Al sinds de jaren zestig kiezen sommige katholieke gemeenschappen voor een 'vrije opstelling', los van de officiële kerkelijke structuren. De Haagse Dominicus is direct al vanaf haar oprichting in 2009 een onafhankelijke oecumenische kerkgemeenschap. Ze nam een voorbeeld aan de Dominicus in Amsterdam. “Wat ons bindt, is dat we zoekende zijn. Je mag hier gaandeweg ontdekken wat je gelooft.”
Door Theo van de Kerkhof
[box type="shadow"]
Haagse Dominicus in het kort
Vieringen: een zondagochtend per maand
Bezoekers: ca. 100 personen
Vrijwilligers: ca. 25 op regelmatige basis
Werkgroepen: de gemeenschap organiseert geen activiteiten buiten de vieringen om (afgezien van inzameling voor de voedselbank en collectes voor diaconale doelen)
Financiën: de gemeenschap brengt zelf alle inkomsten bijeen (begroting: 9500 euro per jaar)
Betaalde beroepskrachten: geen
Pastoresteam: de gemeenschap beschikt over een team van ca. 15 voorgangers en tweede liturgen. Twee personen bereiden de viering voor i.s.m. dirigent en coördinatoren (bloemen en kindernevenactiviteit)
Organisatievorm: kerkgenootschap
Relatie rk kerk: onafhankelijk, 2010
Kernuitspraak: De Haagse Dominicus is een zelfstandige, open, christelijke geloofsgemeenschap voor mensen met en zonder kerkelijke achtergrond. De leden van de gemeenschap ondersteunen elkaar in hun zoeken naar geloof en eigentijdse liturgie. Dat doen zij met aansprekende liederen en teksten en het delen van brood en wijn, waarbij iedereen welkom is. De gemeenschap zoekt naar verdieping en verheldering van de fundamentele vragen van mens en samenleving. De Bijbel is voor hen daarbij richtinggevend.
[/box]
Ontstaansgeschiedenis
De Haagse Dominicus is ontstaan vanuit een positief verlangen. Een gezamenlijke lieddag in 2009 van twee kerkkoren, het Jenhka koor (rk) en de zanggroep Lukas/Ekklesia (protestant), werd afgesloten met een viering. “Dat beviel zo goed dat er werkgroep aan de gang ging om een vervolg te organiseren”, vertelt Heleen Goddijn, een van de ‘liturgen’ van de Haagse Dominicus. De werkgroep liet zich inspireren door de Dominicusgemeenschap in Amsterdam, zoals uit de naam blijkt. Op 28 januari 2010 vond de eerste viering plaats en sindsdien komt de gemeenschap maandelijks bij elkaar in de Lukaskerk, waar op de andere zondagen de eigen PKN-gemeente kerkt.
“Het is een wereld van verschil of je begint vanuit een situatie van verzet of vanuit een positieve energie”, zegt voorganger Leo van Driel. “Verzet doet de energie weglopen, dat houd je niet vol.”
Toch is de Haagse Dominicus niet begonnen bij nul en speelt het contrast met de traditionele kerken wel degelijk een rol. Er zijn nogal wat bezoekers die het wel gehad hebben met hun kerk-van-huis-uit. Goddijn: “Niet dat je daar in de vieringen iets van merkt, maar bij voorbereidingen komt dat soms wel naar boven. Er zijn van-huis-uit-katholieken die niet bij het Jenhka koor willen, alleen omdat het incidenteel nog wel eens in een katholieke viering elders zingt. ‘Ik ga toch zeker niet in een katholieke kerk zitten’, hoor je dan.”
Van Driel: “Dat gevoel van afgeknapt te zijn op de eigen kerk komt trouwens evengoed voor onder onze protestantse bezoekers. Voor sommige protestanten is de leer en moraal van hun eigen kerk even verstikkend geweest.”
De bezoekers waarderen de kerk als een vrijplaats. In zekere zin is de Haagse Dominicus een tweede generatie vernieuwingskerk. Want al sinds de jaren zeventig bestaat de Ekklesia Den Haag, exponent van de kerkelijke en maatschappelijke vernieuwingsdrang van de jaren zestig. Van Driel: “Toen we met de Haagse Dominicus begonnen was vanuit de Ekklesia de reactie ‘Wij zijn er toch, waarom komen jullie niet bij ons.’ Maar we hadden het gevoel dat we met een nieuw initiatief moesten komen. De Ekklesia is inmiddels zo’n klein clubje. Ze zitten een beetje weggestopt - gangetje door trapje op - in de binnenstad. De drempel voor nieuwkomers wordt dan wel erg hoog”.
