‘Ik droomde eens dat ik door een Haarlems straatje fietste. Voorop mijn fiets zat een blond jongetje. Hij hield zijn knuistjes om het stuur. Toen ik wakker werd, hoopte ik dat de droom voorspellend zou zijn want ik wilde graag kinderen. Mijn droom kwam uit. Ik kreeg een dochter, én een zoon. Met blonde krullen. Berend. Ik fietste eens met hem dat straatje in.