Bij Inloophuis Sint Marten in Arnhem kun je zomaar binnenlopen voor een kop koffie. Je  mag er jezelf zijn, hoeft je niet mooier voor te doen dan je bent. Je komt in contact met anderen en kunt er je hart luchten. En: "Bezoekers worden aangesproken op hun talenten, niet op hun beperkingen." Buurtpastor Ellie Smeekens schetst een beeld van deze bijzondere vorm van pastoraat.

Door Ellie Smeekens

Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw werd de rooms-katholieke Onze-Lieve-Vrouwekerk in de Arnhemse wijk Sint Marten gesloten. Zoals op zoveel plaatsen elders waren de kosten voor gebouw en pastores niet meer op te brengen voor de krimpende groep ouder wordende parochianen.

Inloopochtend

Behalve de kerk stonden op hetzelfde terrein, een pastorie en een parochiehuis. Pastorie en kerk werden verkocht. In de kerk werden prachtige appartementen gebouwd met behoud van het mooie glas-in-lood.

De parochie behield het parochiehuis. Een aantal jaren werden er vieringen gehouden voor de parochianen in de wijk. Toen het aantal deelnemers daalde, kreeg het pand een andere bestemming. Er werd tweemaal per week een inloopochtend georganiseerd als ontmoetingsplek voor de parochianen en voor alle wijkbewoners die behoefte hadden aan ontmoeting en onderling contact.

Dit was tevens een manier om als kerkgemeenschap aanwezig te blijven in een oude multiculturele stadswijk waar veel bewoners kampen met eenzaamheid, armoede, werkloosheid, verslaving, psychische problematiek en waar bewoners vooral contacten hebben in hun eigen etnische en religieuze kring. De kerk was gesloten, maar de parochie maakte vanuit haar evangelische inspiratie de keuze om aanwezig te blijven juist bij deze mensen, in deze wijk én de aangrenzende stadswijk Klarendal, waar al deze problemen nog veel zichtbaarder zijn.

Buurtpastoraat

Eén van de parochiepastores was nauw betrokken bij een aantal kwetsbare wijkbewoners en bij wat er speelde in de wijken. Om, na zijn pensionering, dit werk voort te kunnen zetten formuleerden het pastoresteam en parochiebestuur een project buurtpastoraat en zochten fondsen daarvoor. In 2007 kon een buurtpastor aangesteld worden die zich op beide wijken richtte en die daarnaast ook een taak had in het Inloophuis.

Zijn aanwezigheid in de wijk en bij kwetsbare wijkbewoners bracht een nieuwe dynamiek teweeg in het Inloophuis. Steeds meer mensen uit de wijk wisten het Inloophuis te vinden. Ze voelden zich welkom en gezien, ze vonden er gezelligheid en klopten aan voor hulp. Enkele jaren later werd, wederom met projectgeld, een coördinator voor het Inloophuis aangetrokken omdat de combinatie van buurtpastoraat en de zorg voor het Inloophuis teveel werd voor één persoon.

Veel contacten

In de loop van de jaren zijn door de buurtpastor en coördinator heel veel contacten opgebouwd met mensen in de wijken, met bewonersinitiatieven, hulpverleners en hulpverleningsinstanties, wijkagenten, andere kerken, met de moskee in de wijk en met de burgerlijke gemeente. Sinds de sluiting van een groot dagbestedingscentrum voor chronisch psychiatrische patiënten ontvangt het Inloophuis van de gemeente een jaarlijks opnieuw aan te vragen bijdrage voor inloop en activiteit voor en met deze doelgroep. Zij vormen een tweede doelgroep naast de kwetsbare wijkbewoners. Op dit moment zijn in het Inloophuis en het buurtpastoraat samen twee pastores voltijds aan het werk. Beiden zijn in vast dienstverband en maken deel uit van het pastorale team van de parochie.

Signalen

Wat gebeurt er in het Inloophuis en buurtpastoraat? Beide spelen op elkaar in en versterken elkaar. In het Inloophuis komen signalen binnen van bezoekers, vrijwilligers, hulpverleners en wijkagenten over buurtbewoners over wie ze zich zorgen maken. De buurtpastores proberen contact te leggen met deze buurtbewoners. Buurtbewoners die behoefte hebben aan contact nodigen we uit om naar het Inloophuis te komen. We gaan hen soms zelfs halen als dat nodig is.

Twee ochtenden in de week kan ieder die wil er binnenlopen voor een kop koffie, een praatje of om gewoon even rustig te zitten. Maar het Inloophuis is ook een plek waar je mee kunt doen aan wat er gebeurt of zelf met initiatieven kunt komen. We nodigen bezoekers uit om hun talenten te laten zien en in te zetten. Dat brengt een boel bedrijvigheid en energie teweeg.

