Hij verjoeg de bisschop en na zijn dood in 1534 werd hij opgevolgd door Jan Beukelsz (Duits: Bockelson), een herbergier en toneelspeler uit Leiden (1509-1536). Die riep zichzelf tot koning uit van dit nieuwe Godsrijk, trouwde de weduwe van zijn voorganger en maakte haar koningin. De bisschop kwam terug met zijn leger, gesteund door katholieken en gematigde protestanten, en het koninkrijk hield vijftien maanden stand tegen de belegeraars.