have got no complaint whatsoever.” ("Bedankt voor alles. Ik heb geen enkele klacht")
Er zijn zo veel mooie en goede dingen in mijn leven. We hadden tussen biopten en uitslag (duurde 2 weken) een heerlijke tijd in Frankrijk. Met de warmte en het geluk van samen zijn met elkaar. Mijn nieuwe boek komt binnenkort uit. En over ruim een jaar ben ik veertig jaar in dienst bij de Universiteit Utrecht. Kortom, zoveel dingen om dankbaar voor te zijn: familie, vrienden, heel mooi werk.
En dit zal ik ook een plaatsje moeten geven. Gedachten die meteen opkwamen waren: Het is zoals het is. Maak geen ruzie met wat is. Kun je jezelf zien als ‘de ruimte’ waarin dit gebeurt. Aanvaard wat er aan de hand is, maar spits dit vooral toe op het huidige moment.
Verlies je niet in verhalen over deze situatie: hoe dit tot stand kwam, wat er allemaal misschien nog kan of moet gebeuren. Het is niet nodig of wenselijk om mezelf nu anders te gaan zien (patiënt van die en die ziekte), of om de situatie anders te gaan benoemen.
Even schiet door mijn hoofd: is dit niet vluchten, weglopen van de situatie, dingen niet onder ogen willen zien? Maar dat geloof ik niet. Ik weet wat er aan de hand is. En ik realiseer me dat het weinig behulpzaam is om aan de lopende band allerlei scenario’s aan mijn geestesoog voorbij te laten trekken.
Wel merk ik dat ik wat meer stille tijd nodig heb. Ik moet me even losmaken van werkafspraken, sociale afspraken. Een paar uurtjes alleen zijn, wat lezen, wat schrijven, beetje handwas, wat vegen, wat afwas. Als je die dingen met je volle aandacht doet, word je stil, raak je meer aanwezig. Het brengt je terug naar dit moment - het enige moment dat er eigenlijk echt is. Eerdere en latere momenten kun je je alleen inbeelden, dat zijn gedachten.
Hoe groter de uitdaging, des te belangrijker is het om zo te leven, anders word je meegetrokken door een gedachtestroom die vaak zorgelijk en negatief is. Als ik echt in het NU ben, pieker ik niet, zijn er geen heftige verhalen, fantasieën of scenario’s.
Psychologisch en spiritueel
Zes weken voor de diagnose kreeg ik de eerste berichten dat nader onderzoek nodig was. De diagnose is dus een eindpunt van een traject met in mijn geval: inwendig onderzoek, bloedonderzoeken, echoscopie, MRI, coloscopie en biopten. Je kunt hier medisch naar kijken, psychologisch en spiritueel. Natuurlijk zal ik me richten op de laatste twee perspectieven. Psychologisch gezien: hoe ga je om met onzekerheid, met wachten, met een minder gunstig bericht, hoe verwerk je de boodschap, kun je het een plek geven? Freud heeft het over ‘rouwarbeid’, niet alleen wanneer je een geliefde verliest, maar ook wanneer je bijvoorbeeld afscheid moet nemen van je jeugd, je gezondheid, je goede naam.
Kort samengevat: telkens wanneer je met je gedachten daarnaartoe gaat, gedurende dat proces, stoot je je neus opnieuw. Dat vraagt om mild gedoseerde confrontaties.
En spiritueel gezien? Eknath Easwaran ziet de bijbel, de Bhagavad Gītā, de Dhammapada, etc. letterlijk als zelfhulpboeken. Wanneer je de discipline kunt opbrengen om te doen wat er in die boeken staat, kun je voor jezelf ervaren dat je gedachten tot rust komen, dat je meer veerkracht en wijsheid ontwikkelt. Hij heeft hiertoe een concreet programma ontwikkeld met onder andere meditatie, de mantra, het oefenen van focus (eenpuntige aandacht), en het lezen van inspirerende teksten. Deze dingen probeer ik ook met wisselende inzet en energie.
Op scherp
Maar een vraag die ik altijd al had, is in deze periode ‘op scherp gezet’. Wat is nu de relatie tussen de alledaagse wereld en de ‘geestelijke wereld’?