Viering
Wie wil kan vooraf aan de viering mee inzingen. De gemeenschap zingt veel en graag. Bij de aanvang van de viering is er even gelegenheid om onderling wat te praten, zodat mensen met elkaar in contact komen. Dan volgt een kaarsritueel en een toelichting op het thema van de dienst. Ook is er altijd even aandacht voor de kinderen, al zijn dat er niet zoveel. Voor de kinderen is er een nevenactiviteit. Aan het slot van de vieringen sluiten ze weer aan. Vaak is er ook een creatief element in de viering verwerkt: iets met beeld of film, of iets theaterachtigs: het uitbeelden van een Bijbelverhaal. De gemeenschap werkt ieder jaar met enkele thema’s: zoals ‘Tenten bouwen’, ‘Psalmen’, ‘Aarde, water, lucht en vuur’, ‘Poëzie’ en ‘Leermeesters’.
De grondstructuur verschilt niet zoveel van de traditionele vieringen: er is een deel rond de schrift en een deel rond brood en wijn. Goddijn: “Nee wij noemen dat geen eucharistie of avondmaal of communie. Persoonlijk houd ik niet van een al te verheven ritueel. Voor mij is delen van brood en wijn meer symbool van gemeenschap en samenzijn. Van Driel: “Maar toch: als je dat communiedeel al te alledaags maakt, te veel profaneert dan gaan mensen protesteren. Er moet wel iets omheen blijven hangen van dat gevoel van heiligheid.”
Geloofsvisie
Al is de gemeenschap als een vrij initiatief van onderop ontstaan en zijn er geen banden met enig kerkgenootschap, toch heeft men uitdrukkelijk gekozen voor de christelijke traditie. “De Haagse Dominicus zoekt naar verdieping en verheldering van de fundamentele vragen van mens en samenleving, waarbij de Bijbel richtinggevend is”, aldus haar missie. Goddijn: “In het begin was dat niet helemaal duidelijk. Voor mij persoonlijk had het ook wel wat breder gemogen.”
Er is wel aandacht voor buiten-christelijke spiritualiteit, maar te ver afdwalen doet men ook weer niet. “We lezen wel altijd een Bijbeltekst.” Van Driel: “Mijn ervaring is dat een vreemde stroming, Lao Tse of zo, een viering snel wat collegeachtig maakt. Je moet meer informatie overdragen en omdat het vreemd is, kun je de inhoud minder makkelijk met je innerlijke ervaring verbinden. Wat overigens niet wegneemt dat sommige van onze bezoekers zich individueel serieus en intensief in andere tradities verdiepen. Maar dat ligt dus divers. Persoonlijk heb ik de weg naar het christendom terug gevonden via de antroposofie, nadat ik als jong volwassene mijn protestant-christelijke achtergrond achter mij had gelaten.”
Over voorgangerschap (wijding, zending, algemeen priesterschap der gelovigen) heeft de Haagse Dominicus eerder een praktisch dan principieel standpunt: men stelt kwaliteitseisen aan de liturgie en daarmee aan de voorgangers. Men werkt zonder betaalde krachten omdat men nu eenmaal beschikt over een netwerk van behoorlijk professionele vrijwilligers, veelal theologisch geschoold. Van Driel: “In een betaalde beroepskracht schuilt het gevaar dat de zelfwerkzaamheid van de gemeenschap afneemt. Je kunt wat makkelijker achterover gaan leunen.”
De maatschappij is in de vieringen nooit afwezig. Goddijn: “Daarin passen wij in de sfeer van de Basisbeweging. ‘De Bijbel op de krant leggen’, zo werd dat in de jaren zeventig genoemd. Dat accent is bij ons nog wel herkenbaar.” Loopt de gemeenschap daarmee niet achter op ontwikkelingen? Nu is de vraag om een persoonlijke spiritualiteit actueel. Goddijn: “Behoefte aan persoonlijke bezinning is in onze gemeenschap zeker aanwezig. Er is ook aandacht voor stilte, meditatie en bezinning. Wat dat betreft zijn er wel stromingen merkbaar: er zijn ook gemeenteleden die niets van dat meditatieachtige moeten hebben. Die zijn meer van het Woord. Persoonlijk houd ik erg van de Psalmen. Je voelt dat je in een eeuwen- en eeuwenoude traditie staat. Je wordt geconfronteerd met levensvragen van mensen van alle tijden en die kun je dus ook nu nog herkennen. Dat vind ik mooi. Het zelfde geldt voor Augustinus; ook heel eigentijds.”
Wat verbindt?
Goddijn: “Ik was laatst bij een crematie van een familie die geen enkele traditie meer heeft. Het was schokkend hoe kaal en vormeloos dat er aan toeging. Zelfs geen toespraakje. Ik denk dan: wat hebben wij een rijke traditie, waaruit je kunt putten en waarmee we taal en vorm kunnen geven aan belangrijke levensmomenten. Dat zie je in onze huidige cultuur wel teruglopen. Wij hebben ook een verantwoordelijkheid voor die vormenrijkdom. Dat zie ik wel als een bindend element van de gemeenschap.”
