Tegen de achtergrond van de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart schrijft Erik Borgman deze maand voor de Bezieling vijf theologische beschouwingen over politiek, in het verlengde van zijn nieuwste boek ‘Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving’. Borgman relativeert de maakbaarheid van de samenleving en pleit voor een contemplatieve politiek 'die ziet wat zich aandient'. Vandaag de laatste aflevering. 'Waarom zou je God erbij halen als je wil nadenken over de samenleving?'
Door Erik Borgman
Wie schrijft er vandaag de dag nu een boek met als ondertitel ‘Een katholiek uitzicht op de samenleving'? Vestig je door je op een religieuze of een kerkelijke traditie te beroepen, niet de aandacht op de tegentellingen tussen mensen. En is daarentegen het vinden van een ‘nieuw wij’ niet noodzakelijker dan ooit?
Ik geloof dat in deze vragen enkele misverstanden schuilen die ons nogal in de weg zitten.
Geen neutraal standpunt
Het eerste misverstand is dat er een neutraal, voor iedereen zonder meer acceptabel standpunt zou bestaan. Dit is het misverstand dat ertoe leidt dat wij steeds weer denken dat nieuwe computertechnologieën onze samenleving vooruit zullen helpen brengen. Als alle informatie beschikbaar is en verwerkt kan worden, dan weten we wat tot vooruitgang leidt.
Maar informatie over kanker is heel iets anders dan leven met kanker. Of met een partner met kanker. Of zonder je partner, die ondanks alle verbeterde therapieën toch aan kanker gestorven is. De gegevens over het ontstaan en de ontwikkeling, het voorkomen en de bestrijding van kanker als objectieve kennis beschouwen en de betekenis van het leven ermee te zien als subjectieve interpretatie, is arbitrair. Kanker is niet alleen een afwijking in de reproductie van cellen, maar evenzeer angst en pijn en leven met weggehaalde delen van het lichaam om hopelijk erger te voorkomen.
Het belang nu van religieuze tradities is dat zij woorden geven aan deze laatste aspecten en vormen aanreiken om ermee om te gaan. Daarom is het van belang dat religie ook in de publieke ruimte aanwezig is. Het is van belang dat wij eraan herinnerd worden dat er geen lichamen in het ziekenhuis liggen, maar mensen met een lijf en een ziel die alleen kunnen leven als ze in de respons op hun bestaan van de rest van de wereld ontdekken dat zij van betekenis zijn. Het maakt uit dat jij er bent.
Wat is van belang?
Dit impliceert dat de vraag aan religieuze tradities niet allereerst zou moeten zijn of iedereen ze onderschrijft. En ze zijn al helemaal niet per definitie irrelevant of zelfs gevaarlijk als dit niet het geval is. De eerste vraag is of zij belangwekkende aspecten van het bestaan onder de aandacht brengen.
Aangezien er geen neutraal, geen standpuntlos standpunt is, is ook de vraag wat belangwekkend is niet neutraal te beantwoorden. Anders dan velen tegenwoordig lijken te denken, is de betekenis van een religieuze visie niet van buitenaf vast te stellen. En de waarde al helemaal niet. De vraag of ‘de islam’ al dan niet ‘gewelddadig’ zou zijn, is zinloos. De vraag is niet zelden de dekmantel van een perverse vorm van gewelddadige uitsluiting: als jij niet kunt aantonen dat jouw overtuiging voldoet aan onze visie op de juiste omgang met geweld, ontzeggen wij je het recht deze overtuiging te hebben. Ondanks alle lippendienst eraan staat de vrijheid van godsdienst sterk onder druk. Niet doordat deze vrijheid wordt ontkend, maar doordat er steeds meer voorwaarden worden gesteld aan religieuze visies willen zij in hun vrijheid gerespecteerd worden.
Katholiek uitzicht
Wat ik beschouw als een katholiek uitzicht op de samenleving protesteert tegen deze uitsluiting op grondslagen die ten diepste religieus zijn. Elk mens is onvervreemdbaar beeld van God en dient gerespecteerd te worden. Ook in zijn of haar dwaasheden en wat in mijn of jouw ogen alleen maar kan verschijnen als intellectuele of morele fouten: dat is één van deze grondslagen. Dat mensen op waarheid en goedheid gericht zijn en onze enige toegang tot waarheid en goedheid te vinden is in deze gerichtheid, van onszelf en van elkaar, dat is een tweede. Dat wij mensen daarom in ons zoeken niet aan onze eigen blindheid zijn overgeleverd, maar dat waarheid en goedheid zich van tijd tot tijd herkenbaar manifesteert en dat deze momenten zijn te beschouwen als gaven van God, die de goedheid en de waarheid zelf is, dat is een derde, expliciet religieuze grondslag.
Op basis van deze grondslagen kijk ik naar en leef ik te midden van de andere aardbewoners. Dit doet niet zozeer andere dingen zien, maar het doet de dingen anders zien dan ze doorgaans gezien worden. Bedreigingen blijken mogelijkheden, zorg blijkt geen last maar maakt het leven zinvol, dood kan het begin van opstanding zijn. Dat je ook anders kunt kijken, spreekt vanzelf. Dat gebeurt voortdurend. Maar dat deze manier van kijken een probleem zou zijn omdat zij van andere manieren van kijken afwijkt, vind ik onbegrijpelijk. Het is toch niet onmogelijk dat wij inderdaad anders moeten leren kijken?!
Grondslag van hoop
Ik wil onderzoeken of de visie die ik mij al doende eigen heb gemaakt, zinvol is en belangwekkende dingen in beeld brengt. Daarom zoek ik de confrontatie met andere visies. In deze confrontatie ontdek ik dat de visie die ik aan de christelijke traditie ontleen, maakt dat het niet nodig is steeds maar bang te zijn dat je van alles en nog wat kwijt zult raken. In plaats daarvan maakt zij een overvloed zichtbaar waarvan wij niet alleen kunnen leven, maar waarvan wij ook feitelijk leven. Het maakt duidelijk dat wij – zoals Jezus het ooit zei – als puntje bij paaltje komt met al ons getob niet in staat zijn een el aan ons leven toe te voegen, maar dat we dat leven om niet ontvangen (Matteüs 6,27).
Is dit een geloofwaardige visie? Dat moet ieder voor zichzelf uitmaken. Maar deze visie vanuit religieuze grondslag doorbreekt de uitzichtloosheid die velen op het moment in hun leven ervaren en lijkt mij alleen al daarom de moeite van het overwegen waard. Het is dan toch zonde als deze visie niet zou meedoen als wij discussiëren over hoe wij een toekomst kunnen vinden. Het is zonde als we niet zouden horen dat de toekomst ons gevonden heeft en dat dat de bron en de grondslag van onze hoop is.
Erik Borgman is hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University. Zie hier eerdere bijdragen van zijn hand.
Erik Borgman, Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving, Meinema, 192 blz., € 16,95 (recent verschenen).
.