Na ontdekking van verloren gewaande manuscripten beleeft de muziek van de zwarte Amerikaanse componiste Florence Price een herwaardering. Een samenkomen van westerse, negentiende-eeuwse klassieke muziek met gospelklanken uit de zwarte kerkgemeenschap.
Door Eric Corsius
In 2009 werd een schat ontdekt. In een verlaten huis in Illinois werden tal van verloren gewaande (of liever: gewoon vergeten) manuscripten gevonden van de componiste Florence Price (1887-1953). Het vervulde de muziekwereld met schaamte, dat het werk van deze vrouw zo was verwaarloosd, terwijl het een plaats zou hebben verdiend in de canon van de Amerikaanse cultuur. Inmiddels is er een herwaardering en herleving gaande van de muziek van Price. Haar werk is gecatalogiseerd en wordt uitgegeven, uitgevoerd en opgenomen. De huidige emancipatiegolf van de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten heeft zeker ook eraan bijgedragen, dat deze muziek intussen wordt uitgevoerd door topensembles en opgenomen door grote labels.
Genegeerd
Dat Florence Price zolang is genegeerd, heeft ongetwijfeld te maken met het feit, dat de klassieke muziekwereld lange tijd een witte-mannen-aangelegenheid was – en dat nog steeds is. Dit bedroevende gegeven staat in schril contrast met het aanzien dat Price gedurende haar leven wel degelijk genoot, vooral nadat ze zich eind jaren twintig in het noorden van de USA vestigde, waarheen ze was gevlucht uit het door en door racistische zuiden. Al hoorde ze tot de relatief bevoorrechte groep zwarten met een goede opleiding, toch was ook voor haar het leven in het zuiden een hel.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat de muziek van Price niet echt vernieuwend was en dat ze ook na haar ‘herontdekking’ weinig opzien baart. Ze is onmiddellijk herkenbaar en ligt goed in het gehoor van iedereen die vertrouwd is met westerse klassieke muziek. Dat maakt het verleidelijker, om er schouderophalend aan voorbij te gaan. Ook hier ligt mogelijk een deel van de verklaring voor de relatieve onbekendheid van Price. Aan de andere kant kan men zich afvragen, waarom het mannelijke collega’s in Amerika dan beter is gegaan, zonder dat ze gedurfde experimenten aangingen. Denken we maar aan Barber en Bernstein.
Spirituals en ragtime
Luistert u echter gewoon zelf naar haar muziek. U hoort dan, hoe Price een traditioneel Europees idioom verweeft met elementen uit de zwarte traditie. De typische toonladders en ritmes die wij associëren met spirituals en ragtime zijn onmiddellijk herkenbaar. Zo schept ze een synthese van westerse, negentiende-eeuwse klassieke muziek aan de ene kant en de gospelklanken uit de zwarte kerkgemeenschap aan de andere kant. De balans slaat echter door naar de klassieke kant. Zo lijken haar symfonieën op dezelfde leest te zijn geschoeid, als de symfonieën van Dvorák. Haar werk zou men kunnen opvatten als een complexe vorm van culturele toe-eigening. Schrijft Price als zwarte vrouw uiteindelijk witte-mannen-muziek, die parasiteert op haar eigen minderheidstraditie?
Ambivalentie
Deze ambivalentie komt indirect mooi tot uiting in de tekst van Langston Hughes, die Price op muziek zette, de ‘Liederen voor de Zwarte Maagd’. De paradox van respect en geweld, erkenning en toe-eigening kenmerkt de relatie van de ik-persoon tot de aangesproken ‘donkere vrouw’. Wie is bedoeld met die laatste? De maagd Maria? Een aardse geliefde? Of is ze het zinnebeeld van de zwarte gemeenschap?
Would
That I were a jewel,
A shattered jewel,
That all my shining brilliants
Might fall at thy feet,
Thou dark one.Would
That I were a garment,
A shimmering, silken garment,
That all my folds
Might wrap about thy body,
Absorb thy body,
Hold and hide thy body,
Thou dark one.Would
That I were a flame,
But one sharp, leaping flame
To annihilate thy body,
Thou dark one.(Ik wilde
Dat ik een juweel was,
Een vergruizeld juweel,
Dat al mijn stralende briljanten
U voor de voeten konden vallen,
Gij donkere.Ik wilde
Dat ik een kledingstuk was,
Een glinsterend, zijden kledingstuk,
Dat ik al mijn plooien
Om uw lichaam zou kunnen wikkelen,
uw lichaam in mij opnemen,
uw lichaam vasthouden en omhullen,
Gij donkere.Ik wilde
Dat ik een vlam was,
Één laaiende, omspringende vlam
Om uw lichaam te vernietigen,
Gij donkere.)