Freud is duidelijk: de geestelijke wereld is een vlucht en religie wordt door hem letterlijk ‘een illusie’ genoemd. De Oepanisjaden en andere hindoeïstische en boeddhistische geschriften zijn al even duidelijk, maar met exact de omgekeerde boodschap: de alledaagse wereld is een illusie (maya), keer naar binnen en ontdek de echte realiteit.
En ook Jezus zegt: zoek je schatten niet in de wereld, maar in de hemel. Want wat je hier vindt is niet reëel in de zin dat het niet blijft, vergaat, bederft, verroest of gestolen wordt.
Maar we leven wel ín de wereld, of in ieder geval óók in de wereld. En wat kunnen we hier nu mee in ons dagelijks leven? Joel Goldsmith heeft hier misschien een antwoord. Het gaat om je prioriteiten, letterlijk: wat moet je eerst doen, waar moet je mee beginnen? Hij laat zich inspireren door Jezus, die zegt: zoek eerst het Koninkrijk en dan volgt de rest ‘vanzelf’. Juist in uitdagende omstandigheden is dit moeilijker dan het klinkt. Als je ziek bent, een diagnose hebt gekregen, of een andere verlieservaring hebt, ben je geneigd je aandacht voor honderd procent hierop te richten.
Er liggen folders van het UMC, voorlichtingsboekjes over incontinentieluiers, artikelen met cijfers en kansen over impotentie, schade aan de darmen. Het voelt als ‘realiteit’. Net als de wonderlijke, kleurige boeketten in de huiskamer.
Wonderlijke tips
Wat is dan de geestelijke wereld en hoe maak je die je prioriteit? In de Bhagavad Gītā lezen we hoe Arjuna volkomen in paniek is vanwege de grote confrontatie die op hem afkomt. Krishna geeft hem advies. En dat advies is niet een letterlijke voorbereiding op of training voor de veldslag die hem te wachten staat (bijvoorbeeld: maak je wapens in orde, verzin een slimme strategie, wat zijn de zwakke plekken van de vijand, etc.), maar een oproep tot een spirituele praktijk met: meditatie, belangeloosheid, matigheid, wijsheid, stilte, evenwicht.
Zijn dat geen wonderlijke tips? Nee, eigenlijk niet. Als je eerst de situatie aanvaardt zoals deze is, vrede sluit met het moment, in het reine komt met jezelf, is er een veel stabielere grond om vandaaruit actie te ondernemen en te veranderen wat je kunt veranderen, of te aanvaarden wat je niet kunt veranderen. Weerstand, woede, rancune en wanhoop onder ogen zien, ook daar ‘ja’ tegen zeggen en deze gevoelens zo wat transparanter maken, kan daar ook bij horen.
Niet oordelen, helemaal in het nu zijn, zegt Goldsmith, goedheid, gezondheid voelen, dan kan dat ook meer vat op je krijgen. Het licht schijnt nu al, open je, laat het door je heen stralen.
Waarschijnlijk pendelen we dan op en neer tussen even kopje onder gaan in de situatie en weer boven water komen in het licht. Even belanden op de plek van onze verwondheid. En dan komen we weer thuis waar God in ons woont. Het belangrijkste is dat we niet opgesloten zijn in een wereld van ellende, dat we weet hebben van een andere dimensie.
Nisargadatta Maharaj vergelijkt hier ‘de wereld’ met een huis waarin je opgesloten kunt zijn, maar dat hoeft niet:
“ … You need not burn the house to get out of it. You just walk out. It is only when you cannot come and go freely that the house becomes a jail. I move in and out of consciousness easily and naturally and therefore to me the world is a home, not a prison.”
(“… Je hoeft het huis niet in brand te steken om eruit te kunnen gaan. Je loopt gewoon naar buiten. Pas als je niet vrij in en uit kunt gaan, wordt het huis een gevangenis. Ik beweeg me gemakkelijk en natuurlijk in en uit het bewustzijn en daarom is de wereld voor mij een thuis en geen gevangenis.”)
Als je de verticale dimensie kent en deze je prioriteit maakt, wordt de wereld een meer vriendelijke plek.