Mensen met een achtergrond als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg koken en eten er en organiseren een wekelijkse open zangochtend. Zij en andere wijkbewoners kunnen deelnemen aan het wijkatelier of de schrijfclub.

Vanuit de buurtklussendienst knappen mannen en vrouwen die op de gewone arbeidsmarkt geen kans maken vanwege een psychische kwetsbaarheid, een verstandelijke beperking of problemen met de taal, samen met en ondersteund door ter zake kundige wijkbewoners klussen op in huis en tuin voor wijkbewoners die dat zelf niet meer kunnen en die het sociale netwerk of het geld niet hebben om het te laten doen.

Het buurtmaatjesproject koppelt mensen die eenzaam zijn of vanwege een andere reden behoefte hebben aan contact, aan een maatje dat hen bezoekt of hulp biedt.

Vloeiende lijn

Het mooie aan dit alles is de vloeiende lijn die er is tussen vrijwilliger zijn en bezoeker zijn. Dit vraagt van ons als pastores én van enkele dragende vrijwilligers extra aandacht voor de levenssituatie van kwetsbare vrijwilligers en ondersteuning in hun werksituatie, zodat zij mee kunnen blijven doen.

Mooi is ook de wisselwerking tussen de diverse activiteiten in en vanuit het Inloophuis. Een buurtmaatje signaleert bij een bezoek dat een wijkbewoonster kleding nodig heeft, maar het geld niet heeft om iets te kopen en legt een link met de vrijwilligsters van het kledinghoekje. De mannen van de buurtservice plaatsen een wasmachine in een sterk vervuild huis en delen hun zorgen om de bewoonster met ons. Eén van de pastores bezoekt mevrouw en neemt contact op met haar hulpverleenster.

De goede samenwerking met heel veel partners in de wijk en stad is ook een mooie zaak. Een hele belangrijke partner is de caritasinstelling van de parochie. We betrekken hen bij wijkbewoners met financiële problemen. Via deze parochiële instelling komen signalen over armoede in de stad weer bij de politiek en het gemeentelijk apparaat terecht.

Hulpverlening

In het Inloophuis en buurtpastoraat komen we in contact met mensen die hulp nodig hebben, maar die zich afzijdig houden van hulpverlening. Met onze huidige werkwijze proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij de situatie, de vragen en verlangens van bezoekers en buurtbewoners. We hebben de ruimte om over lange tijd, meer of minder intensief, contact te houden. Het vertrouwen dat we krijgen kunnen we gebruiken om mensen die dat nodig hebben (opnieuw) in contact te brengen met hulpverlening. Andersom geldt dat hulpverleners met wie we samenwerken mensen in contact brengen met ons; voor de ontmoeting tijdens de inloop, vrijwilligerswerk, of een gesprek over hun levensverhaal, over geloof, zin en onzin die zij ervaren in hun leven.

Zingeving

Onze insteek in het contact met buurtbewoners en bezoekers in problematische situaties is dubbel. We zoeken met mensen naar een oplossing voor hun problemen en schakelen in overleg professionele hulp in. Maar we gaan ook in gesprek over de vragen die onder die problemen liggen. Vragen naar de eigen identiteit, de betekenis en de waarde van het eigen leven, de relatie met anderen, hoe je het volhoudt in moeilijke omstandigheden, waar je houvast vindt. Soms ook expliciete vragen naar God.

We bidden met mensen individueel, of lezen samen uit de Bijbel. In de naburige kerk wordt elke week gebeden voor intenties uit het Inloophuis en buurtpastoraat.

We organiseren weinig activiteiten die expliciet te maken hebben met zingeving en geloof. Wat zin geeft wordt gevonden in gesprekken en activiteiten en geleefd in de omgang met elkaar.

Aan de kant

De meeste bezoekers van het Inloophuis staan maatschappelijk gezien aan de kant. Ze hebben geen baan en moeten leven van een uitkering. Ze kunnen niet mee in het snelle tempo van de samenleving. Hun leefwereld reikt vaak niet verder dan de stad Arnhem en nabije omgeving. Ze voelen zich door de samenleving als ‘losers’ bekeken. Zo kijken verschillende van onze bezoekers en van de wijkbewoners waar we bij betrokken zijn ook naar zichzelf. Ze voelen zich onzeker, boos, minderwaardig, slachtoffer. Hun gevoel van eigenwaarde staat onder druk. Velen hebben gezondheidsklachten.

