In de rubriek ‘Mijn boek’ interviewt Cees Veltman hedendaagse zinzoekers over hun favoriete boek. Voor Han Dijk is dat de driedelige roman 'Februari' , van de schrijver en verzetsman Theun de Vries. De roman gaat over de Februaristaking in Amsterdam uit protest tegen de Jodenvervolging van de Duitse bezetter. "Ik vind het boek heel concreet en herkenbaar, alsof het over vandaag gaat."

Door Cees Veltman

"Ik heb het boek niet in huis, maar het zit in mijn hoofd. Het is alsof ik het dagelijks lees”, zegt de Amsterdamse predikant, actief in het buurtwerk, en publicist Han Dijk (1955) over Februari van Theun de Vries. Dat boek ontleedt de Februaristaking van 1941, het protest tegen de deportatie van Joden uit Amsterdam.

"Ik las het boek in de tijd dat ik theologie studeerde in Groningen. Het was voor mij een verheldering want zo was het me nooit verteld. Over Theun de Vries – zelf een verzetsheld – hoorde ik nooit op school omdat hij voor velen had afgedaan als communist. Bij de herdenking van de staking had men er oorspronkelijk moeite mee dat het de CPN was die de staking had georganiseerd. Verzetsheld Hannie Schaft mocht om dezelfde reden zelfs niet herdacht worden. Zij intrigeert mij nog steeds omdat ze actief was tegen het antisemitisme, het racisme en de vreemdelingenangst.

Over vandaag

In de jaren zeventig werd er veel gediscussieerd over antisemitisme, antifascisme en antikapitalisme. Dat leek mij allemaal heel belangrijk te zijn. Ik deed ook mee aan allerlei linkse acties, maar het verzet in de Tweede Wereldoorlog bleef voor mij toch wat abstract. Totdat ik Februari las en begreep hoe het er toen precies aan toeging. De Februaristaking moet een indrukwekkende gebeurtenis zijn geweest. Ik droomde dat ikzelf in het verzet zat en dat ik doodsbenauwd was dat ik gevangen genomen zou worden en gemarteld en dat ik me niet stil zou kunnen houden en anderen zou verraden.

Ik vind het boek heel concreet en herkenbaar, alsof het over vandaag gaat. Ik heb de herdenking van de Februaristaking op 25 februari in Amsterdam vaak bijgewoond. In Groningen leefde die herdenking ook. Het boek hielp me in te zien dat dingen gewoon gaan zoals ze gaan. Ook in ongewone tijden. Mensen gedragen zich niet ineens anders als het zaken betreft waar je actie tegen moet voeren. Februari is indrukwekkend om te lezen omdat het destijds niet ging om materiële belangenbehartiging, maar om een protest tegen de deportatie van Joodse Amsterdammers. Dat was bijzonder in die oorlogsomstandigheden. Iedereen voelde blijkbaar dat er iets moest gebeuren tegen de Duitse bezetters.

Ik heb tijdens mijn werk in Amsterdam gemerkt hoe belangrijk die staking voor mensen is geweest. De jaarlijkse herdenking ervan wordt breed gedragen, geïnspireerd door de drie kruisen in het Amsterdamse stadswapen die koningin Wilhelmina benoemde als heldhaftig, vastberaden en barmhartig.

Kerken

Ik las ook ‘Theologie und Sozialismus’ van de Berlijnse theoloog Friedrich-Wilhelm Marquard die theologie verbond met de maatschappij. Ik hoorde de Argentijnse theoloog José Miguez Bonino zeggen dat de kerk zich moest verbinden met de bevrijdingsbeweging in Latijns-Amerika, ook met het socialistische deel daarvan. In die tijd werd veel gesproken over ‘de maatschappelijke relevantie’ van wat je deed. Nou, ik hoorde de kerken zelden als het om maatschappelijke actie ging. Religieuze instituties lijken nog steeds eerder mee te helpen om zand in de ogen van gewone mensen te strooien, dan in de raderen van het systeem, al doen ze gelukkig goed werk voor vluchtelingen. Kerken verzetten zich weinig tegen de gevolgen van het neoliberalisme en het marktdenken. Dat houdt mij nog steeds bezig. In die zin is het boek actueel. De sfeer van het verzet in de oorlog mis ik nu en het wordt er niet beter op. Mensen zien vaak geen verband meer tussen hun persoonlijke leven en de samenleving waarvan ze deel uitmaken.

Mammon en Moloch

Op plaatselijk  niveau komt het besef van urgentie soms wel tot uiting. Zo hebben we hier in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer een buurtavond gehad over de negatieve gevolgen van het marktdenken voor de zorg die voor mensen steeds duurder wordt. Uitgaand van het intercultureel buurtproject ‘Laat het van twee kanten komen’. Daaraan doet kerk&buurtwerkgroep Stimulans, waarvan ik coördinator ben, mee. Speciaal was op die avond de huishoudelijke thuiszorg aan de orde. Conclusie: het wordt tijd voor één stedelijke organisatie, met uitsluiting van commercieel werkende organisaties die veel te duur zijn en de zorg niet echt efficiënter organiseren, laat staan de kwaliteit verbeteren. Mensen moeten nu een eigen bijdrage betalen. Zorgverzekeraars maken winst die ze bewaren en na tien jaar, als miljoenen-pot, uitkeren aan aandeelhouders. Mensen krijgen te maken met vijfentwintig organisaties en zien dus door de bomen het bos niet meer. Eén organisatie, door de gemeente bestuurd, zou het maximum aan geld naar feitelijke zorg kunnen laten doorstromen. Dan hoeven al die directeuren en managers niet meer betaald te worden, stelt de SP in haar verkiezingsprogramma. Een goed voorbeeld waarbij aan te sluiten valt. Stukje bij beetje kunnen we samen met anderen de strijd tegen Mammon en Moloch voeren.”

Theun de Vries, Februari. Roman uit het bezettingsjaar 1941, in drie delen (De vreemde wet, De vogelvrijen, De opstand), Pegasus, 1962.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.