Jarenlang heb ik bijna dagelijks op de tatami gestaan om een zo goed en sterk mogelijke judoka te worden. Het was een routine na een lange dag vol les of colleges intensief en lang te trainen, ook wanneer je vermoeid bent, nog overal spierpijn hebt, of gewoonweg geen zin. Je benen mogen blauw zijn, je knokkels gekneusd en je spieren verstijfd, je denkt er niet aan te stoppen. Eigenlijk denk je er sowieso niet veel over na waarom en waarvoor je dit doet. Er is vreugde wanneer een nieuwe techniek slaagt, of toen het me lukte Nederlands kampioen te worden.