Erik Borgman is gefascineerd door het optreden van paus Franciscus. Bij zijn laatste rondreis door Cuba en de Verenigde Staten viel het weer eens op hoe Franciscus te werk gaat: met dankbaarheid, zelfrelativering, contact makend, bevestigend, en oproepend tot geloof in verandering. “Geloof je dat het mogelijk is dat de zoon van een timmerman Gods Zoon is?”

Door Erik Borgman

Afgelopen week heb ik met fascinatie paus Franciscus gevolgd op zijn reis naar Cuba en de Verenigde Staten van Amerika. De Nederlandse media berichtten er mondjesmaat over, maar via de website van het Vaticaan en via een eigen youtube-kanaal is het optreden van de paus gemakkelijk te volgen. En het is toch iets anders om een toespraak te lezen dan om te zien en te horen hoe hij in moeizaam Engels, maar met hartstocht wordt uitgesproken in het Amerikaanse congres.

Dankbaarheid

Het is interessant om te zien hoe deze paus te werk gaat. Hij gedraagt zich ten eerste nadrukkelijk als een dankbare gast. Uitvoerig bedanken voor de uitnodiging hoort tot de geplogenheden van het internationale verkeer, maar de paus weet soms echt de indruk te wekken dat het niet om hem gaat. Iedereen kijkt uit naar zijn komst en hangt aan zijn lippen, maar hij wijst van het balkon van het Capitool naar de kinderen op het grasveld en noemt hen de belangrijkste aanwezigen.

Verbinding

Vervolgens legt paus Franciscus een nadrukkelijke verbinding tussen hemzelf en zijn publiek. Ik ben een kind van een immigrantenfamilie zoals velen van u dat zijn, zei hij bij herhaling. Zo herinnert hij aan een waarheid die voor sommigen ongemakkelijk is en hij aarzelt niet om die ongemakkelijke kant te benoemen: veel van de kinderen van immigranten proberen nu de immigratie van nieuwe groepen te stoppen. Uitvoerig ging de paus in het Amerikaanse Congres in op de zogenoemde Gulden Regel. Steeds ging hij een stapje verder in het expliciteren van de betekenis:

‘Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen’ (Matteüs 7,12). Deze regel wijst ons in een duidelijke richting. Behandelen wij de anderen met dezelfde genegenheid en compassie, waarmee wij behandeld willen worden? Zoeken wij voor de anderen naar dezelfde mogelijkheden die wij voor onszelf wensen? Begeleiden we de anderen in hun groei, zoals wij zelf graag begeleid zouden willen worden? Kort gezegd: als we zekerheid wensen, moeten we zekerheid geven; als we leven wensen, moeten we leven geven; als we mogelijkheden wensen, moeten we mogelijkheden beschikbaar stellen.

Complimenteus

De paus is ten derde opmerkelijk complimenteus. Hij prijst mensen om wat ze zijn, om waar ze zich voor inspannen en om wat ze hopen. Soms geeft hij complimenten om iets te herstellen. Zo richtte de paus zich in een ontmoeting met priesters en religieuzen in Saint Patrick’s Cathedral in New York nadrukkelijk tot de Amerikaanse zusters die de laatste jaren van de kant van het Vaticaan zozeer met wantrouwen bejegend zijn:

Speciaal wil ik mijn waardering en dank uitdrukken voor de vrouwelijke religieuzen van de Verenigde Staten. Wat zou de kerk zonder jullie zijn? Krachtige vrouwen, strijdsters, met de geest en de moed die jullie aan het front plaatsen van de verkondiging van het evangelie. Tegen jullie, religieuze vrouwen, zusters en moeders van dit volk, wil ik “dank jullie wel” zeggen, heel veel dank, en weet dat ik heel veel van jullie houd.

Meestal echter zijn de complimenten eerder bedoeld om het beste in mensen naar voren te halen om ze vervolgens te stimuleren zich daarnaar ook te gedragen. Om het Amerikaanse volk te doen inzien wat het ten diepste is, hield de paus de leden van het Congres Abraham Lincoln, Martin Luther King, Dorothy Day en Thomas Merton voor:

Lincoln, vrijheid; Martin Luther King, vrijheid in pluraliteit en niet-uitsluiting; Dorothy Day, sociale rechtvaardigheid en de rechten van personen; en Thomas Merton, de capaciteit voor dialoog en openheid naar God.

Transformatie

Toen hij voor het volgend jaar een ‘jaar van de barmhartigheid’ aankondigde, verwees paus Franciscus naar Johannes XXIII die bij de opening van het Tweede Vaticaans Concilie in 1962 zei dat de kerk “er de voorkeur aan [geeft] het geneesmiddel van de barmhartigheid te gebruiken in plaats van de wapens van de strengheid aan te leggen”. Deze barmhartigheid is echter iets anders dan toegeeflijkheid vanuit begrip voor de menselijke zwakheid.

Paus Franciscus benadrukt voortdurend dat het menselijk leven niet te vangen is in doelen, eindtermen en statistieken. “Voorbij onze plannen en programma’s hebben wij te maken met mannen en vrouwen van vlees en bloed die leven, strijden en lijden…”, zo waarschuwde hij tijdens een toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Om te zorgen dat mensen hun leven kunnen verbeteren, moeten wij ze toestaan en helpen in waardigheid hun eigen bestemming vorm te geven. Dat is iets ander dan hen te verplichten te doen wat ons het beste lijkt. Alleen als mensen werkelijk vrij zijn, kunnen ze voor elkaar wonderen verrichten en kan dat wat nu onmogelijk lijkt, mogelijk worden. In Holguin, de tweede stad van Cuba, zei de paus dit op een toegespitste manier in een preek op het feest van de evangelist Matteüs die voordat hij door Jezus werd geroepen een tollenaar was en in deze zin een verrader van zijn volk (vgl. Matteüs 9,9):

[Jezus] nodigt ons dag na dag uit met de vraag: Geloof je? Geloof je dat het mogelijk is dat een belastingontvanger dienaar wordt? Geloof je dat het mogelijk is dat een verrader vriend wordt? Geloof je dat het mogelijk is dat de zoon van een timmerman Gods Zoon is? Zijn blik transformeert onze blik, zijn hart transformeert ons hart.

Het is de vraag die voor mij blijft hangen. Geloven wij dat we getransformeerd kunnen worden? En geloven we dat deze transformatie van God uit, al is ingezet?

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.