Een paar voorbeelden: een vrouw met grote financiële problemen kan hulp krijgen, maar weigert die omdat dat voor haar een bevestiging zou zijn dat ze niets kan en niets voorstelt, zoals ze zo vaak te horen heeft gekregen. Ze wil het zelf oplossen, ook al piekert ze voortdurend en denkt ze er regelmatig aan om uit het leven te stappen.

Een zwaar beschadigde man kan niet meer zien dat er mensen zijn die het goed met hem voorhebben. Hij is boos, maakt met iedereen ruzie en stoot mensen van zich af.

Zijn wie je bent

Het Inloophuis is een plek waar mensen er gewoon mogen zijn, waar ze zich welkom voelen, gezien en gehoord worden. Waar ze mogen zijn wie ze zijn. Je hoeft je niet te bewijzen of mooier voor te doen dan je bent. ‘Hier mag ik er zijn, hier word ik gezien’, zegt een bezoekster die ook vrijwilligster is. Regelmatig valt ze terug in verslaving om haar pijn te verdoven. Uit schaamte en boosheid op zichzelf laat ze zich dan een paar weken niet zien. Het doet haar goed, hoe eng het tegelijkertijd ook is, dat we vertrouwen blijven houden in haar. Dat wij het vertrouwen vasthouden dat ze zelf zo vaak weer kwijtraakt.

Dit raakt de basis om überhaupt iets van zin in het leven te kunnen ervaren; dat je er toe doet, dat er aandacht is voor jou en je verhaal, dat je mag vertellen zonder dat er een oordeel gegeven wordt. De aandacht en het vertrouwen kan helpen om op nieuwe manieren naar je eigen verhaal te gaan luisteren. Wat en wie vastgelopen leek, kan weer in beweging komen. Er kunnen zich nieuwe perspectieven openen.

Ergens bij horen

In het Inloophuis kunnen mensen andere mensen ontmoeten en voelen dat ze weer ergens bij horen, dat ze opgenomen zijn in een groter geheel. Een alleenstaande man zonder verblijfsvergunning en met heel veel stress vindt nieuwe ‘familie’ in het Inloophuis; mensen bij wie hij zijn zorgen even kwijt kan, die blij zijn met hem, voor wie hij zijn talenten in kan zetten.  ‘Hier is het gezellig’, zegt een vrouw. ‘Hier kom ik weer onder de mensen. Thuis was ik alleen en voelde ik me eenzaam. Hier vind ik weer vrienden en vriendinnen.’ De inloop en activiteiten in het  Inloophuis werken verbindend.

Regelmatig ontstaan er contacten die ook buiten de inloop voortgezet worden. Bezoekers vinden warmte en menselijkheid bij elkaar.  Ze kunnen het gevoel opdoen dat ze van waarde zijn en iets betekenen voor een ander. Dat voedt het zelfvertrouwen, het gevoel van eigenwaarde en het vertrouwen in anderen. Het maakt de wereld groter en een beetje herbergzamer.

Talenten

Bezoekers worden aangesproken op hun talenten en niet op hun beperkingen. Ze kunnen hun kwaliteiten en talenten tonen en ontwikkelen. De activiteiten waarbij ze betrokken zijn, geven structuur aan de week. Ze kunnen ervaren dat het zinvol is wat ze doen en van betekenis zijn voor anderen. Dat helpt om betekenis te kunnen geven aan het eigen leven en trots te kunnen zijn op wat ze doen. Dat zijn belangrijke ervaringen in een wereld waarin ze al te vaak het gevoel opdoen dat ze van geen betekenis zijn of zelfs een last, of een profiteur omdat ze leven van een uitkering.

Steeds weer horen we van onze bezoekers dat ze graag iets terug willen doen voor de aandacht, de warmte, het positieve dat ze ervaren in het Inloophuis. Dit wederkerige en het van betekenis zijn dat daarmee gegeven is, is een belangrijk motief voor hun inzet. Als het gaat om zingeving in het Inloophuis zijn met name deze drie zaken van belang: groeien in vertrouwen in jezelf, dat je er mag zijn; je kunnen verbinden met anderen; en iets kunnen doen met je talenten en daarmee iets kunnen betekenen voor anderen.

Bredere en diepere basis

Soms zien we mensen uit een dal klimmen. Ze krijgen hun leven meer op orde, worden niet meer zo opgeslokt door de eigen problemen en er ontstaat ruimte en aandacht voor anderen. Er komt meer veerkracht om met de wisselvalligheden van het leven om te gaan en kracht te putten uit goede dingen die gebeuren. We zien hen groeien in vertrouwen in zichzelf, in anderen en soms ook in de Ander. Hun leven krijgt een bredere en diepere basis.

