Al drie en een half jaar schrijft Erik Borgman wekelijks een column voor de website Huis van Dominicus in Utrecht (www.huisvandominicus.nl), onder de noemer: ‘Tekenen in de tijd’. Ze signaleren Gods betrokkenheid bij de wereld en het leven van elke dag en suggereren manieren om daarop te antwoorden. Komend weekend verschijnt er een bundel met negenenveertig – zeven keer zeven – van deze columns, gegroepeerd volgens de zeven zogenoemde 'geestelijke werken van barmhartigheid'. In de inleiding belicht Borgman het belang van deze geestelijke barmhartigheid.
Door Erik Borgman
Niet om gediend te worden, maar om te dienen
‘Laat ieder van ons bedacht zijn op het welzijn en het opbouwen van zijn naaste’, schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome (Romeinen 15,2). Voor mensen die in Jezus geloven, zou het volgens hem vanzelfsprekend moeten zijn dat zij elkaars lasten helpen dragen (Galaten 6,2). Jezus zelf heeft immers gezegd dat Hij, de Mensenzoon, niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen (Marcus 10,45). Daarom moeten ook degenen die zijn volgelingen willen zijn, willen dienen.
Dat gaat ver. Jezus vraagt zijn leerlingen handelingen te stellen van dienstbaarheid, juist ook handelingen die weinig prestige hebben en waarop wordt neergekeken. Tegen het wassen van voeten werd in Jezus’ tijd aangekeken op een manier die vergelijkbaar is met de manier waarop wij naar het schoonmaken van toiletten of het wassen van incontinente ouderen kijken. Toch zegt Hij bij zijn laatste maaltijd met zijn leerlingen: ‘Als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen’ (Johannes 13,14).
Elke nood is de nood van de Mensenzoon
De meest bekende en tot de verbeelding sprekende uitdrukkingen van de wil om dienstbaar te zijn, zijn de zogenoemde werken van barmhartigheid. Zij zijn ontleend aan de parabel die Jezus vertelt over het Laatste Oordeel, wanneer de Mensenzoon recht spreekt en goeden en slechten van elkaar scheidt. De goeden blijken zij die voeden wie honger hebben, te drinken geven aan wie dorst hebben, opnemen wie vreemdeling zijn, kleden wie naakt zijn, omzien naar zieken en gevangenen bezoeken. De traditie heeft daar nog het begraven van de doden aan toegevoegd.
De Mensenzoon zegt dat mensen wat zij doen voor degenen die hij ‘de minsten van de mijnen’ noemt, voor hem doen (Matteüs 25,40). Hij identificeert zich geheel en al met degenen die het aan het meest elementaire ontbreekt. Leerlingen van Jezus moeten niet voor anderen zorgen omdat Jezus ze dat heeft opgedragen, maar omdat Hij aanwezig is in ieder die gebrek heeft aan wat nodig is. Hun gebrek is zijn gebrek.
Geestelijke werken van barmhartigheid
Naast de lichamelijke werken van barmhartigheid heeft Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) ook een lijst gemaakt van zeven manieren om elkaar in geestelijke zin bij te staan. We kunnen elkaar helpen als we iets niet begrijpen of niet weten wat we moeten doen: in het eerste geval spreekt Thomas van onderrichten en in het tweede geval van raad geven, adviseren. We kunnen elkaar helpen als het mensen onder ons niet goed lukt om met moeilijke omstandigheden om te gaan en Thomas spreekt dan van troosten. Wij kunnen degenen die verkeerde wegen dreigen te gaan proberen van koers te doen veranderen en dat noemt Thomas berispen. Wij kunnen degenen die iets verkeerd hebben gedaan op een manier waar wij last van hadden, vergeven en degenen die ons hinderen verdragen. We kunnen tot slot waar wij zelf niet afdoende kunnen helpen, God om hulp vragen en voor elkaar bidden.
Elkaar Gods barmhartigheid gunnen
Als opsomming kunnen deze zogenoemde geestelijke werken van barmhartigheid gemakkelijk de verkeerde indruk wekken. Elkaar onderrichten, elkaar raad geven, elkaar berispen, elkaar troosten, elkaar vergeven, elkaar verdragen, voor elkaar bidden: hedendaagse mensen horen hier al snel de neiging in van betweters die zich bemoeien met wat ze niet aangaat. Dat is echter een misverstand.
Het is juist een probleem als wij elkaar niet ondersteunen in het nemen van beslissingen, elkaar niet helpen de goede stappen te zetten, elkaars tranen niet drogen, elkaar niet vergeven en het niet proberen uit te houden met elkaars gebrokenheid. Het is nalatig om niet voor elkaar te bidden. Ieder van ons heeft uiteindelijk allereerst Gods barmhartigheid nodig en wanneer we dat elkaar gunnen, tonen wij de grootst denkbare grootmoedigheid.
Gelovig opladen
Deze tijd kent een ware epidemie van psychische klachten, vormen van overspannenheid en burn-out. In deze situatie elkaar niet ondersteunen in het zoeken naar een goed en betekenisvol leven komt neer op geestelijke verwaarlozing. Ik denk dat wij ons daar geregeld schuldig aan maken.
Om met deze neiging te breken leek het mij goed om de geestelijke werken van barmhartigheid uit de kast te halen, ze af te stoffen, te onderzoeken welke mogelijkheden ze ons bieden bij elkaar gelovig bij te tanken en elkaar te helpen gelovig op te laden. Zeven geestelijke werken van barmhartigheid met daarbij telkens zeven pogingen. Niet meer en niet minder.
Erik Borgman, Om te dienen, niet om gediend te worden: Zeven keer zeven teksten om gelovig op te laden, Baarn: Adveniat 2023. Te bestellen via de uitgever: Adveniat.