Je kunt vasten om God beter te ervaren, om je lichaam te reinigen, of om bij te dragen aan een betere wereld. Maar wat ook je motief is:  hoe houd je het vol die vastentijd, nu de laatste loodjes in zicht komen? “God zal je belonen” belooft de evangelist Matteüs. Maar ondertussen moet je de klus wel zelf klaren, want zo zegt Matteüs eveneens: “God werkt in het verborgene”. Je kunt ook zeggen: God dringt zich niet op.

Door Paulien van Bohemen

De laatste loodjes wegen het lichtst zou je kunnen denken als het om vasten gaat. Want wie vast is  door al die onthouding al gauw een paar kilootjes kwijtgeraakt. We hadden God of onszelf immers beloofd om minder chocolade te eten en de friettent op zondagavond links te laten liggen.

Bij de aanvang van de veertigdagentijd was ik nog positief gestemd over mijn voorgenomen sobere leefstijl. Wat betekent een paar weken ingetogen leven nou op een heel jaar? Maar hoogmoed kwam bijna voor de val. Het viel me niet mee. We roepen allemaal wel dat de tijd zo snel gaat, maar als je jezelf een aantal weken in bedwang moet houden, dan glijdt de tijd zó traag en loom voorbij... Hoe houd je het dan vol tot Pasen?

Loon

De katholieken die op Aswoensdag, traditioneel het begin van de vastentijd, naar de kerk gingen, kregen bemoedigende woorden te horen. Matteüs laat in hoofdstuk 6 (vers 1-18) van zijn evangelie weten: “Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen.”

Goed nieuws: je wordt beloond aan het einde van de rit! Maar je moet er wel wat voor doen, of eigenlijk: voor laten, om het welverdiende loon binnen te halen. Dat valt niet altijd mee. Waarom toch niet? In een haast achteloze bijzin staat dé reden waarom vasten soms moeilijk vol te houden is. God is blijkbaar “in het verborgene”. Mensen die vasten moeten het doen met een God die ons wel ziet, maar die zichzelf niet laat zien. Fraai, zo’n personal coach die weigert je op de vingers te tikken als je in een moment van zwakte een greep doet uit de koekjestrommel.

Een beetje verlegen

Na deze schokkende conclusie vond ik wonderwel een excuus voor deze onzichtbare God. Ik las een bezinning van een pastoor uit Udenhout. Hij schrijft: “God is een beetje verlegen, hij dringt zich niet zo graag op de voorgrond.” Dat zijn woorden om verantwoord op te kunnen kauwen tijdens het vasten. Een zin om je tanden in te zetten, terwijl Pasen in zicht komt. En voor mij voldoende bemoediging om het vasten vol te houden. Want ik vast liever voor een bescheiden God, die zich op de vlakte houdt, maar belooft mij te belonen, dan voor een bazige en wispelturige God, die achteraf eens op het gemakje zal bezien of mijn vasten de moeite waard was.

 

[box type="shadow"]

Méér door minder

Mensen die vanuit een christelijke overtuiging vasten, hoor je rond Pasen wel eens zeggen, dat ze in gebed en in stilte meer van God hebben ervaren en dat hen dat sterker heeft gemaakt voor tegenslagen. Ook al blijkt uit het recente onderzoek ‘God in Nederland’ dat God en geloof voor steeds minder mensen belangrijk is: onthouding is trendy, ook onder mensen die zichzelf als niet-gelovig omschrijven. Zij minderen bijvoorbeeld met het doel een zuiverder lichaam te krijgen, waarin geest en lijf meer in balans komen: het “helende vasten.”

Maar vasten is niet enkel een dieetmethode. Soms kiezen mensen ervoor om in de periode voor Pasen de routine te doorbreken door het gebruik van smartphone of e-mail op een laag pitje te zetten. Zij willen simpeler leven en de kroon op hun zelfopgelegde ontzegging is niet zelden het vinden van meer rust.

[/box]

[box type="shadow"]

En voor wie nog een extra steuntje in de rug nodig heeft, volgt hier een parabel van Martin Buber:

Een volgeling van de Rabbi van Lublin vastte eens van Sabbat tot Sabbat. Vrijdagsmiddags overviel hem een zo hevige dorst, dat hij meende te zullen sterven. Daar ontdekte hij een bron; hij ging er heen en wilde drinken. Maar meteen bezon hij zich; omwille van een luttel uur dat hij het nog moest volhouden, zou hij het gehele werk van deze week tenietdoen? Hij dronk niet en verwijderde zich van de bron.

Trots steeg in hem op, de zware beproeving te hebben doorstaan. Toen hij dit besefte, sprak hij tot zichzelf: ‘Beter er heen te gaan en drinken, dan dat mijn hart tot hoogmoed vervalt.’ Hij keerde om en ging terug naar de bron. Reeds wilde hij zich vooroverbuigen om water te putten, toen hij bespeurde dat de dorst van hem geweken was.

Uit: Martin Buber, De weg van de mens (heruitgave).

[/box]

 

Paulien van Bohemen (1982, Tilburg) is pastoraal werkster in Tilburg en daarnaast een halve dag per week werkzaam als geestelijk verzorger voor dementerenden in een zorginstelling. Eerder was zij werkzaam als verpleegkundige in de psychiatrie. In 2015 studeerde zij cum laude af als theologe met de masterscriptie: Wat bezielt ons? Over het delen van elkaars spiritualiteit binnen het pastoraal team in het parochiepastoraat. Paulien is sinds kort redactielid van de Bezieling.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.