Lisette Thooft las ‘Jaguarman’ van Raoul de Jong:  “Een prachtig boek over de diepe invloed van een Surinaamse afkomst. Het boek kan wonden helen die van generatie op generatie waren doorgegeven.”

Door Lisette Thooft

Raoul de Jong schreef zijn boek Jaguarman "Voor onze vaders, hun kinderen, de kinderen van hun kinderen en onze heilige geesten", volgens de opdracht voorin. Hij is het kind uit een kortstondige verhouding tussen een Surinaamse man en een Nederlandse vrouw. Zijn vader liet zich niet zien in Raouls jeugd en prompt was Raoul op zijn beurt niet heel erg in de vader geïnteresseerd: “Want wat hij kon, kon ik ook. Als hij niet bezig was met mij, dan was ik ook niet bezig met mijn vader”, schrijft hij. Maar op zijn 28e kwam er wel contact en ontdekte hij hoeveel ze op elkaar leken. En raakte hij geboeid door de verhalen over zijn Surinaamse voorouders.

Er zou een ‘Jaguarman’ tussen zitten, een wintipriester die zichzelf kon veranderen in een jaguar. Die krachten zouden van vader op oudste zoon overgeërfd worden en dus ook in Raoul terechtkomen. Raouls vader, inmiddels stevig christelijk, gaf hem de raad zich er niet mee bezig te houden. Die voorouders, zei hij, waren mensen die nog niet gehoord hadden dat er maar één God bestaat. Ze aanbaden natuurgeesten en geloofden niet in de superioriteit van de mens over de dieren. De bijzondere krachten zag hij eerder als een soort vloek: de zonden van de vaders die bezocht worden aan de kinderen tot in het vierde geslacht.

Winti-ritueel

Maar de zoon heeft het gevoel dat hij geroepen is om wel op onderzoek uit te gaan. Het kan niet voor niets zijn dat hij zijn hele leven lang gefascineerd is door het regenwoud, dat hij zo sterk gevoeld heeft in de natuur “dat alles om me heen ademde en leefde en sprak. Dat de natuur een wil had, en dat er mooie dingen gebeurden als je je daaraan overgaf.”

Hij leest alles wat hij te pakken kan krijgen over de geschiedenis van zijn vaders land en reist af naar Suriname, naar het oerwoud. Zijn verhaal is gevat in het verslag van een winti-ritueel dat hij uitvoert als hij weer terug is: zeven dagen lang zit hij alleen thuis, wast hij zich met speciale kruiden, en roept hij zijn voorvader aan. Uiteindelijk beseft hij dat er in de diepste diepte geen verschil is tussen de Heer van zijn vader en dat “veel groter, wonderlijk, magisch zingend geheel” van de winti-godsdienst. En dat er niets is om bang voor te zijn.

Jaguarman gaat onder andere over de wonden die geslagen worden als een godsdienst met geweld over een andere wordt uitgerold. “Anton de Kom had me al verteld dat de Bijbel, die tijdens de slavernij zo angstvallig van ons was weggehouden, in de aanloop naar de emancipatie ineens gretig naar ons toe werd gebracht”, schrijft De Jong. “In plaats van een witte meester met een zweep gaf het monster ons nu een witte priester met een boek vol met regels, een God die onze voorouders en hun krachten vervloekte en de dreiging van de hel verkondigde.”

Helend

Een dag na het verschijnen van Jaguarman post de schrijver een bericht op zijn Facebookpagina dat mij ontroerde:

“Gisteravond belde mijn vader. Hij had het boek in 1 nacht uitgelezen. Hij zei: "Het is een MEESTERWERK." En: "Je hebt de waarheid beschreven, dit is hoe het was voor mij en de mannen die voor mij kwamen." En toen - wonder o wonder - maakte hij een analyse van de structuur. Hij zei: "Met ons verhaal verleid je de mensen om zich open te stellen voor een veel groter verhaal. Hij zei dat het boek als een tempel was. En dat ik hem geleerd had om onze krachten niet te vrezen. Hij had gehuild. En hij had het begrepen. En wat de rest van de wereld van dit boek denkt deert nu eigenlijk niet.”

Wat een helend boek. Niet alleen helend voor deze zoon en deze vader, maar voor ons allemaal.

-----------------------------

Raoul de Jong, Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden, de Bezige Bij (2020), 240 blz., € 22,99.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.