Een imposante poort, daarachter een vlakte. Uit de grond steken hier en daar restanten van barakken omhoog als gebroken ribben. Verder niets dan leegte. Dagen in een wagon, steeds een beetje minder mens. En dan die poort. Ik voel de woede opborrelen in mijn borst. De beesten. Hoe durven zij, uitgerekend zij, jou tot beest te degraderen? Hoe durven ze je leven in te walsen, alles kapot te maken. Alsof je geen mens zou zijn.
Ik zag je in het museum nog op een foto, kijkend naar de walgelijke onmens die de camera op je richt. Ik zou hem willen slaan, schoppen, spugen. Maar ik kan je blik niet ontcijferen. Was je boos, was je opgelucht? Eindelijk uit die benauwde trein? Scheen de zon die dag? Voelde je angst, of verdriet? Voelde je? Je hebt je eigen kleren nog aan, je hebt je haar nog. Je bent nog steeds, mens. Je koffer in de ene hand, je dochter in de andere.
Hier, op deze plek stapten jullie uit. De plaats van de selectie. Zouden ze je hebben laten werken tot je dood neerviel, of stuurden ze je meteen naar de gaskamers? De gedachte doet me kokhalzen. Ik denk het eerste. Je ziet er sterk uit. Moet ook wel.
Na lang overleg wordt besloten dat er honderd mensen uit de hel mogen vertrekken. Maar alleen als er later honderd minder komen
Jeroen Fierens
Een grote vlakte, olijfbomen, witte tenten. Modder, overstroomde wc-gebouwen waar nauwelijks plaats is. Dagen in de laadruimte van een vrachtwagen. Steeds een beetje minder mens. En dan dit. Rijke mensen zonder oorlog vreten zich op vrijdagavond op de bank vol met friet en zien je bij Wakker Nederland. Een walgelijk onmens, de camera op zich gericht, levert commentaar op jouw bestaan.
Ik zou hem willen slaan, schoppen, spugen. Na lang overleg wordt besloten dat er honderd mensen uit de hel mogen vertrekken. Maar alleen als er later honderd minder komen. Hoe durven zij, uitgerekend zij, jou tot beest te degraderen?
En dan, alsof het nog niet heet genoeg is de in de hel, de branden. Wéér je koffers pakken, wéér vluchten. Ik zie je op tv. Ik eet friet. Ik kan je blik niet ontcijferen. Ben je boos, of verdrietig? Of resteert vooral de gelatenheid? Heb je nog hoop? Durf je nog te dromen van, ooit, een normaal leven? Kunnen je kinderen op een dag naar school? Je klampt je kind stevig vast terwijl je een koffer achter je aansleept. Je ziet er sterk uit. Moet ook wel.
Jeroen Fierens is programmeur, een beetje schrijver en levensbeschouwer.