Centrum van mijn pijn
Ook de boeddhistische lerares Pema Chödron kan ons helpen ‘omdenken’. We zijn geneigd om ons af te vragen: waar vind ik veiligheid, hoe word ik gelukkig? Maar je kunt je ook afvragen: kan ik het centrum van mijn pijn vinden? Kan ik stilstaan bij het lijden van mezelf en dat van jou, zonder dat ik telkens pogingen onderneem om het te laten verdwijnen? Kan ik aanwezig blijven midden in de ellende van verlies, ontmoediging en de vele vormen van teleurstelling die we kennen? Als we dat doen, is de ‘truc’ dat deze pijn ons kan openen.
Meer dan vijfhonderd jaar geleden zei Thomas a Kempis al iets heel vergelijkbaars: als je in contact wilt zijn met de liefde van God, kun je je niet afwenden van wat pijnlijk of onwelgevallig is. Van jou wordt gevraagd alles te doorstaan. Omarm ook bereidwillig wat wrang is of wat je zwaar valt.
Of luister naar Nisargadatta Maharaj, uit weer een heel andere traditie: hoe bewuster je bent, hoe dieper je vreugde. Als je je niet verzet tegen pijn, als je de moed hebt het ermee uit te houden, ga je de meest ultieme vervulling ervaren.
Het ‘omdenken’ bestaat hieruit: dat je geen ‘nee’ zegt, maar een onvoorwaardelijk ‘ja’ tegen de situatie zoals deze nu eenmaal al is. Je maakt er geen ruzie mee. Vanuit de stilte en overgave die er dan is, verandert de situatie al. Soms gebeurt er wat je aanvankelijk gewenst had; soms gebeurt dat niet of op een heel andere manier dan je gedacht had, maar in die meer heldere bewustzijnstoestand zie je en creëer je hoe dan ook meer mogelijkheden.
Het MRI-apparaat in het UMC was voor mij, met mijn angst voor kleine ruimtes, wel een uitdaging. Daar lig je dan met oorpluggen in en een koptelefoon, vanwege de oorverdovende herrie die het apparaat produceert, met een bijna niet hoorbare Radio 4. Gelukkig lag de hand van mijn vrouw, ook met oorpluggen en een koptelefoon, op mijn hoofd. De geluidsgolven produceren bij elke opname die ze maken een ander geluid. Ik dacht aan Boeddha en het ‘ja-zeggen’ tegen het moment, zoals het zich nu toont. “Tatata” wordt dat genoemd. Op dat moment bulderde het apparaat: “Tatata” … “Tatata” … “Tatata”.
Ik kreeg een boeddhistische pointer aangereikt. Dan kun je niet anders dan glimlachen.
Prioriteit
De sympathieke en bescheiden Benedictijner monnik Don Talafous zegt het als volgt:
“ …. the words of Jesus have the priority for us; by them we judge all other wisdom. Our faith does not require, though, that we reject all other insight and helps to a good life. Only that we give the central place to the prayerful study and absorption of the word of God. Just as we might use Prozac and prayer, chemotherapy, and sacraments for our health, we might use psychology and psychiatry, yoga and Zen meditation, science, and art along with Scripture and prayer for our spiritual growth. Jesus has the words of eternal life, but they echo in many other places on this planet. He and His words can work with and through all the other good thoughts and practices of human beings."
(“ …. de woorden van Jezus hebben voor ons prioriteit; aan de hand daarvan beoordelen we alle andere wijsheid. Ons geloof vereist echter niet dat we alle andere inzichten en hulp om een goed leven te leiden verwerpen. Het vraagt alleen dat we de contemplatie van het Woord van God centraal stellen. Net zoals we Prozac en gebed, chemotherapie en sacramenten kunnen gebruiken voor onze gezondheid, zo kunnen we ook psychologie en psychiatrie, yoga en zen-meditatie, wetenschap en kunst samen met de Schrift en het gebed gebruiken voor onze spirituele groei. Jezus biedt ons woorden van eeuwig leven aan, maar zijn woorden weerklinken op veel andere plaatsen op deze planeet. Hij en zijn woorden kunnen werken met en doorheen alle andere goede gedachten en praktijken van mensen.")
Het antwoord van Talafous is dus: de geestelijke wereld heeft prioriteit, maar andere middelen kunnen hier prima mee gecombineerd worden.