Vanuit zijn kamer kijkt broeder Benoît Standaert uit op een diep, frisgroen bos. Het is een toevluchtsoord voor hem, nu het coronavirus ook tot binnen de kloostermuren is doorgedrongen. In principe zijn de broeders gedwongen tijdelijk als kluizenaars te leven op hun kamers. “Maar het is lastig eensgezindheid en discipline te bereiken, omdat er net als buiten het klooster verschillend over wordt gedacht.”