Een rotsvast godsgeloof spreekt uit het gebedenbundeltje van predikante Truus de Boer. Of is het eerder een godsverlangen? Haar teksten zijn het resultaat van een jarenlange gebedspraktijk die neerkomt op simpelweg stilzitten. Iedere ochtend, dag na dag, maand na maand. Haar teksten zijn onopgesmukt, bondig en direct maar ook ‘denkerig’ en ik-gericht. “Maar ach, in die tekortkomingen ligt ook wel weer iets sympathieks. Het is zo herkenbaar allemaal.”

Door Theo van de Kerkhof

Of de Bezieling aandacht wilde besteden aan een in eigen beheer uitgegeven gedachten- en gebedenboekje. Ik moet bekennen dat dergelijke verzoeken mij enigszins sceptisch stemmen. Toch was ik ook wel weer snel ingenomen met het bundeltje dat de doopsgezinde predikante Truus de Boer de redactie toezond. Haar teksten zijn onopgesmukt, bondig en direct. In minder dan anderhalve bladzijde komt zij in het voorwoord tot de kwintessens van haar meditatieve gebedspraktijk. Wel prettig in een tijd waarin de boeken over meditatie en mindfulness over elkaar heen tuimelen.

De Boer getuigt van een elementair, maar rotsvast godsgeloof. Of is het toch eerder een godsverlangen? Meer zoeken dan ervaren?

Simpelweg stilzitten

Wat intrigeert is dat zij bij haar zoektocht naar God een al even elementaire en directe methode gevonden lijkt te hebben: simpelweg stilzitten. Dat maakt nieuwsgierig naar haar gebeden, vooral ook omdat haar gebedspraktijk geen eendagsvlieg is: “Ik ga namelijk al jarenlang iedere ochtend, dag na dag, maand na maand, stilzitten.” Bondig geeft ze aan wat in al die boeken over mindfulness en meditatie bladzijdenlang uitvoerig wordt beschreven: hoe die praktijk van stilzitten met stoorzenders, pijntjes en alle mogelijke vormen van afleiding omgeven is. “Gedachten, behoeften en emoties kunnen behoorlijke spelbrekers zijn”, schrijft De Boer. “Maar die stoorzenders verdwijnen door mijzelf steeds te hernemen en in herinnering te roepen wat ik beoog, en dat is God zoeken en Hem ontmoeten.”

Wat heeft de Boer gevonden? “De stilte die gaandeweg ontstaat, als alles tot zwijgen is gebracht, is weids. Het is ruimte en in die ruimte kan ik God ontmoeten.” Op die momenten borrelen bij haar de woorden naar boven waarvan haar boekje de neerslag vormt. “Het is mijn ervaring dat ik zoek en vind, maar tegelijk gevonden wordt (…) Wat even opmerkelijk is, is dat de ruimte, tijdens het stilzitten, steeds groter wordt en Ruimte wordt met een hoofdletter. Het is de plek geworden waar ik dag aan dag mijn thuis vind, God ontmoet én de wereld om mij heen ontdek.”

Eenvoudige taal

Maar de hamvraag is natuurlijk: wat levert dit uiteindelijk aan gebedsteksten op? Hoe sympathiek ook, uiteindelijk is de vraag of haar gedachten en gebeden ook anderen kunnen inspireren en aanspreken.

Ook wat dat aangaat, is het elementaire en directe De Boers kracht. Het zijn geen moeizaam te begrijpen gedichten. Het gaat om een eenvoudige taal, eerder in de school van Nel Benschop, Toon Hermans en Phil Bosmans, dan in die van diepzinnige dichters. Uit haar gedachten en gebeden spreekt eenzelfde eenvoud en grondvertrouwen. ‘Menslief ik hou van jou’. Al staat bij De Boer vooral de dialoog met God op de voorgrond. Het is eerder: ‘Godlief ik hou van U’.

Onder mijn bidden , smeken
en roepen
bevindt zich een ragfijn
melodietje

Een flard sneeuwwit,
een vlaag beweeglijkheid,
een flintertje bewustzijn,
U, een glimlach.
U bent het.

Theologisch

Vervolgens: De Boer noemt haar bundel niet voor niks gedachten- en gebedenboekje. De teksten hebben inderdaad een hoog 'denkerig' gehalte, te veel eigenlijk voor gebedsteksten.

Thematisch zijn de teksten eerder theologisch dan existentieel. Dat wil zeggen: De Boer is in gesprek met God, of beter: in gesprek met zichzelf over hoe ze God ziet, hoe hij in haar leven kan komen, hoe zij een relatie met hem kan aangaan. Hier en daar klinkt wel summier een persoonlijk levensthema door, al was het maar in de verwijzingen naar somberheid, gemis en zelfbeklag.

Haar denken en zoeken naar woorden om in dialoog met God te geraken, maken haar gedachten en gebeden behoorlijk ik-gericht. Ze draaien om de binnenwereld en denkwereld van de auteur. Zelfs als het gebed ‘De mus’ heet, is de clou uiteindelijk toch: Kon ik maar zo zijn / onbewust bewust. In dat opzicht is er wel een groot verschil met de verzen van iemand als Phil Bosmans, die veel meer van zelfvergetelheid en gerichtheid op de ander getuigen.

Ego-brij

Maar ach, in al die tekortkomingen ligt ook wel weer iets sympathieks. Het is zo herkenbaar allemaal, juist in dat zoekende en door dat onopgesmukte. We moeten tenslotte allemaal door de ego-brij heen naar de ‘weidse Ruimte’ van de wereld buiten het ik, waar De Boer in haar voorwoord van rept en die ze ergens ook wel ziet lonken. En dan: theologisch mijmeren mag natuurlijk ook. Soms ontstaat dan een originele ingeving:

Ik dacht
altijd
dat
U traag bent,
en log
zo van-de-eeuwen

Maar
Uw Geest
is snel
en jong
en vaardig
Zij glinstert
van plezier.

 

Truus de Boer, Gedachten - en gebedenboekje. Zomaar, zowaar, gevonden, 54 blz., € 6,50 excl. verzendkosten. Het boekje kan besteld worden bij de auteur, via: [email protected].

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.