In het toneelstuk poogt de zoon van een vrome joodse lompenhandelaar afstand te nemen van zijn herkomst. Zo verbeeldde Heijermans zijn pleidooi de grachten tussen groepen mensen te dempen, de grachten van de wederzijdse haat. Drie joodse herkomsten spiegelt deze tendens aan de pogingen van Jonas Wertheim en zijn vrouw om met hun joodse herkomst te breken.