“Het is een ontroerend boek en tegelijk geestig, over een jongen die in het ziekenhuis ligt. Het boek geeft een overzicht over hoe het leven zich ontwikkelt tot de dood aan toe. Door het taboe over de dood ontstaat heel vaak eenzaamheid, maar Oscar weet raad. Ik verlang zeer naar zijn kinderlijke blik op God’, zegt Anne Christine Girardot, documentairemaker, over haar favoriete boek ‘Oscar en oma Rozerood’ van de gelauwerde Franse schrijver en filmmaker Éric-Emmanuel Schmitt.
Door Cees Veltman
“Schmitt maakt furore in Frankrijk. Zijn boeken zijn ook in het Nederlands vertaald, zoals ‘Oscar en oma Rozerood’. Het gaat over een jongen van 10, Oscar, die in het ziekenhuis ligt met leukemie. Hij voelt aan alle kanten dat zijn behandeling, een beenmergtransplantatie, is mislukt en dat hij het niet zal overleven. De relatie met zijn arts en met zijn ouders is moeizaam, want zij durven hem niet te vertellen wat er aan de hand is. Ze schrikken als hij het woord dood gebruikt. Hij heeft een gesprek afgeluisterd tussen zijn ouders en zijn arts die zegt ‘echt alles te hebben geprobeerd.’ Zijn ouders nemen steeds cadeautjes voor hem mee zodat ze gebruiksaanwijzingen en spelregels kunnen voorlezen om niet echt met hem te hoeven praten. Daardoor voelt hij zich verdrietig en eenzaam.
Hij heeft in het ziekenhuis wel kleurrijke vriendjes, maar blijft zich toch eenzaam voelen. Totdat een vrijwilligster, oma Rozerood – genoemd naar de kleur van haar kleren - zijn verdriet ziet en hem uitnodigt om alles op te schrijven wat er in hem omgaat. Ze besluiten dat hij brieven aan God gaat schrijven. Oscar is totaal niet christelijk opgevoed. Hij heeft geen idee wie of wat God is. Toch zet hij iets op papier: ik ga u schrijven, maar eigenlijk geloof ik helemaal niet in u. De eerste zin is: ‘Beste God, Ik heet Oscar, ik ben tien jaar, ik heb het huis, de kat en de hond in de fik gestoken (ik geloof dat ik zelfs de goudvissen heb geroosterd) en dit is de eerste keer dat ik je een brief stuur, want door mijn studie had ik daar tot nu toe geen tijd voor.’
Door de brieven ontstaat er communicatie tussen hem, oma en God. Het prachtige van het boekje is dat essentiële thema’s worden aangereikt door de ogen van een kind. Oscar denkt: God bestaat eigenlijk niet, maar als hij wel bestaat, oké dan wil ik wel met hem praten. Hij mag wel bij me op bezoek komen. Hij ontdekt de rijkdom van geloven: troost. Tegelijk praat hij met een heerlijke onbevangen blik met God en stelt directe vragen: waarom maakt u er een potje van, als zoveel mensen ziek zijn? Het zijn de kinderlijke woorden die wij als volwassenen zijn kwijtgeraakt, die mij het meest ontroeren.
Oscar maakt het weer goed met zijn ouders en probeert hen uit te leggen dat het leven een gek cadeau is: ‘Eerst vind je het leven veel mooier dan het in feite is: je denkt dat je het eeuwige leven hebt gekregen. Daarna vind je het maar niks: wat stelt het nou voor, het duurt te kort, je zou het bijna willen weggooien. Tenslotte besef je dat het geen cadeau is, alleen een lening.’
Elke dag als tien jaar
Een rode draad in het boek is dat oma tegen Oscar zegt dat hij snel ouder zal worden en dat je de kwaliteit van een leven niet kunt afmeten aan de tijd dat er geleefd is. Ze wil dat hij zijn leven mag afmaken. Daarom besluiten ze elke dag als een periode van tien levensjaren te beschouwen. Zo kan hij de puberteit doormaken, gaan trouwen, een andere vrouw zoenen, in een midlifecrisis komen en oud worden. Op de elfde dag gaat hij dood, op zijn 110e verjaardag. Dan mag hij zich door God laten verrassen, vindt Oscar die heeft ontdekt dat er onverwachte dingen op zijn pad zijn gekomen. Hij ziet in dat God overal is en wacht op hem. In zijn laatste brief, als hij heel moe is, schrijft hij: ‘Niemand mag mij wakker maken, alleen God.’ Een mooie knipoog naar het eeuwige leven.
Schmitt is een zeer gelovige man. Hij schuurt tegen dit soort thema’s aan zonder dogmatisch te zijn. Hij beleeft het geloof van binnenuit. Op zijn 28ste had hij een mystieke ervaring in de woestijn. Dan snap je een beetje waar zijn geloof vandaan komt.
Het is een prachtig boek met thema’s over de dood die mij altijd raken. Ik werk als vrijwilliger in een hospice in Deventer. En daar merk ik dat praten over de dood vaak een taboe is. Natuurlijk kun je elkaar ook aanvoelen zonder woorden, bijvoorbeeld door begripvolle blikken te wisselen, maar de dood kun je beter niet ontkennen en kun je beter niet in de taboesfeer laten. Lieg niet aan een ziekbed, bied geen valse hoop, zeg niet dat je moet knokken en dat het allemaal wel goed komt. Dan veroorzaak je veel eenzaamheid.
Dit boek helpt me af en toe om uit de sfeer van de kerk te zijn. Kerken zijn wel nodig, maar uiteindelijk ligt de kern van het geloof in ons verlangen naar God, naar wie we op zoek zijn. Ik denk dat het onze opdracht is dezelfde onbevangenheid te hebben als Oscar en een kinderlijke onschuld en geloof terug te vinden. Ik verlang zeer naar de kinderlijke blik op God, een blik die vaak wordt vertroebeld door levensverhalen en teleurstellingen met kerken en gelovigen en ervaringen die de essentie van het geloof niet raken. God is er om het leven te ontdoen van ballast. Laat je verrassen door God, sta open voor hem.”
---------------------------------
Éric-Emmanuel Schmitt, ‘Oscar en oma Rozerood’, Atlas Contact, 120 blz., € 24,95
Anne Christine Girardot, documentaires ‘De kist’, ‘De terugkeer van de monniken’ en ‘Tijd om te sterven’.