"Misschien heb ik wel een obsessie met ongeluk", zo besluit Marinus van den Berg zijn blog. Hij reageert op het essay van Herman Pleij over geluk (in het kader van de maand van de geschiedenis). Onze cultuur heeft een obsessie met geluk, betoogt Pleij, terwijl geluk eerder iets is dat ons toevalt, onverwacht en ongezocht. "In de plooien van de dag", vult Marinus aan.

Door Marinus van den Berg

“De kerk heeft veel ongeluk gebracht.” Daarover zou worden gepraat in het laatste uur van de dag bij Pauw. Het werd direct na het journaal aangekondigd. Ook slechte films willen kijkers trekken. Ik besloot eerder te gaan slapen. Ik zag de droevige processie al weer voorbijtrekken: de kruistochten, de ketterjachten, de heksenverbranding, het seksueel machtsmisbruik en het doodzwijgen, de seksuele moraal. Ik had er geen zin in. Ik word er niet gelukkig van.

Dat ook de kerk zondig kan zijn zoals Borgman heeft geschreven is niet altijd gemakkelijk te pruimen. Dat de kerk, de kerken en hun vertegenwoordigers ook geluk hebben gebracht en brengen is een verhaal dat niet veel kijkers trekt maar waar in deze maand van de geschiedenis ook wel wat over te zeggen zou zijn. Ik denk maar aan wat de abdijen hebben betekent voor zieken, voor de landbouw, voor het verspreiden van boeken.

Obsessie

De volgende ochtend na een goede nachtrust regende het en daar word ik zelden gelukkig van. In mijn ochtendkrant las ik het gesprek met, ik zou bijna zeggen dominee, Herman Pleij. (1) We zouden een obsessie hebben met genieten en gelukkig willen zijn. (Zie: Trouw, 28 september.) Ik wens kassières ook vaak nog een fijne avond toe – ik doe mijn boodschappen meestal tussen vijf en zes – en conducteurs een fijne reis. Ik meen het ook nog en ik laat soms een klant met maar één ding voor en dan zegt zo'n kassière 'wat lief van u'. Ik hoor het graag en is dat nu een zonde?

Misschien wat afwijkend in een scheldcultuur waarin vijfjarigen al woorden zeggen die ik hier niet herhaal. Misschien ben ik wel te braaf en te netjes opgevoed. Gelukkig trok de regen weg en kwam de najaarszon door. Daar word ik wel weer gelukkig van.

Geluk is een gevoel, lees ik. Geluk is D.O.M. (Doelen, Oplaadpunten en Mensen) schrijft de geluksprofessor Patrick van Hees. (2) Voor maar tien euro lag het te koop.

Arbeidsmarkt

Ik zette koffie en smeerde boterhammen met kaas vanwege de reis van deze dag naar Deventer. Het brood haal ik in de bakkerszaak waar “die gehandicapte mensen werken”, zoals een vijftienjarige in de bus tegen me zei. Zijn vriend van school had er stage gelopen. Leuk, te gek soms. Ze bakken er heerlijk gezond brood en ze proberen niets over te houden op het einde van de dag. Op is op. “De mensen willen tegenwoordig volle broodplanken zien”, zei de vrouw die ik bij de voornaam mag noemen.

Zij die het initiatief tot deze bakkerswerkplaats heeft genomen voor mensen “ver van de arbeidsmarkt.” Ik noem ze mensen van de nieuwe arbeidsmarkt. Ze bakken er ook koekjes die ze – echt Rotterdams – in een containerdoosje verpakken. Ze hebben nu zes kleuren. Voor verzamelaars!

Dit brood wordt gezond bereid en smaakt toch lekkerder dan dat van De Broodzaak waar de mensen wel aardig zijn maar wat ze verkopen duur. “Alles op het station is duur”, zei iemand. Dus ik bespaar weer iets vandaag en zo zit het geluk in de plooien van de dag. Heb ik een obsessie met geluk?

Zo stil

Vanaf deze keer ga ik eenmaal per maand hier een bijdrage leveren. Dat heb ik met Theo afgesproken. Ik moet dus kiezen – wat niet altijd gelukkig maakt – want ik schrijf elke dag een dagcolumn,  'op de huid van de dag', zoals Theo schreef. Daar werd ik ook even gelukkig van.

Dichtbij de dag en deze dag is nog niet halverwege. Ik had eigenlijk nog eens willen stilstaan bij Nathan (18) uit Moeskroen over wie ik vorige keer schreef. Die jongen die de burgemeester van Moeskroen om het leven bracht. Die jongen wiens vader zichzelf om het leven bracht. Allemaal zaken waar niemand gelukkig van wordt. Iemand schreef dat Nathan de laatste tijd stiller was.

Zo iets hoorde ik vaker: ‘de laatste tijd zo stil….” Griet Op de Beeck schrijft er ook over in haar indringende nieuwe roman. (3) “Gij zijt zo stil….” (blz. 18). Zouden we gelukkiger worden of zouden meer mensen gelukkiger worden als we dat stiller worden waarin iets bedreigends schuilgaat meer zouden horen en zouden benoemen. Ik schreef een korte tekst. Misschien heb ik wel een obsessie met ongeluk.

 

Stiller

Dat je stil bent
Stiller
Stiller dan ik je ken

Dat je zo stil kunt zijn
Stiller dan eer
Al was je altijd wel wat stil

Dat je stil bent
Alsof je er niet bent
Niet hier bij ons

Dat je zo stil bent
Alsof je ergens anders bent
Afwezig aan tafel

Vind je ’t ook zelf
Vind je ook jezelf stiller
Mag ik ’t je zeggen

Ik wilde ’t niet stil houden
Stil houden voor
Ik die jou graag zie.

 

(1) Essay voor de maand van de geschiedenis door dr. Herman Pleij, Geluk, Van hemelse gave tot hebbeding, CPNB, € 3,50.
(2) Patrick van Hees, Geluk is D.O.M., Boekerij 2016
(3) Griet Op de Beeck, Het beste wat we hebben, Prometheus 2017

Marinus van den Berg ([email protected])

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.