Vermogen tot compassie

Naast deze kwetsbare groep vrijwilligers zijn er de vrijwilligers die op deelterreinen verantwoordelijkheid dragen en andere vrijwilligers ondersteunen. Ook voor hen geldt dat zij zinvolheid ontlenen aan hun inzet voor anderen en aan de verbondenheid die er is met elkaar, vrijwilligers en bezoekers. ‘De mooie kleine dingen die hier gebeuren, de dankbaarheid die ik voel van bezoekers, het vertrouwen dat ik krijg, wegen op tegen de vervelende incidenten die er soms ook zijn’, zegt een vrijwilligster die al 7 jaar werkzaam is in het Inloophuis. ‘Hier word ik bovendien met mijn neus op de feiten gedrukt. Hier hoor ik de verhalen over armoede zo dicht naast mijn eigen deur. Zonder deze plek zou ik daar niet van weten’. Het voedt haar vermogen tot compassie.

Voor gelovige vrijwilligers, en dat is lang niet iedereen, geldt dat het Inloophuis een plek is waar je je voluit kunt inzetten vanuit je geloof. In het Inloophuis kun je in contact komen met mensen die je door groeiende scheidslijnen in onze samenleving niet meer vanzelfsprekend ontmoet, zoals de vrijwilligster hierboven verwoordde. Hoger of  lager opgeleid, wel of niet gelovig of kerkbetrokken, armer of rijker, meer of minder beperkt; mensen werken samen, delen ervaringen en schuren hun visie aan elkaar. Scheidslijnen tussen mensen vallen niet weg, maar doen er minder toe.

Mensen raken betrokken bij elkaar, helpen elkaar en gaan respectvol met elkaar om. Onze bezoekers herkennen hierin een authentieke en integere manier van met elkaar omgaan. Ook de niet gelovigen zeggen soms dat ze naar de kerk gaan en bedoelen dan het Inloophuis.

Twee bronnen

Ons engagement als buurtpastores vindt haar wortels in twee bronnen: het christelijk geloof, de Bijbel en daarin het evangelie van Jezus. De manier waarop Hij omging met mensen die in zijn tijd uit de boot vielen is een blijvende bron van inspiratie voor onze omgang met de mensen die in onze tijd buiten de boot vallen. Jezus richt onze aandacht op hen. We mogen Hem herkennen in ieder die het (even) niet alleen redt. ‘Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de minsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan’ (Mt. 25, 40). Evenzo voelen we ons uitgedaagd door de monastieke visie dat in iedere mens God zelf schuil kan gaan.

De tweede bron is het concrete leven van de mensen met wie we in ons werk te maken krijgen. Als zielzorgers gunnen mensen ons regelmatig een blik in hun ziel. Dat is steeds weer een ervaring die religieus geladen is, die stil maakt, dankbaar voor het gegeven vertrouwen en die onze empathie, onze menselijkheid, voedt. We betreden heilige grond. Steeds weer worden we uitgedaagd in ieder mens iets van God te ontdekken. Soms is dat een waarachtige spirituele oefening. Dit kind van God zijn verbindt ons met elkaar, wie we ook zijn en legt wederkerigheid in de relatie. We hebben elkaar  nodig om te groeien naar het beeld van God dat in ieder van ons gelegd is.

----

Ellie Smeekens werkt tezamen met een collega als coördinator van het Inloophuis Sint Marten in Arnhem en als buurtpastor in enkele wijken rondom het Inloophuis. Zij maakt deel uit van het pastorale team van de rk Sint Eusebiusparochie Arnhem e.o. Haar mailadres: [email protected].

[box type="shadow"]

hoop-en-verzet-2Bron: Tijdschrift voor Geestelijk Leven, nr. 2017/2, themanummer  ‘Hoop en verzet’. Voor verdere informatie over TGL zie www.tgl.beBesteladres Nederland: [email protected]. Besteladres België: [email protected] of [email protected]. Kosten per los nummer: 7,95 plus verzendkosten.

 

 

 

[/box]

 

[box type="shadow"]

dak-webOnderzoek buurtpastoraat

Meer informatie over buurpastoraat en inloophuizen is te vinden bij Netwerk Dak dat ondersteuning, advies en inspiratie biedt aan lokale organisaties. Zie: www.netwerkdak.nl

Recent publiceerde Netwerk Dak een onderzoek naar deze bijzondere vorm van pastoraat waarbij onvoorwaardelijke aandacht en laagdrempelige hulp wordt geboden aan mensen die - tijdelijk - een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

Meer dan een dak. Laagdrempelige presentie voor kwetsbare burgers door Maarten Davelaar, Helma Hurkens en Jan van Opstal.

[/box]

Verwant onderwerp:

Oudewijkenpastoraat: je blootstellen aan Gods Geest

Wandelen zonder doel – Jezelf blootstellen aan de stad

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.