Als kleuter was ik bang voor monsters. Ze zaten onder mijn bed, ik wist het zeker en daarom durfde ik niet te kijken. Maar als mijn moeder erbij kwam, dan verjoeg ze de monsters zodat ik weer veilig kon slapen. Het liefst wil je dat het kwaad eruit ziet als monsters. Monsters zijn herkenbaar, dan weet je dat je bang moet zijn. Als je met open vizier kunt vechten – ook dan kun je verliezen maar dan heb je in ieder geval je waardigheid niet verloren.