Maatschappelijke discussies gaan vaak over de vraag waar en wanneer een grens wordt overschreden. Wanneer is iets slechts een provocatie en wanneer is het een belediging of bedreiging? Is nationalistisch groepsdenken een salonfähige politieke benadering of is het de voorbode van iets verontrustends? Is het op straat molesteren van volksvertegenwoordigers en ministers een vorm van basisdemocratie, of is het een eerste vorm van straatterreur?