Hoe ga je om met ziekten, van jezelf, je naasten? Hoe doen we dat in onze samenleving als geheel? De coronacrisis heeft ons met de neus op de feiten gedrukt en ons deze vragen heel praktisch en concreet opgedrongen. Lisette Thooft zoekt antwoorden - eveneens praktisch en concreet - in haar eigen omstandigheden en schuwt daarbij het grote culturele perspectief niet.

Door Lisette Thooft

“Mam ik ben echt heel ziek,” appt mijn dochter en ze stuurt een foto mee van een zelftest: positief voor covid 19, corona in de volksmond.
Ik schrik ervan. Ik wil naar haar toe, maar kan dat wel?
Natuurlijk kan dat. Alleen kan ik dan geen mensen masseren.
En als ik zelf ziek word? 
Dan wil ik nog steeds naar haar toe. Liever dat, dan bang worden en wegblijven bij mijn geliefde kind. 

Mijn rebalancing-sessies van die week zeg ik af. En ik fiets naar mijn dochters huis, me sterk bewust van mijn vrijheid: ik ben vrij, omdat ik geen bezwaar heb tegen het risico op ziekte, pijn, en dood.
Wat een geluk.
 
Ze is echt heel ziek, ze vindt het fijn dat ik er ben, ik knuffel haar naar hartenlust, doe boodschapjes en kook soepjes, zoals ik bij een andere ziekte ook gedaan zou hebben.
En ik voel. Voel ik al iets ziekigs in mezelf? Nee, niks, kennelijk heeft mijn lichaam op dit moment geen ziekte nodig en nodigt het de rondwaaiende virussen niet uit om binnen te komen. Want zo werkt het immuunsysteem: een ziektekiem mag alleen maar binnenkomen als hij uitgenodigd wordt, naar binnen geëscorteerd zelfs.
Geen virus-escort in mijn slijmvliezen.
Na een week is ze weer wat opgeknapt, ik doe ten overvloede een test - negatief, zoals ik al verwacht - en daarna kan ik weer aan mijn rebalancing-werk.
Wat een geluk.

Enge, rare ziekte

Mijn dochter vindt het een enge, rare ziekte. Ik vind SARS-COV-2 ook een eng, raar virus. Maar hoe ga je om met enge, rare toestanden? Ik zou zeggen: NIET door iedereen zo bang mogelijk te maken, zoals Tedros Ghebreyesus van de WHO vorig jaar die de wereld in slingerde "We should be very, very worried."
Hij had beter kunnen zeggen:"We should be very, very wise." 
Laten we hier moedig en bloedig doorheen gaan, lieve wereld, met wijsheid, overgave en godsvertrouwen. Want mensen worden ziek als dat ergens goed voor is. En mensen gaan dood als ze klaar zijn en weer terug mogen naar Huis. En trouwens, waar leef je voor? Toch niet om zo lang mogelijk te leven? Toch niet voor veiligheid? Het doel van mijn leven is liefde en vrijheid.

Van angst schiet je in de controlekramp en controle is niet wijs. Controle ontaardt dikwijls in liefdeloosheid en onvrijheid. Gevaccineerden kunnen nog steeds besmet worden en anderen besmetten, zo lees ik in de krant. En velen worden bang voor ongevaccineerde mensen zoals ik.

Gedegenereerde cultuur

Ik denk dat wij getuigen zijn van het eind van onze beschaving. Alleen in een gedegenereerde cultuur, een cultuur op zijn laatste benen, kan het officiële advies zijn om zieke mensen te vermijden, te verlaten, niet meer aan te raken tenzij in plastic verpakt. Alleen een ontaarde samenleving geeft jongeren riskante injecties die ze niet nodig hebben, om ouderen langer te laten leven. Alleen een ontspoord beleid streeft naar totale controle. Hoe onwijs dat kan worden, hebben we gezien in de lockdowns, toen sportscholen, yogastudio's, sauna's en massagepraktijken dicht moesten voor de volksgezondheid, terwijl snackbars, slijterijen, snoepwinkels en botoxklinieken open bleven.
Voor de volksgezondheid?

Misschien is dit wel hoe de laatste vitale energie uit het systeem geperst wordt, zoals in de I Tjing bij hexagram 23 De Versplintering. Eruit geperst door de krachten van verval, van materialisme, winstbejag en angst. Dat kan kennelijk alleen maar destructief verlopen; de boel moet opgeruimd, kapot, om ruimte te maken voor iets werkelijk nieuws.

Eigen weg

Maar ik weet: ook in een gedegenereerde, ontaarde en ontspoorde wereld kan ik mijn eigen weg kiezen en doen wat ik wil doen, wat mijn hart me ingeeft.

Aan de Universiteit van Utrecht had ik een halve eeuw geleden een Amerikaanse professor, Seymour Betsky, die ons op een dag vertelde wat zijn missie in het leven was. Ik meen dat het iets was als: echte literatuur overeind houden in de lawine van oppervlakkige popcultuur, echte kwaliteit en diepgang doorgeven aan volgende generaties. Hij sprak er bevlogen over en hij eindigde met een punchline, in dat prachtige Amerikaans van hem, die zou blijven resoneren in mijn ziel.
“It’s a losing fight,” zei hij. “But what the hell.”
 
Dat je de vrijheid hebt om zo te denken, altijd. 
Wat een geluk.
 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.