Oom Henk was een knappe, charmante man. Aan zijn gelaatsstrekken, zwart haar en donkere huid kon je de Italiaanse genen van de Sebregondi-tak van de familie herkennen. Op verjaardagsfeestjes liet hij soms op verzoek drie stukjes granaatscherf zien die hij in zijn rechter onderbeen had, wat wij als kinderen fascinerend vonden. Zoals zoveel jonge mannen was hij tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetters opgepakt en naar Duitsland gestuurd om daar te werken; in zijn geval in een fabriek in Berlijn.