De dag voor de vakantie is drukker dan ooit. Toch nemen we dat voor lief, want je bent bezig jezelf een tijdje misbaar te maken. De vrijheid tegemoet! Maar is vakantie dan een soort symptoombestrijding die de onvrijheid maskeert waarin we de rest van het jaar gevangen zitten? Zo somber beziet Annemarie Scheerboom het nu ook weer niet. Ze houdt het op de kunst van het balanceren. Na een tijd van gaan is er gelukkig ook weer een tijd van (terug)komen.

Door Annemarie Scheerboom

Het is op dit moment van schrijven vier uur ’s middags, de dag voordat ik op vakantie ga. Morgen knijp ik er met een aantal vrienden tussenuit om die tijd van rusten (ten slotte is voor alles een tijd, zie Prediker 3,1) eens goed tot zijn recht te laten komen. Op dit moment kan ik me die vakantie haast niet voorstellen, want deze dag bestaat uit een afspraak met een vriendin, inpakken voor de vakantie, naar pianoles gaan, laatste dingetjes regelen voor Omega Magazine, een afscheid van emigrerende buren en het schrijven van dit columnpje. (En tussendoor bedenken dat het hier in Nederland ook best warm weer is; waarom zou je nog weggaan?) Herkenbaar? Toch zet ik deze dag door en doe ik wat ik moet doen, wetend dat ik mezelf misbaar aan het maken ben waardoor ik daarna geoorloofd een tijdje van de wereld kan zijn. Want als de wereld niet instortte toen God na Zijn werk uitrustte (Genesis 2,2), dan stort de wereld al helemaal niet in als wij dat doen.

Verplichtingen

Als je op vakantie gaat, kun je daar verschillende redenen voor hebben: je wilt gezelligheid, zon-zee-strand, rust, natuur, mensen ontmoeten, op avontuur of cultuur snuiven, en sommigen willen het allemaal. Ik wil in ieder geval weg van mijn (school)werk met zijn verplichtingen, mijn moeder met haar verplichtingen (ik woon nog thuis) en de mensen om je heen met hun verwachtingen. Gaan mensen daarom meestal naar het buitenland? Daar komen ze je in ieder geval niet achterna. Ik bedenk me nu dan wel dat als ik straks wifi op de camping blijk te hebben, ik absoluut mijn mail niet wil gaan checken.

Gewoon ergens opnieuw beginnen te leven, ergens waar je nog niet in een bepaald verwachtingspatroon zit. Vrijheid! Want als verplichtingen en verwachtingen wegvallen, rest nog je eigen invulling van je tijd. Misschien kom je zo verlangens van jezelf tegen die er in de sleur van het dagelijks leven niet goed uit konden komen, omdat je niet goed bij jezelf stilstond of omdat anderen een bepaalde verwachting van je hebben en je onbewust aan die verwachtingen wilt voldoen. Jezus ondervond dat ook: hij wilde op een gegeven moment dingen anders doen, maar dat kwam pas uit de verf toen hij naar een andere plek dan zijn geboortestad trok, ergens waar ze hem niet alleen voor de zoon van de timmerman aanzagen (Matteüs 13,55-58).

Ultieme vrijheid

Hoe meer ik over die vrijheid nadenk, hoe meer ik ernaar ga verlangen. Toevallig ben ik ook net een boek* aan het lezen over iemand die zich ontwikkelt tot een persoon die zijn eigen leven leert inrichten. Hij ervaart uiteindelijk ultieme vrijheid omdat hij doet wat hij wil, zelfs wat betreft zijn werk. Is op vakantie gaan dan niet het bestrijden van symptomen, namelijk de symptomen die je krijgt als je je eigen leven minder goed inricht? Ik denk dat dat niet per se zo hoeft te zijn. Om je leven goed in te richten kun je zo nu en dan best een retraite gebruiken. Leven in vrijheid vraagt om balanceerkunst. Dat noem ik pas vakantie! En zodra ik daar weer genoeg van hebt, is er behalve een tijd van gaan gelukkig ook weer een tijd van (terug)komen.

* Timothy Ferriss, Een werkweek van 4 uur. Leid een rijk leven zonder veel te doen, Boekerij, 2010, 315 blz., € 15,-.

mw Annemarie >> Lees ook andere artikelen van Annemarie Scheerboom

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.