“Dat politiek-maatschappelijk van de jaren zeventig zit er zeker nog wel in. We willen ons niet afsluiten voor de buitenwereld, maar we zijn zeker geen actiegroep. We collecteren af en toe voor een goed doel en aan de Lucaskerk is een voedselbank verbonden. Wie wil, kan van thuis dingen meebrengen voor in de kratten van de voedselbank. Nee, er zullen weinig gemeenteleden zijn die zelf van die kratten afhankelijk zijn.”
Incidenteel verzorgen de vrijwillige voorgangers wel eens een doop, huwelijk, of begrafenisplechtigheden op verzoek van een individueel gemeenschapslid; gebeurtenissen waar rondom heen ook pastorale gesprekken gevoerd worden. Van Driel: “Traditioneel was pastoraat sterk rond de vrijgestelde pastor gecentreerd. Die hebben wij niet . Waar we naar toe willen is dat mensen elkaar bijstaan. Een vorm van onderlinge ondersteuning. Dat zijn dingen die nog in ontwikkeling zijn. De gemeenschap is wat dat betreft nog jong en de maandelijkse frequentie maakt de samenhang wat minder sterk.”
Vanuit de ontstaansgeschiedenis is het niet verwonderlijk dat juist de muziek en samenzang een sterk bindende factor is in de Haagse Dominicus. Met veel Oosterhuis, Nieuw Liedfonds, muziek van Oomen op het repertoire. Goddijn: “Dat trekt natuurlijk een bepaalde groep mensen aan, die die teksten enigszins kunnen verstaan. Dat roept ook wel discussie op: moeten we niet eens voor een andere invalshoek kiezen of iets ernaast gaan ontwikkelen.”
De christelijke traditie, de Bijbel, de ‘Oosterhuis-spiritualiteit’, dat zijn duidelijke identiteit bepalende elementen. Toch wordt van de bezoekers geen omlijnd geloof verwacht. In die zin is de gemeenschap open en ondogmatisch. Niemand hoeft een geloofsbelijdenis te onderschrijven. Van Driel: “Wat ons bindt, is dat we zoekende zijn. Ook twijfel mag. Je mag hier gaandeweg ontdekken wat je gelooft.”
Banden met de kerk
De gemeenschap is vanaf het eerste begin oecumenisch van karakter. Banden met het bisdom zijn er niet en evenmin met de Landelijke PKN, al huist men dan in een PKN-kerkgebouw. Zoals gezegd is de Haagse Dominicus in feite een tweede generatie experimentele kerk, een navolger van de Amsterdamse Dominicus. Maar ondanks dat alles zijn ook in deze gemeenschap de grote christelijke kerken niet afwezig. Die kerken zitten als het ware in de mensen die de gemeenschap vormen, soms in het verzet dan men meedraagt, maar ook in positieve zin in de christelijk-religieuze bagage die men meebrengt.
Punten van aandacht en/of zorg
Met dat laatste lijkt tevens een achilleshiel van de gemeenschap genoemd. De spiritualiteit van de gemeenschap lijkt sterk generatiegebonden. Dat roept vragen op over de continuïteit op de wat langere termijn, zeker ook gezien het feit dat de gemeenschap, net als elders, vergrijst. Goddijn : “Moeten we meer reclame maken; een ander aanbod creëren dat wellicht nieuwe groepen aanspreekt? Jongerenactiviteiten? In de Citykerk zitten iedere zondag 1200 mensen, waaronder veel jongeren, maar ja, dat is meer het Pinstergebeuren en niet onze stijl: in de vorm modern, in de leer behoudend.”
Van Driel: “Je loopt met een vrijwilligersorganisatie ook wel tegen de grenzen van je mogelijkheden aan. Het vergt toch heel wat inspanningen om alles rond te krijgen. We zouden wel vaker dan maandelijks bijeen willen komen, maar dan moeten we ook omzien naar een eigen kerkruimte. Veel binnen onze gemeenschap is nog in ontwikkeling.”
Succesfactoren / advies aan nieuwe gemeenschappen
De kwaliteit van de vieringen ziet men als een van de belangrijkste succesfactoren. Goddijn: “Het is niet rommelig, de vieringen hebben een goede doorloop. We hebben goede sprekers, er wordt goed gezongen, de teksten hebben niveau en in de voorbereiding steken we veel energie.”
Van Driel: “De balans tussen levensvragen en aandacht voor de maatschappij is belangrijk. Dat weten veel van onze mensen te waarderen. En: laat de negatieve energie los; vraag je af waar je samen voor wilt staan, wat je positief bindt. Ga lekker voor jezelf beginnen. Heel evangelisch: Schud het stof van je voeten en ga. Maar heb ook aandacht voor gevoelens en gevoeligheden die schuilgaan achter meningen en opvattingen, juist ook als er verschillende visies of voorkeuren naar boven komen."
Behoefte aan een landelijk verband?
Men is geïnteresseerd in hoe andere gemeenschappen er voor staan, wat ze doen en hoe ze zich ontwikkelen, maar een overkoepelend verband heeft niet een eerste prioriteit.
Info: haagsedominicus.nl