Een volk dat het vertrouwen kwijtraakt in zijn politici, maakt soms rare sprongen. De Bijbelse profeten wisten het al: de roep van het volk om een koning, ‘zoals alle volken er een hebben’, is niet altijd in het belang van dat volk zelf. “Hij zal jullie tot slaven maken.” Weten wij eigenlijk wel wat goed voor ons is?
Door Erik Borgman
Democratie is en blijft een hachelijk experiment. Als mensen alleen gelukkig kunnen worden wanneer ze een goed leven leiden, dan lijkt het logisch te denken dat dat goede leven het beste bereikt wordt door te doen wat naar inschatting van mensen zelf het goede is. Maar weten we eigenlijk wel wat goed voor ons is? En kiezen we dat dan ook? Ik ga hier niet publiekelijk mijn zonden uitmeten, maar volsta met de nuchtere constatering: ik vaak niet.
In het zwarte township Cape Flats bij Kaapstad in Zuid-Afrika, zo las ik in de krant, heeft de Patriotic Alliance zich gemeld voor deelname aan de volgende verkiezingen. Leiders van de nieuwe partij zijn Kenneth Kunene en Gayton McKenzie, een fraudeur en een bankrover die elkaar in de gevangenis hebben gevonden. Niemand twijfelt eraan dat zij hun politieke macht zullen gebruiken om hun criminele activiteiten nog efficiënter en winstgevender voort te zetten en voorzien van een schijn van legitimiteit. Maar de bevolking van Cape Flats zijn het geloof in politici kwijt. Zij weet uit ervaring dat criminelen macht hebben en hun wil kunnen doorzetten. Je denkt dan al snel dat je beter af bent wanneer jij daarvan kunt profiteren.
Overal waar overheden bevolkingsgroepen in de steek laten, staan anderen op die zeggen voor hen op te komen. Zo kwamen revoluties tot stand, maar zo drong ook ooit de maffia diep de politiek van de Verenigde Staten binnen. Geweld mag graag suggereren dat het in staat is het heersende geweld te verslaan, of minstens op afstand te houden. Er zal daarom vanuit de angst voor het geweld steeds opnieuw weer voor worden gekozen. Maar het effect zal zijn dat het geweld dieper in het leven doordringt en het waarlijk goede leven, dat vrij is van geweld, verder weg raakt. Ik zie het wereldwijd, maar ook in onze eigen samenleving gebeuren. Wij voeren op tal van fronten oorlog met wat we bedreigend vinden en noemen de situatie die zo ontstaat vrede. Het is veeleer gestold geweld.
Blinde vlek
De blinde vlek hiervoor is al oud. In de Hebreeuwse Bijbel – om precies te zijn: in 1 Samuël 8 – vraagt het volk erom een koning aan te stellen ‘zoals alle volken er een hebben’. Met groot realisme werpt de profeet tegen:
De koning die over jullie heerst zal jullie zonen opeisen om zijn akkers te ploegen, zijn oogst binnen te halen, wapens te maken voor de oorlog en zijn wagens uit te rusten. Jullie dochters zal hij opeisen om zalf te bereiden, te koken en te bakken. Jullie beste akkers, wijngaarden en olijftuinen zal hij van jullie afnemen en ze aan zijn dienaren geven. Van uw oogsten en de opbrengst van jullie wijngaarden zal hij tienden heffen en die aan zijn hovelingen en dienaren geven. Zo worden jullie zijn slaven.
Maar het volk wil een koning om gelijk te worden aan andere volken. Terwijl het Bijbels gesproken geroepen is nu juist anders te zijn.
Wij lijken te geloven dat we ‘gelijk aan alle andere volken’ kunnen worden en kunnen profiteren van het heersende geweld, zonder zelf van dit geweld last te hebben. Wij lijken oprecht verbaasd wanneer Vladimir Poetin, nu hij gastheer wordt van ‘onze’ Olympische Winterspelen in Sotsji, zich even gewetenloos gedraagt als hiervoor. Wij willen niet medeplichtig zijn aan zijn campagnes tegen homoseksuelen, maar wie meedoet in de wereld van de hedendaagse topsport, wordt slaaf van een systeem waarin mensen als Poetin de dienst uitmaken. Hij regeert en in ruil daarvoor krijgt het onderworpen volk brood en spelen.
Oude dwaas
Brood doet ons leven en al spelend ervaren we dat dit leven goed is: daar is niets mis mee. In de religie wordt vaak gegeten en gespeeld om het Godgegeven karakter van het leven. Maar juist zo is de religie de bewaarplaats van het inzicht dat het brood en de spelen, dat het goede leven zich alleen kan handhaven als het goede de verhoudingen bepaalt. Het gaat niet om wat goed voor ons is, maar om wat goed is en daarom ook goed voor ons. Het gaat er niet om wat wij verkiezen, maar om wat verkieslijk is. Religie is daarom ondemocratisch en democratisch tegelijk. Wij kiezen het doel van ons leven niet, dat kiest telkens opnieuw ons. Maar met dat het ons kiest, levert het zich over aan ons antwoord en onze bereidheid verantwoordelijkheid te nemen.
Zoals gezegd, democratie is een hachelijk experiment. Maar God houdt maar niet op erin te geloven. De oude dwaas.